‘Ik heb energiezuinige tl-lampen geïnstalleerd. En het spoelwater dat we bij de melktank en de melkinstallatie gebruiken, wordt nu opgevangen om er de ruimte waar we in werken mee schoon te spoelen.’
Vok Kay is tevreden met de resultaten van zijn deelname aan het project Duurzaam Ondernemen op het Erf (DOE). Hij betaalde euro 120 om zijn bedrijf, een veehouderij met zestig melkkoeien, door te laten lichten. Dankzij de geadviseerde maatregelen is hij nu per jaar circa euro 1000 goedkoper uit.
Sinds juli 2000 hebben ruim 330 boeren in Noord-Holland deelgenomen aan DOE. Na bezoek van adviseurs investeerden ze in totaal meer dan euro1,1 mln in milieuverbeteringen. De investeringen zullen zich in gemiddeld 2,7 jaar terugverdienen. Het project, dat deels werd gefinancierd door land- en tuinbouworganisatie WLTO, is onlangs afgerond. De bevindingen en meer dan 250 tips, gericht op veehouderijen en bedrijven met grondteelt, staan op de website www.doeproject.nl.
Vooral op het gebied van afval, en van energie- en waterbesparing is voor de Nederlandse boer veel te winnen. Tabellen met kengetallen over het gemiddeld verbruik van bijvoorbeeld energie en water, laten de agrariër zien waar bij zijn bedrijf de zwakke plekken zitten. Zo wordt er voor de melkproductie bijvoorbeeld 6,2 kWh elektriciteit per 100 kilo melk gebruikt, en kost een vleeskuiken aan energie gemiddeld 1,15 kWh per dierplaats.
Jaap Koorn, melkveehouder en tulpenkweker in Hippolytushoef: ‘Mijn watergebruik bleek bovengemiddeld. Dat is echter een bewuste keuze omdat ik mijn dieren met het oog op de gezondheid leiding- in plaats van oppervlaktewater geef.’
Koorn heeft weinig nieuwe maatregelen genomen, maar weet nu waar hij staat ten opzichte van andere boeren. ‘Belangrijk, want je maakt als boer aanzienlijke kosten in water- en energieverbruik.’
Evert Lassche, regiomanager bij WLTO: ‘Er is veel behoefte aan advies. Je bent als ondernemer heel breed bezig en de technische vooruitgang gaat snel. Een adviseur die alle ontwikkelingen bijhoudt, ziet veel meer, zeker als hij bij veel andere bedrijven komt.’
Ook vóór het bezoek van de adviseurs hield Kay, die naast agrariër ook wethouder is in Twisk en daar het milieu in zijn portefeuille heeft, zich al bezig met het milieu. ‘Als veehouder wil ik zo alert mogelijk zijn op kosten. Als wethouder staat het milieu hoog bij mij in het vaandel.’ Kay heeft dan ook al jaren een zogeheten warmtewisselaar, waarmee de warmte die vrijkomt bij het koelen van tweeënhalf liter koemelk van 37 naar 4 graden Celsius, één liter water tot 55 graden kan opwarmen. ‘Als je de vakbladen goed volgt, had je het meeste kunnen weten. Maar het is nuttig om alles eens op een rij te zetten en de rekensom op je eigen bedrijf los te laten’, aldus Kay.
Naast de tips en de tabellen, staat er een preventie-actieplan op de website. Hier geeft de bezoeker zelf aan op welke deelgebieden hij of zij zaken wil verbeteren. De site laat zien welke milieumaatregelen genomen kunnen worden die tegelijk de efficiency verhogen.
Kay: ‘De website werkt, denk ik, vooral voor de jongere generatie. De oudere blijft behoefte hebben aan rechtstreeks contact.’
Mogelijk kan dat binnenkort. Het resultaat van een haalbaarheidsonderzoek naar een centraal ‘DOE-loket’ voor agrariërs, wordt dit najaar verwacht.