De chain-of-custody hebben ze inmiddels op orde. Ze weten nu hoe ze FSC-hout van het andere hout moeten scheiden bij opslag, bewerken, transport en in de boekhouding. Zodat altijd alles traceerbaar is en er geen knollen voor citroenen worden verkocht.
Het komt er nu dus op aan die systematiek verder te verbreiden onder de verschillende vestigingen van de twee grote houthandelaren. Een bijna militaire operatie. Terwijl die zich uitrolt over hun bedrijven, willen de directies ook een stap verder gaan. Door deelnemer te worden, want deelnemers verplichten zich de verdere toepassing van FSC-hout te bevorderen.
Omdat de twee concurrenten toevallig precies op hetzelfde moment toetraden als deelnemer, worden ze ook maar tegelijkertijd aan de tand gevoeld over het hoe en waarom van die stap. En dus komen algemeen directeur A. Koomen van Jongeneel en bestuursvoorzitter F. A. van Zanten van PontMeyer Groep samen bij het bedrijf van FSC-voorzitter J. Kuijper in Breukelen. Dat levert bepaald geen geitenwollensokkensetting op, voor wie nog mocht denken dat FSC een zaak is van actievoerders die zich in zelfgebreide truien vastketenen aan partijen verdacht hout.

Standaarden
Gastheer Kuijper benadrukt dat FSC Nederland een platform voor bedrijven is. De milieubeweging of NGO’s kunnen hun stem vooral laten gelden bij FSC International waar de internationale standaarden worden opgesteld. In de landenorganisaties zijn vooral bedrijven actief die van doen hebben met hout, om in onderling overleg hun eigen haalbare doelen te stellen. Uitgangspunt is dat er een meer dan gemiddelde inspanning wordt geleverd om het gebruik van FSC-hout te laten stijgen. Naarmate het aandeel FSC-hout op de markt toeneemt, wordt de lat dus steeds hoger gelegd.
In Nederland is Kuijpers bedrijf, kantoormeubelfabrikant Kinnarps, deelnemer vanaf het eerste uur, net als bouwmarkt Gamma en een handvol andere firma’s. Sinds twee weken zijn dus ook Jongeneel en PontMeyer toegetreden tot dit illustere gezelschap. Zowel van Zanten als Koomen maken duidelijk dat ze niet slechts uit ideologische gedrevenheid toetraden. Door deelnemer te worden hopen ze sneller weet te hebben van nieuwe ontwikkelingen en krijgen ze natuurlijk een stem in het kapittel.

Platform
De platform-aanpak is volgens Kuijper mede bepalend voor het succes van FSC. Want daarvan durft hij toch wel te spreken nu het aandeel FSC-hout landelijk is opgelopen tot 13 procent. Vooral het convenant met ABN Amro dat sinds dit jaar alleen nog maar FSC-hout toepast in nieuw- en verbouwprojecten, heeft de zaak in een stroomversnelling gebracht.
Koomen en Van Zanten hebben hun recente deelnemersschap inmiddels allebei omgezet in een eerste voorzichtige daad. Van Zanten heeft het recent geïmplementeerde -Green Policy Program’ meegenomen. Een blad met de tien uitgangspunten van het milieubeleid van PontMeyer. Koomen van Jongeneel heeft de drukproef van een folder met het FSC-assortiment bij zich. Daarmee gaan de verkopers straks het land in om de klanten voor te lichten over hoe het allemaal in zijn werk steekt. -Want aan het begin moet je vooral heel veel uitleggen”, is de ervaring van Koomen. -Je moet ze duidelijk maken dat je met iets echts bezig bent. Op het oog is er immers geen verschil tussen FSC-hout en ongecertificeerd hout.”
De twee topmannen benadrukken dat hun bedrijven zeker niet alleen inzetten op FSC certificering. Jongeneel heeft voor 2005 als doel gesteld dat 25 procent van het verhandelde hout duurzaam moet zijn geproduceerd; PontMeyer mikt op 40 procent in 2007. Maar naar verwachting bestaat maar eenvijfde deel daarvan uit FSC-hout. De rest bestaat voor een belangrijk deel uit Scandinavisch vuren, dat volgens Koomen al decennialang op duurzame wijze wordt verbouwd. -FSC is misschien de hoogste standaard, maar het PEFC-certificaat dat bij veel Scandinavisch zachthout wordt meegeleverd, is ook een afdoende garantie voor duurzaamheid.”

Driedeling
FSC-voorzitter Kuijper vat dat niet op als een vloek in de kerk. Hij onderscheidt een driedeling in de houtmarkt, met het illegale hout aan de onderkant van het spectrum en het perfecte FSC aan de bovenkant. -Het is duidelijk dat van de grote middenmoot daartussen het volume duurzaam hout van de toekomst afkomstig zal zijn. We moeten werken aan een toename van de bronnen en dat gebeurt gestaag. De milieubeweging wil het liefst dat dat onder de vlag van FSC gebeurt. Zij zijn beducht voor de verwarring die kan ontstaan wanneer er meerdere duurzaamheidskeurmerken in omloop komen. Sommige PEFC certificaten zijn bijvoorbeeld heel deugdelijk, terwijl andere onder de maat zijn.”
De ultieme sanctie voor deelnemers die in strijd handelen met de statuten is royement. Daarover waakt de milieubeweging die zitting heeft in de Raad van Toezicht van FSC Nederland. Tot nu toe was dat niet nodig.
Van Zanten wijst op hoe diep alles ingrijpt op de branche, hoe verstrekkend de gevolgen zijn voor de deelnemende bedrijven. -Er is de afgelopen 12 tot 18 maanden enorm veel gebeurd op het gebied van duurzaam hout bij de bedrijven en de brancheorganisatie VVNH. Cynisme is echt niet op zijn plaats.”
Kuijpers kent zelfs in de geschiedenis geen bedrijfstak waar zo’n ingrijpende verandering voltrekt. -De 13 procent marktaandeel voor FSC-hout van nu is echt iets om trots op te zijn. Het vergroten van het aanbod is ingewikkeld, maar gaat niettemin gestaag door.”

Roep om meer
Dat er vraag is naar FSC-hout hebben Koomen van Jongeneel en Van Zanten van Pontmeyer inmiddels aan den lijve ondervonden. Sterker zelfs, de verkrijgbaarheid is momenteel veruit het belangrijkste probleem. Vooral FSC-gecertificeerd hardhout is er onvoldoende. Beide houtbonzen zijn van plan grotere voorraden FSC-hout aan te leggen, om aan de vraag van klanten zoveel mogelijk te voldoen. Zelf in de bosbouw stappen zijn ze niet van plan. Dat is volgens Van Zanten een ander vak, met andere kennis en vaardigheden. Wel kunnen ze vanuit hun handelspositie druk uitoefenen op de toeleveranciers, de bosbouwbedrijven en houtverwerkers om het aanbod te vergroten. -Een houthandelaar is immers meer dan een doorgeefluik.”