Toch waardeer ik de poging van EZ. Het ministerie neemt de handschoen op door te proberen de transparantie te betrachten die het van bedrijven verlangt. Door deze exercitie weten de staatssecretaris en de ambtenaren nu hoe ingewikkeld het maken van een dergelijk verslag is. Dit inzicht draagt ongetwijfeld bij aan een genuanceerde houding ten opzichte van het bedrijfsleven.
EZ laat bedrijven langs de maatstaf van een transparantie-benchmark leggen. Maar het eigen verslag zou in dit onderzoek niet zo goed scoren. Het EZ-verslag is niet geverifieerd door een externe accountant, noch wordt gezegd dat in de toekomst wel te overwegen. De door EZ gesponsorde richtlijnen van het Global Reporting Initiative blijven ook volledig buiten beschouwing. Een gemiste kans.
De tweede helft van het verslag gaat over de eigen medewerkers en het interne milieubeleid. Alleen daar is EZ concreet. Mooi voor wie daarin is geïnteresseerd, maar ik maak me sterk dat de duurzaamheidsimpact van het ministerie niet bepaald wordt door het ingekochte papier of waterverbruik per medewerker. Kernvragen zijn toch: welke bijdrage levert EZ aan een duurzame maatschappij, welk specifiek beleid heeft het ministerie op dit punt, hoe gaat men om met dilemma’s en hoe succesvol verloopt de uitvoering?
In het hoofdstuk ‘EZ kijkt om zich heen’ wordt een lange opsomming gegeven van activiteiten maar het is slechts skin-deep. De Lissabonagenda en het Innovatieplatform worden bijvoorbeeld genoemd, maar niet de kritiek daarop. EZ zegt een ‘duurzaamheidsladder’ te hebben en daarmee ‘op het goede spoor’ te zitten: abracadabra!
De doelstelling van EZ is het bevorderen van duurzame economische groei. In dit verslag wordt niet duidelijk hoe men dat op een consistente manier vormgeeft en dat men uithoudingsvermogen heeft bij de uitvoering. Beide elementen zijn belangrijk voor duurzaam handelen.
Economische Zaken geeft aan de interactie met stakeholders te zoeken. Het blijft echter volstrekt onduidelijk wie dat zijn, hoewel medewerkers van EZ in netwerken opereren. Opvallend vind ik dat andere ministeries slechts zijdelings worden genoemd. Het is zorgwekkend dat nergens duidelijk wordt gemaakt hoe het EZ-beleid aansluit op de duurzaamheidsdoelstellingen van bijvoorbeeld de ministeries van Vrom, Landbouw en Buitenlandse Zaken. In het bedrijfsleven bestaat ongenoegen over de versnippering en de kortetermijnhorizon van het overheidsbeleid. Uit dit verslag valt geenszins op te maken dat hierin op het punt van mvo verandering zal komen.
Met dit verslag wil EZ uitstralen: Lezer, geloof de informatie. Stakeholders komen niet aan het woord en verificatie ontbreekt – het ministerie neemt wel heel lichtvaardig aan dat de lezer deze koek zal eten.
Een verslag reflecteert de werkelijkheid. Dit verslag bevestigt het beeld dat Economische Zaken zich bezighoudt met een breed scala aan activiteiten, ook op het gebied van duurzaamheid. Aan die diversiteit lijkt het ministerie echter ten onder te gaan. Mijn advies zou dan ook zijn scherpere beleidskeuzes te maken. Zoem in op een beperkt aantal belangrijke zaken en voer die dan ook heel goed uit. Dan zal het vervolgens veel eenvoudiger zijn om een relevant verslag te maken.
Wouter Scheepens is partner van Triple Value Strategy Consulting in Den Haag.