De uitkomsten van de eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage over het Nederlandse beleid ten aanzien van SDG10 (verminderen ongelijkheid) en SDG15 (leven op het land, biodiversiteit) zijn ongemakkelijk. Het frame dat Nederland ‘het goed doet’ met de SDG’s klopt niet. Op het gebied van sociale en ecologische duurzaamheid gaat het niet goed. In tegendeel: de totale impact van het Nederlandse beleid is zelfs negatief en brengt de gestelde doelen niet dichterbij. Zowel in binnen als buitenland zorgen de effecten van het economische beleid en van de Nederlandse consumptie, productie, handel en investeringen voor toenemende ongelijkheid en verlies aan biodiversiteit. Maandag 1 maart 16:00 uur vindt de lancering van de eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage plaats.
De 17 Sustainable Development Goals zijn in 2015 door alle VN-lidstaten ondertekend, inclusief Nederland. Daarmee heeft Nederland zich aan het realiseren van deze doelen in 2030, in binnen en buitenland, verbonden. Net als aan de oproep hierbij niemand achter te laten. Met deze eerste Nederlandse SDG Spotlight rapportage stappen we in de internationale traditie om overheden scherp te houden met een onafhankelijke, door maatschappelijke organisaties geschreven, SDG rapportage. Met als gezamenlijk doel om alles op alles te zetten om deze mondiale en nationale doelen te realiseren.
De focus van de SDG Spotlight 2020 rapportage ligt op SDG 10: Verminderde Ongelijkheden en SDG 15: Leven op het land. Deze twee SDG’s bevinden zich in het hart van de SDG-pijlers ‘people’ en ‘planet’. Op beide thema’s blijft de Nederlandse inzet achter. Op het gebied van kansengelijkheid, diversiteit en sociale cohesie laat Nederland een gemengd beeld zien, waarbij de trend negatief is, juist voor kwetsbare groepen. Op het gebied van natuurbescherming, kwaliteit van de leefomgeving en behoud van biodiversiteit scoort Nederland ronduit slecht. De achteruitgang van ecosystemen raakt de kwaliteit van leven van mensen hier, nu, elders en later. En daarmee zijn deze twee doelen nauw met elkaar verbonden.
Het kabinet maakt wel beleid voor verduurzaming van onze economie, een inclusieve samenleving en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar dit kenmerkt zich door een hoge mate van vrijblijvendheid. Goede beleidsambities worden te weinig voorzien van meetbare doelen, concrete transitiepaden, afdoende middelen en wettelijke kaders. Het kabinet geeft onvoldoende sturing en regie als ‘marktmeester’. Bedrijven krijgen de ruimte om zichzelf te reguleren en worden niet naar een duurzamer productiemodel geleid met regels en beprijzing. Verduurzaming van internationale handelsketens wordt grotendeels nagestreefd via vrijwillige convenanten. Telkens zien we dat deze benaderingen te weinig resultaat opleveren. Zo gaan we SDG10 en SDG15 in 2030 zeker niet halen.
Het rapport gaat stap voor stap in op de doelen en indicatoren die horen bij het sturen op het behalen van de SDG’s. Dit is voor Nederland nog niet eerder onderzocht. Nederland meet (en weet) te weinig om de bijdrage aan de doelen écht in beeld te brengen; daardoor is de beeldvorming vaak rooskleuriger dan de praktijk. Ook spreekt de overheid niet met een mond. Waar het ene ministerie of onderdeel beleid ontwikkelt dat bijdraagt aan de SDG’s, ontplooit het andere activiteiten met tegengestelde effecten tot gevolg. Politiek en uitvoeringspraktijk geven verschillende signalen, vooral in internationale en Europese context.
Met deze SDG Spotlight rapportage over de Nederlandse rol in het behalen van de SDG’s willen we meer, ambitieuzere en coherente acties op de SDG’s aanwakkeren. Onze belangrijkste conclusie is dat het hoog tijd is dat er door Nederland een vertaalslag van de SDG’s wordt gemaakt naar een ambitieuze strategie met meetbare doelen voor de nationale en internationale inzet, en breed verankerd in alle Ministeries, zoals dat internationaal ook is afgesproken.
Over SDG-spotlight
Het initiatief voor het SDG-spotlight report is genomen door Global Goals Accelerator, waarbinnen Alide Roerink (Earth Charter), Veronique Swinkels (Worldconnectors) en Ellen van Reesch (zelfstandig adviseur) samenwerken, en Building Change, een maatschappelijk samenwerkingsverband van Partos, Woord en Daad en Foundation Max van der Stoel. Het rapport wordt mogelijk gemaakt door de inhoudelijke en financiële steun van NCDO, WNF en de Civic Engagement Alliance.