Precies 100 jaar geleden richtten Jac. P. Thijsse en zijn medestanders de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten op in de Koningszaal van Artis. Geen toeval, dat Nuon juist op deze `gewijde grond’ het derde duurzaamheidsverslag overhandigde aan algemeen directeur Jan Jaap de Graeff van de jubilaris, die zich nu kortweg Natuurmonumenten noemt. Ter gelegenheid van dat verslag gingen stakeholders en vertegenwoordigers van Nuon in dezelfde zaal met elkaar in debat over zes stellingen over duurzaamheid. Presentator Pieter Jan Hagens verleidde daarbij het publiek tot actieve deelname, omdat voor- en tegenstanders bij iedere stelling bij elkaar moesten gaan zitten. Dat leidde tot wisselende coalities, waarbij deelnemers elkaar met pittige statements probeerden te overtuigen. En waarbij de zinsnede `ik heb zelden zo’n grote onzin gehoord’ tot een gevleugelde uitspraak uitgroeide.
Kernenergie
Inleider Jan Paul van Soest van Advies voor Duurzaamheid beet de spits af met de stelling `Het klimaat vraagt niet om kernenergie’. Van Soest, die op de valreep het afwezige D66-Kamerlid Boris van der Ham verving, erkende volmondig dat het klimaatprobleem om onconventionele stappen vraagt. Maar kernenergie is daarvoor niet noodzakelijk, betoogde hij. Een belangrijke bijdrage verwacht hij van schone fossiele brandstoffen, waarbij de schadelijke CO2-component weggeborgen wordt in ondergrondse opslag.
De overgrote meerderheid van de zaal schaarde zich achter zijn standpunt, waarop bestuursvoorzitter Ludo van Halderen van Nuon opstond om het kleine kamp van de tegenstanders aan te voeren. `Vanwege de geweldig groeiende economieën van landen als China en India is het onverantwoord kernenergie uit te sluiten’, betoogde hij. `Bij een verdrievoudiging van het energieverbruik in de wereld moeten we ook inzetten op energiebesparing en duurzame energie. Maar het is ijdel om te denken dat alleen die oplossingen snel resultaat zullen opleveren.’
Van Halderen kreeg direct tegengas van milieugedeputeerde Albert Moens van de provincie Noord-Holland. `Investeringen in duurzame energie kosten heel veel tijd en inspanningen. Kernenergie is een escape, die afleidt van de revolutie die op gang moet komen.’ Anderen lieten bedrijfseconomische bespiegelingen los op de stelling. Kernenergie wint het niet als alle kosten meegenomen worden, dus de `business case’ deugt niet.
Innovatie is een betere weg om de uitstoot van CO2 tegen te gaan. De katalysator voor auto’s was nooit tot wasdom gekomen als er geen aanzet was gekomen voor een grootschalige toepassing, betoogde directeur H. Erdmann van Claessens Erdmann. Er is dus een grote internationale prikkeling nodig om tot duurzaam gebruik over te gaan.
Privacywetgeving
Nuon-medewerkers die klanten afsluiten van energielevering mogen volgens de privacywetgeving geen melding maken van het aantreffen van `mensen in nood’. Deze wetgeving zit daarom hulp aan de onderkant van onze samenleving in de weg, leidde Marja Jansen van de Stichting Mensen in de Bijstand de tweede stelling in. Maar Nuon kan wel degelijk zelf hier iets aan doen, betoogde zij. Laat mensen een vrijwaring tekenen, zodat Nuon-medewerkers hen toch te hulp kunnen schieten. Het grootste deel van de zaal schaarde zich achter haar standpunt. De tegenstanders onderschreven eveneens het doel waar het Jansen om te doen is: hulp aan mensen in schrijnende omstandigheden. Wel betoogden zij dat het aanpassen van de privacywetgeving daarvoor geen goed middel is. `Ik heb zelden zulke grote onzin gehoord’, opende Annemarie Goedmakers (voorzitter FRES) met een zinsnede, die door diverse sprekers na haar gretig herhaald werd. `We hoeven op brieven aan mensen maar één regeltje toe te voegen om ervoor te zorgen dat we mensen in nood kunnen helpen. Gewoon een creatieve oplossing zoeken in plaats van een hele wet op de helling zetten.’ Maar wat moeten Nuon-medewerkers doen als ze nog ernstiger zaken aantreffen bij de mensen thuis, zoals kindermishandeling of brandgevaar?
Moet Nuon dan ook de privacy respecteren? De privacywetgeving vormt daarbij niet het echte knelpunt, beaamden diverse sprekers. Voor PvdA-Kamerlid Diederik Samsom was dat inzicht aanleiding om zich alsnog te scharen bij de tegenstanders van de stelling. `De privacywetgeving is inderdaad niet de belemmering voor het bieden van hulp. Dat zijn allereerst falende instanties.’
Brandstofmix
Diederik Samsom mocht vervolgens de stelling verdedigen dat de duurzaamheid van een energiebedrijf valt af te lezen aan de brandstofmix. De PvdA-politicus bleek op dit front echter een illusie armer te zijn geworden. `We dachten dat de brandstofmix een goed keurmerk zou zijn voor een duurzaam energiebedrijf. Maar de werkelijkheid zit vol met gewiekste inkopers en accountmanagers, die weten hoe je slim duurzame energie inkoopt in het buitenland.’ Alleen investeringen in duurzame energie zijn daarom een bruikbaar getal in de boekhouding, vindt Samsom. Een echt duurzame onderneming zou bovendien – in navolging van de econoom Tinbergen – de verschillen in inkomen tussen de hoogst en laagst verdienende werknemer niet groter moeten laten zijn dan een factor tien. `Daarvoor hoeft een onderneming niet te wachten op een wet’, zei Samsom met een verwijzing naar de actuele discussie over inkomens van bestuurders bij energiebedrijven.
