Ideeën zijn er genoeg, zo valt te lezen in de Rapportage Duurzame Bedrijfsvoering Overheid, die het kabinet onlangs publiceerde. Maar vooral het gebrek aan ambitie en de vrijblijvendheid van de gehele operatie vallen op in de brief. De staatssecretaris van Vrom, verantwoordelijk voor het duurzaam inkoopbeleid, Pieter van Geel, dekt zich in de rapportage uitvoerig in voor de gebrekkige resultaten. Niet het eindresultaat, maar ‘de inspanning’ en ‘het proces’ zijn belangrijk, zo luidt de onnavolgbare bezweringsformule die het totale gebrek aan resultaat moet verklaren. Bovendien, zo verontschuldigt Van Geel zich, heeft het programma te lijden onder bezuinigingen.
Wij hebben geen enkel begrip voor deze opstelling. Ten eerste deugt de argumentatie natuurlijk niet. Duurzame producten zijn niet in alle gevallen duurder. Duurzaam produceren is veel meer een kwestie van anders inzetten van de beschikbare middelen. Nadenken over duurzaam produceren lokt creativiteit uit en schept nieuwe mogelijkheden. Bovendien kan duurder inkopen op korte termijn, zich op lange termijn terugbetalen door innovatie en daarmee gepaard gaande kostprijsreducties.
Juist de overheid kan deze innovaties bereiken als mega-inkoper. Een kortzichtige overheid die zich daar niet aan waagt, betaalt op termijn de prijs doordat innovatieve industrieën het land de rug toekeren. Tot enige jaren geleden kende Nederland een bloeiende zonne-energietak, maar deze zeer innovatieve sector met grote mogelijkheden heeft zich inmiddels in Duitsland gevestigd.
De opstelling van het kabinet is bovendien in strijd met zijn meest belangrijkste uitgangspunt: eigen verantwoordelijkheid. De overheid heeft een grote verantwoordelijkheid om het budget van 30 miljard euro maatschappelijk verantwoord te besteden. In plaats van het goede voorbeeld te geven loopt het kabinet inmiddels achter bij de maatschappelijke ontwikkelingen en grote bedrijven. Zo bevestigde ABN Amro onlangs dat zijn eigen bankiers duurzaam handelen als vanzelfsprekend onderdeel van hun werk beschouwen. En de Rabobank vergroent zijn leaseauto’s.
Het overheidsprogramma duurzaam inkopen ontbeert ieder gevoel voor urgentie. Onlangs publiceerden de Verenigde Naties de resultaten van het meest omvangrijke onderzoek ooit naar de ecologische bedreigingen van de wereld. De conclusie was niet verrassend, maar zeer confronterend: ont-
wrichting van het ecologische systeem is een bedreiging voor het voortbestaan van de mensheid. Als wij op deze voet doorgaan komt de wereld binnen enkele decennia voor onoverkomelijke problemen te staan.
Duurzaam produceren en consumeren is uiteindelijk de enige uitweg uit deze problemen. In dit licht is het onbestaanbaar dat de Nederlandse overheid nog steeds de grootste afnemer is van hardhout uit tropische regenwouden, dat het wagenpark van de overheid nog niet op biobrandstof rijdt en dat de daken van de ministeries nog slechts een paar symbolische zonnepaneeltjes bevatten.
Deze week debatteert de Kamer over de Rapportage Duurzame Bedrijfsvoering. Het kabinet zal wat ons betreft dan een andere houding moeten laten zien. Een houding die laat zien dat de overheid haar bijdrage zal leveren aan duurzame consumptie en productie in Nederland. De maatschappelijke verantwoordelijkheid die sommige bedrijven wel nemen, moet voor het kabinet een lichtend voorbeeld zijn.
Diederik Samsom en Kris Douma zijn Tweede-Kamerlid van de PvdA