De tekst van de brief:
Amsterdam, 1 februari 2005
Leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken
Tweede Kamer
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Geacht Kamerlid,
Met het oog op het Algemeen Overleg van de Vaste Commissie voor Economische Zaken op 10 februari a.s. over het Actieplan Internationaal Ondernemen wil het MVO Platform, bestaande uit ruim 35 maatschappelijke organisaties, het volgende aan u voor leggen.
Wij zijn zeer verontrust dat het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in het hele Actieplan Internationaal Ondernemen van 16 november 2004 niet voorkomt, terwijl juist het opstellen van dit Actieplan hét moment zou zijn geweest om MVO te integreren in de instrumenten die de overheid samen met partners in het bedrijfsleven wil inzetten voor internationaal ondernemen.
Op 26 oktober 2004, vlak vóór de publicatie van het Actieplan, liet de staatssecretaris aan de Kamer weten dat het centrale thema van de door Nederland georganiseerde Europese MVO-conferentie in Maastricht de bijdrage is van MVO aan het concurrentievermogen van Europa in een duurzame wereld. Ná de publicatie van het Actieplan zei staatssecretaris Van Gennip tijdens de MVO Conferentie dat ‘MVO van toepassing is op alle activiteiten van een onderneming, inclusief investeringen en handel over de grens’. ‘Het is tijd voor actie’ zo hield zij het publiek voor.
Hier is nogal evident sprake van incoherent beleid: MVO voor de zondag en business as usual door de week. Indien MVO niet alleen in bredere zin maatschappelijk van groot belang is maar ook relevant is voor het Europese en Nederlandse concurrentievermogen dan zou dat terug te vinden moeten zijn in het Actieplan Internationaal Ondernemen.
Een ernstige omissie in het Actieplan is ook dat elke verwijzing naar de OESO Richtlijnen voor multinationale en andere bedrijven ontbreekt. Deze richtlijnen verwoorden wat de Nederlandse overheid van bedrijven verwacht bij internationaal ondernemen. Al vaak is door achtereenvolgende regeringen, waaronder de huidige, herhaald dat de OESO Richtlijnen weliswaar vrijwillig maar niet vrijblijvend zijn en dat de regering daarom de naleving van de OESO Richtlijnen sterk wil bevorderen. Juist het Actieplan voor Internationaal Ondernemen is dan ook een zeer geëigend middel om MVO te bevorderen. De OESO Richtlijnen en de Verdagen van de Internationale Arbeidsorganisatie zouden op MVO-gebied hét normatieve kader voor het Actieplan moeten zijn.
Graag doen wij een aantal suggesties op welke wijze MVO in het Actieplan verankerd kan worden:
In de doelstellingen, taakstelling en bemensing van het publieke netwerk dat internationaal ondernemen bevorderd: de EVD, die onlangs is gefuseerd met Senter Internationaal, en nu hét agentschap is voor internationaal ondernemen, het ambassadenetwerk en deels de Kamers van Koophandel. Deze instellingen spelen een belangrijke rol bij advisering, haalbaarheidsstudies, marktonderzoek, collectieve marktbewerking etc. Juist daarbij is het van belang om MVO-risico’s en mogelijkheden in te schatten en te bevorderen dat deze worden opgenomen in bedrijfs- en/of sectorplannen. Momenteel is het publieke netwerk daar personeelsmatig niet of nauwelijks voor toegerust. Als het snel groeiende aantal internationaal opererende middelgrote en kleinere bedrijven maatschappelijk verantwoord moet gaan ondernemen, waarvoor het kabinet terecht pleit, dan heeft het publieke netwerk daarbij een zeer belangrijke taak.
In het mandaat en de activiteiten van het Dutch Trade Board waarin overheidsinstellingen met VNO-NCW, MKB Nederland, de Kamers van Koophandel, brancheorganisaties, banken en private handelsbevorderende organisaties samenwerken. Dit forum gaat ‘aanbevelingen doen aan het kabinet, maar vooral ook zorgdragen voor afstemming van activiteiten (missies voorlichtingsbijeenkomsten etc.). In 2005 staan bijvoorbeeld bedrijvenmissies gepland naar zeer belangrijke markten als China, Brazilië en Rusland. Als het kabinet MVO serieus neemt is het moeilijk voorstelbaar dat MVO daarbij geen rol speelt in voorbereiding, uitvoering en follow-up van de missies.
In het financiële buitenlandinstrumentarium. Zoals bekend worden aanvragen voor projecten getoetst aan MVO criteria. In november 2004 vond een Ronde Tafelbijeenkomst plaats met vertegenwoordigers van ministeries, de uitvoeringsorganisaties, het bedrijfsleven en de niet-gouvernementele organisaties. Er bleek een belangrijke mate overeenstemming over het idee dat de rol van MVO in het financieel buitenlandinstrumentarium versterking behoeft. Dat betreft o.m het scherper stellen van het toetsingskader, het verbeteren van de uitvoering, nader invulling geven aan het criterium corruptie en de monitoring/ auditing van projecten (onder meer door het betrekken van NGO’s ter plekke).
In het Actieplan Internationaal Ondernemen wordt aangekondigd dat er een EZ-breed onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit van het bedrijfsgerichte instrumentarium, waarvan u de resultaten in het voorjaar zult ontvangen. Ten behoeve van een blijvende en effectieve integratie van MVO in het financieel buitenlandinstrumentarium is het van groot belang dat de ideeën uit bovengenoemde Ronde Tafel in dit onderzoek worden meegenomen.
Wij hopen dat u onze suggesties bij het Algemeen Overleg op 10 februari a.s. wilt betrekken en zijn overigens graag bereid om deze nader toe te lichten.
Met vriendelijke groet,
Gerard Oonk
namens het MVO Platform Telefoon nr. 030-2321340
cc. mevrouw K. van Gennip, staatssecretaris voor Economische Zaken