Nee, zeggen de reclamemakers in hun eigen advertentie, ’transparantie staat voor het serieus nemen van al je stakeholders. Oftewel weten tegen wie je wat zeggen wilt. Als je dat weet, kun als onderneming open zijn. In je bedrijfsvoering en dus in je communicatie. Om vragen helder te beantwoorden en, beter nog, te voorkomen dat er vragen gesteld hoeven te worden.’ Wat een mist wordt hier opgetrokken onder het mom van het uiterst modieuze transparantievirus. Ik ben een beetje klaar met de transparantiemode. Alles, maar dan ook alles, in en rond een onderneming moet voor iedereen toegankelijk, helder en duidelijk zijn. Dat is zogenaamd transparant. De wal zal het schip wel keren. De bij voortduring met haar ziel en zaligheid te koop lopende onderneming schiet haar doel voorbij. Dat leidt tot irrelevantie van transparantie.

Het is een begrip dat net zo aan inflatie onderhevig is als maatschappelijk verantwoord ondernemen en de wartaal waarmee dit in deze advertentie nog eens wordt aangeprezen onderstreept dit. Neem transparantie op in je missie en zeg dat je het goed voor hebt met mens en maatschappij en succes lijkt verzekerd. Mij lijkt het onzin. Communicatieadviseurs moeten beter weten.

Ondernemingen zijn overal voor verantwoordelijk. Overheden hebben tot in het bizarre detail vastgelegd welke administratieve verplichtingen er zijn, waaraan gedragscodes moeten voldoen, hoe duurzaamheidverslaglegging eruitziet en hoe je maatschappelijk engagement administreert. We zijn echt gek geworden en verklaren bovendien onze eigen medewerkers en klanten volstrekt naïef of ten minste onbekwaam. Die hebben hun ogen en oren toch niet in hun zak zitten?

Nee, transparantie is een functie van vertrouwen, en wel drieledig. Allereerst het vertrouwen dat ondernemingen/ondernemers in zichzelf hebben. Dat is allesbepalend. Vervolgens het vertrouwen dat ondernemingen hun omgeving geven. Dat is de manier waarop je fatsoenlijk met je stakeholders omgaat. Op die manier mogen alle vragen gesteld worden. Je hebt dan immers ook een antwoord. Pas als je vertrouwen hebt in je eigen organisatie en de kracht om je omgeving vertrouwen te geven, kun je aanspraak maken op vertrouwen dat je van diezelfde omgeving kan krijgen. Daarin schuilt de ‘license to operate’, waarvan velen denken dat je die afdwingt door te knielen voor de farce van transparantie.

Maak het dus niet mooier dan het is. Media, consumenten of anonieme aandeelhouders die diezelfde informatie krijgen als de ondernemingsleiding weten zich geen raad met deze datalawines. Blijf liever eerlijk, weet wat je wel en niet wilt delen en houdt de dialoog gaande. Dat is een veel vitalere vorm van verantwoordelijkheidsbesef dan het koketteren met transparantie.

Leendert Bikker is oprichter van Branson & Guevara, werkplaats voor vernieuwing, verbeelding en versnelling in Rotterdam