René Hartman, incubator manager bij het Cimo, begeleidt sinds oktober vorig jaar starters die bij het centrum onderdak hebben gevonden. Ruim een jaar na de start zijn zeven van de negen units bij het Cimo verhuurd.
De prijs ligt onder de gemiddelde huur die aan de Amsterdamse Zuidas wordt gevraagd, maar is voor starters toch redelijk hoog. Maar daar krijg je dan ook iets voor. Naast de kantoorruimte en gebruik van vergaderruimte kan je secretariële ondersteuning krijgen en het computernetwerk gebruiken. De starters, die maximaal twee jaar bij Cimo zitten, wisselen ideeën uit bij de koffieautomaat. Én ze kunnen onbeperkt terecht bij twee fulltime begeleiders, waar Hartman er een van is.
Hartman, die zijn sporen onder meer heeft verdiend als business developer bij General Electric Plastics en Ericsson : ‘De meeste vragen gaan over de financiering. Dit zijn allemaal onderzoekers die vanuit hun onderzoekswerk bij de VU zien dat ze daarmee misschien een bedrijf kunnen beginnen. Maar veel onderzoek staan best ver van de markt af. De ontwikkeling van vaccins tegen borstkanker bijvoorbeeld, leidt pas na minstens vier jaar tot iets waar je mee naar de markt kunt. Die termijn moet je financieel overbruggen. We laten zien waar subsidies en geldschieters te vinden zijn.’
Ook kan het Cimo de kosten van inhuur van externe experts deels dragen en financieel bijspringen door het verstrekken van een ‘pre-seed’-lening van maximaal euro15.000. Hartman: ‘Het zijn zachte leningen die, als het geen succes wordt, vervallen. Het moet geen strop om de nek worden. Als het wel een succes wordt, vragen we om terugbetaling, kopen we voor dat geld een aandeel in het bedrijf.’
Het uitbouwen van Cimo, dat op 21 december officieel zijn eerste verjaardag viert, valt samen met de groeiende vraag van verschillende kanten naar kennisvalorisatie, aldus Hartman. ‘We voelen een zachte dwang vanuit het ministerie en zien het ook als onze maatschappelijke rol om de kennis van binnen de VU naar buiten te brengen. Naast door het uitreiken van bullen kun je dat doen door studenten en onderzoekers de weg naar een eigen bedrijf op te helpen.’
Daarom heeft het Cimo, een interfacultair instituut dat deels uit subsidiegeld wordt gefinancierd, op de VU vijf scouts rondlopen. Hartman: ‘De scouts, die allen ook buiten de universiteit hebben gewerkt, kunnen een brug slaan. Als ze zien dat iemand met een bepaald onderzoek bezig is, kunnen ze erop wijzen dat daar ook goed een bedrijf mee te starten is.’
Als het idee levensvatbaar is en niet strijdig met de duurzaamheidsprincipes van het Cimo, en de student of onderzoeker een ondernemer is, kan men bij Cimo zijn of haar intrek nemen.
Cimo is verbonden aan het medisch centrum, aard- en levenswetenschappen, exacte wetenschappen, economie en sociale wetenschappen, en de begeleiding is maatwerk. ‘Er zijn grote verschillen tussen het starten van een ict- en van een biotechbedrijf, en een onderzoeker heeft een ander soort advies nodig dan een student.’
Tot nu toe zijn aan twee starters leningen verstrekt, twee andere volgen waarschijnlijk later dit jaar. Hartman: ‘Je hoopt natuurlijk op een Google -succes, maar dat is zo sporadisch. Ik sta liever met twee benen op de grond. Onze incubators leveren minder geld op, maar we boeken er wel succes mee. De VU stimuleert ondernemerschap, en er blijft een band met de bedrijven. Dat leidt tot nieuwe onderzoeksopdrachten en we kunnener stagiaires kwijt.’