Er gebeurt tegenwoordig veel om de gebouwde omgeving energieneutraal te krijgen. Hierbij worden bedrijventerreinen vaak nog over het hoofd gezien. Terwijl daar juist een enorm besparingspotentieel is. Gemiddeld heeft één zo’n bedrijventerrein een (directe en indirecte) CO2-uitstoot van 8,9 kton. Dit staat gelijk aan de uitstoot van 2.300 woningen. Reden voor TNO om de handschoen op te pakken.
Eind 2017 werd gestart met de verduurzaming van bedrijventerreinen. Toen werd Bedrijventerreinen Energiepositief (BE+) in het leven geroepen. Dit netwerk van diverse partijen, waaronder TNO, wil de energietransitie bij bedrijventerreinen stimuleren. De basis hierbij is een snelstartgids waarmee ondernemers op bedrijventerreinen samen heel praktische maatregelen kunnen nemen om te verduurzamen. Recent hebben TNO-experts deze inzichten opnieuw bij parkmanagers en energieadviseurs op bedrijventerreinen getoetst. Dat resulteerde in een brochure vol inzichten en praktische aanbevelingen voor beleidsmakers van met name gemeenten.
Verleiden tot verduurzaming
“Het terugbrengen van de CO2-uitstoot is van maatschappelijk belang. Voor ondernemers is er daarnaast ook veel energie en dus geld te besparen”, vertelt TNO-onderzoeker Laurie Hermans. “Er is veel winst te behalen door vrij simpele maatregelen. Parkmanagers en andere lokale aanjagers spelen hier een stimulerende rol in.” Haar collega Nicole de Koning beaamt het belang van deze aanjagers. “In onze gesprekken werd al snel duidelijk dat zij belangrijk zijn om ondernemers te verleiden tot verduurzaming. Zij vormen ook de schakel met de gemeente. Bij gemeenten gaat de aandacht doorgaans vooral uit naar aardgasvrije wijken, terwijl een duurzaam bedrijventerrein een wezenlijke bijdrage aan de klimaatdoelstellingen kan leveren.”
Brug tussen ondernemers en gemeenten
Uit de gesprekken kwam al snel naar voren wat succesfactoren zijn en welke belemmeringen er zijn. Voor ondernemers kan het bijvoorbeeld lastig zijn om de juiste mensen bij de gemeente te vinden. Ambtenaren krijgen andersom soms moeizaam voet aan de grond op een bedrijventerrein. Om dit te doorbreken is een partij die als tussenpersoon optreedt vaak essentieel. Zo’n lokale aanjager weet wat er bij de ondernemers speelt, brengt hun belangen bij gemeenten onder de aandacht en kan zo een vruchtbare samenwerking helpen opbouwen die tot verduurzaming leidt. De lokale aanjager inventariseert daarnaast de wensen en mogelijkheden van de ondernemers, onderzoekt wat potentieel succesvolle maatregelen zijn, helpt bij het opstellen van de (gezamenlijke) businesscase en geeft advies over de financiële, organisatorische en juridische kant.
Zekerheden op lange termijn
Om ondernemers te enthousiasmeren te verduurzamen is wel een langetermijnvisie van de lokale aanjager nodig. Ondernemers komen vaak namelijk pas in actie op het moment dat het voor hen relevant is. Bijvoorbeeld als hun ketel kapot gaat. In zo’n geval zouden ze contact moeten opnemen met de lokale aanjager om informatie te krijgen over een duurzame oplossing. Maar dan moeten ze hem of haar al wel kennen en natuurlijk goed advies krijgen. Essentieel hierbij is volgens Laurie Hermans dat ook gemeenten een langetermijnstrategie hebben waarop ondernemers hun plannen kunnen afstemmen. “Als zij zekerheid hebben over wat hun gemeente met de verduurzaming van bedrijventerreinen van plan is, ook budgettair, verlaagt dat de drempel hier zelf ook serieus werk van te maken.” Het is dan ook een aanbeveling aan gemeenten om in hun transitievisie naast woonwijken en de industrie ook de bedrijventerreinen een volwaardige plaats te geven. Verduurzaming van deze bedrijven kan zelfs hand in hand gaan met de aanpak van aangrenzende woonwijken.
Handen ineen slaan
Bedrijventerreinen kunnen dus een wezenlijke bijdrage aan de energietransitie leveren. Door een duurzaam bedrijventerrein te stimuleren zouden gemeenten ook op financieel gebied zekerheid moeten bieden. Bijvoorbeeld door bedrijventerreinen en hun lokale aanjager een startbudget te geven om verduurzaming serieus op te pakken. Ook zou er volgens Nicole de Koning subsidie moeten komen om energiescans te laten uitvoeren, waaraan ook ondernemers zelf financieel bijdragen. “De scans laten zien wat er concreet aan verduurzaming mogelijk is en vormen een goede basis voor gemeenten om met ondernemers de handen ineen te slaan.”