De beloning van de Raad van Bestuur past bij maatschappelijk verantwoord ondernemen, erkende Ludo van Halderen `Maar ik voel er weinig voor om publiekelijk over mijn salaris te spreken. Dat moet opgepakt worden op de plaats waar dat thuishoort: bij de Raad van Commissarissen.’
Tegenstanders van Samsoms pleidooi hielden hem voor dat zijn uitspraken van calvinisme en een grenzeloze naïviteit getuigden. `Maar de inkomensverschillen worden steeds groter’, hield de PvdA-politicus vol. `Daar kan niemand zich aan onttrekken.’
Economische groei
Bij de drie laatste stellingen liep het aantal voor- en tegenstanders minder ver uiteen. Zoals bij de stelling over de onverenigbaarheid van economische groei en duurzaamheid, die verdedigd werd door Jan Paul van Soest. Hij gelooft niet in het uitgangspunt van de Brundtland- commissie dat economische groei en duurzaamheid goed samen kunnen gaan. Economische groei leidt namelijk tot het innemen van meer ruimte en tot meer verbruik, wat ten koste gaat van ecologische rijkdom. Landen zonder economische groei kunnen zich bovendien niet de luxe permitteren om zich met duurzaamheid bezig te houden, vielen medestanders hem bij.
Moet de oplossing voor een duurzame ontwikkeling dan komen uit technologische innovaties? Of is een ingreep in de omvang van de bevolking effectiever om de wereldwijde ecologische problemen het hoofd te bieden? De deelnemers aan het debat kwamen er niet echt uit. Het komt er daarom op aan dat ieder daarin zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, vond duurzaamheidsadviseur Ingrid Plag van Nuon. `Als individu of als afzonderlijk bedrijf kunnen we wél een bijdrage leveren aan meer duurzaamheid.’
De ontwikkelingslanden moeten groeien, besloot professor J. Jansen van de TU Delft (Platform DO) het debat. `Dat is een noodzakelijke voorwaarde voor duurzaamheid.’
Windmolens
Nuon en Natuurmonumenten hebben samen een nieuwe commercial gemaakt, geïnspireerd op de oude prentenboeken van Verkade. Inleider Hans Revier van de Waddenvereniging zag in die spot meteen het bewijs voor zijn stelling dat windmolens een zegen voor het milieu zijn, maar een vloek voor het landschap. De commercial laat immers wel de oud-Hollandse windmolens zien, maar niet eigentijdse turbines. De windmolens in Wieringermeer lijken ’s nachts op knipperende discolampen, vond hij. `De plannenmakers weten vanuit randstedelijke arrogantie de effecten op het landschap telkens te bagatelliseren.’ De voorstanders van windmolens grepen de historische vergelijking van Revier aan om de weerstand tegen windmolens te relativeren. `Het is een kwestie van wennen’, vond Cees Bakker van de Nederlandse Wind Energie Associatie. Ook betoogden zij dat noodzaak voor deze vorm van energieopwekking zó hoog is, dat deze discussie achterhaald is. `Mooi of lelijk is niet aan de orde’, zei duurzaamheidsadviseur Marjolein van Leeuwen van Nuon. `Mensen die molens niet mooi vinden, vormen een kleine minderheid’, viel Annemarie Goedmakers haar bij. `Niet voor niets worden windmolens veel gebruikt in commercials.’ Logisch, vond P. van der Veen, wethouder van Achtkarspelen. `De boeren in die commercials vinden windmolens alleen mooi om het geld, dat ze eraan kunnen verdienen.’
Ontwikkelingslanden
Echte winst op het gebied van duurzaamheid valt alleen te halen in ontwikkelingslanden, verdedigde Jan Bouke Wijbrandi (directeur MVO van Novib) de laatste stelling van dit debat. Daar is wel een grote omslag voor nodig, want vanuit ecologisch perspectief is de westerse manier van leven wereldwijd onhaalbaar. De prijsstijging van grondstoffen zal overal tot spanningen leiden. `We moeten dus de spelregels voor internationale handel aanpassen. Dat komt de duurzaamheid ten goede.’ De discussie spitste zich toe op de vraag wat Nuon kan bijdragen aan duurzaamheid in ontwikkelingslanden. Volgens Peter Erich van de Raad van Bestuur is die mogelijkheid beperkt. `Onze aandeelhouders dragen Nuon op om zich als provinciaal nutsbedrijf te gedragen.’ Adviseur Johan Verburg van Novib zorgde voor een pittige afsluiting van de discussie. `Het is Nuon gelukt om mensen met fantastische oogkleppen binnen te halen bij dit debat. Want deze discussie getuigt van een zeer rigide opvatting van economische ontwikkeling. Het gaat niet om harde geldwinst maar om de mogelijkheid om mensen een lampje te laten branden, zodat ze kunnen studeren. Of om ervoor te zorgen dat ze geen uren onderweg zijn om brandhout te halen. Dáár valt echte duurzame winst te halen.’