In het kader het Nederlandse IMVO-Convenant ‘Bevorderen Duurzaam Bosbeheer’ bestudeerde consultant Petra Westerlaan de IMVO-risico’s in de importketen van hout. Haar conclusie: in de acht belangrijkste landen moet nog veel veranderen. Het rapport heeft als titel ‘Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen in de waardeketen van tropisch hout’. Daarin belicht Petra Westerlaan de maatschappelijke- en milieurisico’s in de acht grootste exportlanden. Zij verschepen halffabricaten en afgewerkte houtproducten naar Nederland. Dit zijn Brazilië, China, India, Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Thailand en Vietnam. 

Door de voortgang die de afgelopen jaren is geboekt met certificering presteert de Nederlandse houtsector in vergelijking met andere sectoren goed op IMVO. Hoewel erkend moet worden dat Nederland in Europa voorop loopt in de inkoop van gecertificeerd tropisch hout, ligt het aandeel van de gecertificeerde import bij tropisch hout lager dan bij het totaal van de houtimport in Nederland (63% resp. 91%). Binnen de houtsector wordt tropisch hout aangemerkt als de sub sector waar de sociale en milieurisico’s het hoogst zijn. Bovendien hebben de internationale certificatieorganisaties voor verantwoord bosbeheer, FSC en PEFC (Forest Stewardship Council resp. Program for the Endorsement of Forest Certification) weliswaar bijna alle sociale en milieuaspecten overgenomen uit de internationale richtlijnen voor IMVO, bijvoorbeeld de OECD en de UNGPs, toch zijn deze aspecten slechts in beperkte mate gedekt in de certificatieketens (Chains of Custody, CoC’s) van beide organisaties. Bijgevolg kunnen sociale en milieurisico’s optreden in de waardeketen voor de productie en verwerking van en de handel in gecertificeerd(e) hout(producten).

Het onderzoek

In dit onderzoek is gekeken naar de maatschappelijke en milieurisico’s die gepaard gaan met de verwerking van tropisch hout in de acht belangrijkste landen die halffabricaat en afgewerkte producten van tropisch hout leveren
aan Nederland: Brazilië, China, India, Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Thailand en Vietnam. De risico’s die in deze studie aan bod zijn gekomen, hebben betrekking op: gezondheid en veiligheid op het werk (vaak aangeduid met de Engelse afkorting OSH; het gaat doorgaans om ongezonde of onveilige werkomstandigheden); mensenrechten en rechten van werknemers, in het bijzonder vrouwen; milieu, omgeving en biodiversiteit; gezondheid en veiligheid van omwonenden; bestuur en veiligheid. De methode van gegevensverzameling was een combinatie van documentenonderzoek en gestructureerde vraaggesprekken met mensen die werken in, of in hun werk veel te maken hebben met, de houtverwerkende sector in een of meer van de onderzochte landen.

Resultaten

De resultaten tonen aan dat zich in alle acht onderzochte landen sociale en milieurisico’s voordoen bij de verwerking van tropisch hout. Over het algemeen presteren grote, exportgerichte en gecertificeerde bedrijven beter op MVO, en voor deze bedrijven zijn veel van de gesignaleerde risico’s minder groot dan bij kleine, op binnenlandse markten gerichte, niet-gecertificeerde of ronduit illegale bedrijven. Dit komt onder andere omdat de certificeringen al een stuk van de IMVO risico’s ondervangen. Op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk (OSH) is er bij alle soorten bedrijven, in alle onderzochte landen, ruimte voor verbetering – in sommige gevallen véél ruimte.

Alle landen in het onderzoek scoren slecht wat betreft vrijheid van vereniging en handhaving van de rechten van werknemers op de Global Rights Index van het Internationaal Vakverbond (IVV-ITUC). In alle landen vormen lonen onder leefbaar niveau een probleem. Vaak gaan deze lage lonen ook nog eens gepaard met buitensporig lange werktijden. In alle acht landen krijgen vrouwen minder betaald dan mannen, en in de meeste landen wordt ook het ontbreken van gelijke kansen op een managementpositie voor vrouwen als risico aangemerkt.

Risico’s van waterschaarste en mensenhandel zijn zichtbaar in sommige landen, maar zijn niet verbonden met de toeleveringsketen van tropisch hout. De belangrijkste risico’s voor het milieu hebben te maken met slecht afvalbeheer, lozing van gevaarlijke chemicaliën en andere gevaarlijke stoffen, lawaai en stof. Omwonenden van houtverwerkingsbedrijven lopen het risico negatieve effecten te ondervinden van deze milieuoverlast. Voor alle acht landen in dit onderzoek werden omkoping en
corruptie als hoog risico aangemerkt. Gebrekkige wetshandhaving werd in de helft van de landen gemeld als risico.