Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders bang zijn voor graten en niet houden van de baklucht van vis. En toch is vis zo’n gezond en smakelijk product. Maar de gezondheidsboodschap over vis als een zwemmende ‘functional food’ vol goede vetzuren, eiwitten, vitamines en mineralen, is blijkbaar ook nog onvoldoende overgekomen.
Intussen wordt vis steeds aantrekkelijker gemaakt voor de consument. Het aantal verkooppunten is flink toegenomen, de logistiek en het kwaliteitsbeheer zijn voortdurend verbeterd. Bovendien investeren producenten en detailhandel fors in gebruiksgemak van visproducten. Vis wordt als verse of diepgevroren filets en voorzien van recepten gebruiksvriendelijk aangeboden in het winkelschap en steeds vaker in ‘snelklaar’ maaltijden verwerkt. De aanvoer van vis wordt steeds efficiënter gecontroleerd van vis- of kweeknet tot het bord van de consument. De sector stelt kwaliteitshandboeken op waarbij de juiste behandeling van vis in elk stadium van de productieketen wordt vastgelegd en gecontroleerd. Er zijn campagnes om vis te promoten.
Tegelijkertijd is er in de productieketens voor (kweek)vis meer oog voor de maatschappelijke aspecten van vis en visvangst en een grotere bereidheid om tot constructieve actie over te gaan. De opvattingen over het aantal noodzakelijke maatregelen of snelheid van uitvoering ervan mogen uiteenlopen, maar er is onmiskenbaar volop beweging. Er zijn diverse initiatieven om visbestanden duurzaam te beheren en duurzame viskweek te realiseren. De haringvissers werken aan duurzaamheidscertificering volgens het Marine Stewardship Council (MSC). Verder wordt in Nederland geëxperimenteerd met nieuwe, milieuvriendelijker vistechnieken zoals de pulskor en is de garnalensector internationaal in dialoog met diverse maatschappelijke organisaties en wetenschappers om goede afspraken te maken over verantwoorde kweek en vangst.
De viskweeksector werkt hard aan publieke acceptatie, want het zal niet lang meer duren voordat de helft van het assortiment uit gekweekte vis bestaat. Als relatief jonge en snelstgroeiende voedingsmiddelensector in de wereld richt aquacultuur zich op het uitbouwen van ‘good practices’ op het gebied van kwaliteit, hygiëne, veiligheid en welzijn. Viskweek is noodzakelijk om aan de toenemende vraag van een groeiende wereldbevolking naar vis op een verantwoorde en duurzame manier tegemoet te komen.
Volksgezondheid is een ander maatschappelijk aspect van vis en zou in de nabije toekomst wel eens een flinke impuls kunnen geven aan de visconsumptie. Alle vis is van nature rijk aan het voor de mens onmisbare jodium. Er is wetenschappelijk bewijs dat de omega-3 vetzuren uit vette vis zoals makreel, zalm en haring helpen om hartkwalen, Alzheimer, astma, artritis, stress, obesitas, bepaalde vormen van kanker en suikerziekten te voorkomen. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO, voedings- en gezondheidsinstellingen en patiëntenverenigingen bevelen vis aan als een gezond product.
Nederlanders zijn meesters in het veilig verwerken, distribueren en vermarkten van vis tot op verre exportmarkten. Toch is het jammer dat we al die prachtige producten vooral uitvoeren in plaats van daar zelf van te genieten.
Kortom, we moeten gezamenlijk als spelers in de keten de schouders zetten onder de ambitie om Nederlanders hun vis beter te laten waarderen. In het belang van onze eigen gezondheid, onze eigen culinaire genoegens en onze eigen bedrijfstak?
Frank van Ooijen werkt bij Nutreco /Marine Harvest, Chris Dutilh bij Unilever Nederland en Tilly Sintnicolaas bij Visbureau/Productschap Vis.