Wageningen University & Research (WUR) heeft een aanpak met vijf stappen ontwikkeld die voedselproducerende bedrijven kan helpen in het creëren van effectieve duurzaamheidsprogramma’s samen met toeleverende boeren. De aanpak is gericht op transparantie tussen alle partijen over de benodigde inzet voor het realiseren van duurzaamheidsdoelen.
Verduurzamen vanaf het begin van de keten
Onze huidige manier van leven en consumeren is niet houdbaar. Het moet allemaal duurzamer en dus ook de voedselproductie en -verwerking. Dit vraagt een keten aanpak van bron tot eindconsument. Bedrijven die hun voedselproducten willen verduurzamen komen al snel uit bij het begin van de keten: de boer. Om ambitieuze doelen waar te maken, is een goede samenwerking met de boer nodig en geen implementatie van bovenaf.
Experimenteren met duurzaamheidsprogramma’s is complex en tijdrovend en vereist daarom een gestructureerde aanpak. WUR wil bijdragen aan een soepelere weg naar duurzame productie en heeft daarom een 5-stappen-aanpak ontwikkeld op basis van praktijkervaringen rond het ontwikkelen van duurzaamheidsprogramma’s in de zuivelindustrie in de afgelopen 10 jaar. De aanpak is gericht op voedselproducerende bedrijven die samen met toeleverende boeren aan de slag willen met duurzaamheidsdoelen en daadwerkelijke verduurzaming op de boerderij.
Duurzaamheid integraal onderdeel van bedrijfsvoering
Het is belangrijk om een geïntegreerd programma te maken dat transparant is, stellen de Wageningse onderzoekers Alfons Beldman, Joan Reijs en Jelle Zijlstra. Zo moet duidelijk zijn wat verduurzaming betekent voor het verdienmodel van de boer. Uitwisseling tussen boeren en afnemende ketenpartners is belangrijk om helder te krijgen wat de concrete gevolgen van verduurzaming zullen zijn voor zowel het boerenbedrijf als de verwerker. Want uiteindelijk is een duurzaam verdienmodel voor de boer ook cruciaal voor de samenwerking in de keten en daarmee ook voor een positieve business case voor het afnemende bedrijf. In veel gevallen hebben beide partijen elkaar nodig om doelen te realiseren.
Het is hierbij voor voedselproducent cruciaal om duurzaamheid niet als een apart bedrijfsdoel te zien, maar als onderdeel van de totale bedrijfsvoering. Duurzaamheid kan niet worden gezien als een tijdelijk project of doel en heeft consequenties voor vele andere onderdelen van de bedrijfsvoering.
Doelen stellen en stimuleren
De onderzoekers adviseren voedselproducenten vijf stappen te volgen op weg naar duurzaamheid:
- prioriteiten stellen
- doelen definiëren
- weten welke aanpassingen op regionaal en boerderijniveau effectief zijn
- passende stimulansen te ontwikkelen voor de boer
- evalueren
‘Met name de 3e en 4e stap krijgen in de praktijk vaak te weinig aandacht’, zegt onderzoeker Joan Reijs. ‘In stap 3 moet regionaal en per boerenbedrijf worden gekeken wat de mogelijkheden van de boer zijn om bij te dragen met zijn of haar bedrijf tot het duurzaamheidsdoel. Je moet vragen stellen als: Wat zijn de mogelijkheden voor boeren om aanpassingen te doen? Wat zijn de kosten en baten en mogelijke neveneffecten? Welke mogelijkheden biedt het bedrijf zelf en welke mogelijkheden zijn er in de directe omgeving? Hoe sluit dit aan bij de expertise van de boer? Deze kennis is essentieel om tot concrete en realistische doelen te komen.’ aldus Reijs.
Als er een plan is opgesteld, adviseren de onderzoekers de voedselproducenten uiteenlopende manieren te bedenken om de boer te stimuleren om de doelen daadwerkelijk te gaan halen (stap 4). ‘Die stimulansen zijn nodig om verandering teweeg te brengen. Wat kan de verwerker doen om boeren gericht te stimuleren?’ Die stimulansen kunnen zitten in economische prikkels, in kennisuitwisseling, in het faciliteren (makkelijk maken) van aanpassingen en uiteindelijk ook in het stellen van heldere regels die bijdragen aan het realiseren van duurzaamheidsdoelen. Deze stimulansen worden samengevat in de RESET-benadering (Regels – Educatie – Sociale norm – Economie – Tools).
Door de vijf hierboven omschreven stappen constant te evalueren (stap 5) en transparant te werken, kan er echte verandering tot stand komen, stellen de onderzoekers.
Internationale afstemming werkwijzen
De onderzoekers stellen dat veel bedrijven zoekende zijn op het gebied van duurzaamheid. Ze doen een aanbeveling om (internationaal) samen te werken en bestaande ervaringen en praktijkvoorbeelden over te nemen. Het is belangrijk om te voorkomen dat het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden. In de zuivelindustrie worden werkwijzes bijvoorbeeld uitgewisseld binnen de netwerken rondom het Dairy Sustainability Framework en binnen het Sustainable Agriculture Initiative Platform. De onderzoekers geven aan dat zij het organiseren van deze uitwisseling ook gedeeltelijk zien als een publieke taak omdat versnelling op duurzaamheid een publiek belang is en competitieve belangen van bedrijven uitwisseling soms in de weg staan.