Met betrekking tot de stand van zaken zoals ik die heb verwoord in mijn brief van
21 januari 2004, met kenmerk DDE-0026a/2004 kan ik u berichten dat op een aantal terreinen belangrijke voortgang is geboekt.
Na afloop van de vergadering van de raad van bestuur van de Internationale Koffie Organisatie, de ICO Raad, in mei jl. gaf de onderhandelingsdelegatie van de Verenigde Staten aan te willen streven naar hernieuwde toetreding van de VS tot de ICO per 1 oktober a.s. Er moet op een aantal punten nog overeenstemming worden bereikt, zoals over de stemverhoudingen binnen de Raad. Daarbij speelt dat de VS er moeite mee heeft dat de Europese Commissie optreedt namens alle lidstaten, terwijl een aantal van deze lidstaten (nog) geen lid is van de ICO of de in 2001 herziene Internationale Koffie Overeenkomst nog niet heeft geratificeerd. Echte problemen worden echter niet meer voorzien.
De voortgang in de onderhandelingen ging overigens niet zonder slag of stoot. De VS had onoverkomelijke bezwaren tegen ICO Raadsbesluit 407, dat de leden verplicht stelt koffie van inferieure kwaliteit van de markt te weren. Men beschouwt dit als ontoelaatbare marktregulering, waarmee de consument ten onrechte de vrijheid wordt ontnomen om voor koffie van lage kwaliteit met een doorgaans navenant lage prijs te kiezen. De Europese Commissie en andere partijen hebben geprobeerd de VS ervan te overtuigen dat de maatregelen noodzakelijk waren in het belang van de koffiesector als geheel, maar zonder succes. Om aan de Amerikaanse bezwaren tegemoet te komen zijn afspraken vastgelegd in een nieuw ICO Raadsbesluit, nummer 420, dat in feite ICO Raadsbesluit 407 vervangt. Het begrip ‘inferieure koffie’ is komen te vervallen en in plaats daarvan zijn streefnormen geformuleerd met bijbehorende kwaliteitsaanduidingen. Voorheen ‘inferieur’ genoemde koffie krijgt nu de kwaliteitsaanduiding XD, XM of XMD, al naar gelang de koffie negatief afwijkt van de streefnormen voor het gehalte aan defecten, de vochtigheidsgraad of allebei. Koffie die wel aan de streefnormen voldoet krijgt de kwaliteitsaanduiding S. Het in ICO Raadsbesluit 407 vastgelegde verbod op export van inferieure koffie is hiermee opgeheven. In plaats daarvan worden partijen aangemoedigd bovengenoemde kwaliteitsaanduidingen te gebruiken in de verschepingsdocumenten (het ICO Certificaat van Oorsprong). Daarbij wordt het vrijwillige karakter van de regeling overigens onderstreept. De leden worden uitgenodigd om misbruik van de kwaliteitsaanduidingen te melden, maar minder dwingend dan onder Raadbesluit 407 het geval was. Iets vergelijkbaars geldt voor de controle op naleving van de gemaakte afspraken. De inspanningsverplichting met betrekking tot controle die gold voor importerende leden is vervangen door een voor alle partijen geldende inspanningsverplichting om de programmadoelstellingen zo goed mogelijk te steunen. In de praktijk was overigens effectieve controle op de uitvoering van ICO Raadsbesluit 407 niet haalbaar gebleken, met name vanwege de grote vraag naar goedkope koffie van lagere kwaliteit in niet bij de ICO aangesloten landen, onder andere in Oost-Europa.
De ontwikkeling van een internationale gedragscode voor de koffiesector maakt goede voortgang. Het door de Duitse koffie-industrie en de Duitse overheid geïnitieerde CCCC-project (Code of Conduct for the Coffee Community), waarin handel, industrie, de producenten en maatschappelijke organisaties samenwerken, zal naar verwachting conform de planning eind 2004 worden afgerond met een door alle partijen onderschreven gedragscode. Essentieel aspect is dat alle partijen het eens zijn over een nieuwe definitie van kwaliteit, die niet slechts gebaseerd is op smaak, zoals nu nog gebruikelijk, maar ook sociale en ecologische duurzaamheid omvat. Dit betreft dan niet slechts speciale koffie-variëteiten, zoals organische koffie of gourmet koffiesoorten uit speciale streken, maar de normale koffiemarkt, met de hoofdstromen van de koffiehandel. Men werkt thans aan de formulering van concrete criteria voor sociale en ecologische duurzaamheid die in de gedragscode als minimumvereisten gaan gelden. Het aspect van de economische duurzaamheid ligt moeilijker, met name waar het gaat om gegarandeerde minimumprijzen of inkomenspremies voor de koffieproducenten. Het ziet ernaar uit dat de regelgeving met betrekking tot de economische mededinging, in de EU maar zeker ook de VS, dergelijke prijsafspraken niet toelaten. Voorts zou dan ook een oplossing moeten worden gevonden voor het risico dat prijzen hoger dan de marktprijs structurele overcapaciteit in stand kunnen houden. Al met al is niet te verwachten dat de gedragscode op dit vlak tot echte normstelling zal komen.
Inmiddels is het CCCC-projectteam besprekingen begonnen met de Internationale Koffie Organisatie (ICO) met als doel adoptie van de gedragscode door de ICO. Ik heb goede hoop dat dit zal lukken en dat de code met een gezaghebbende ICO-status kan uitgroeien tot een effectief instrument.
Tenslotte maak ik graag nog melding van de door de Europese Commissie in februari jl. uitgebrachte Mededeling getiteld ‘Ketens van landbouwbasisproducten, afhankelijkheid en armoede; een voorstel voor een EU-actieplan’, die op 27 april jl. door de RAZEB werd bekrachtigd. Ook in dit actieplan wordt het belang onderstreept van maatschappelijk verantwoord ondernemen voor duurzame productie van agrarische grondstoffen zoals koffie, en als belangrijk element daarvan in aanvulling op wetgeving ook vrijwillige gedragscodes voor grondstoffenketens. Op dit vlak wil de Europese Commissie samen met de lidstaten werken aan de bevordering van de effectiviteit van gedragscodes, verdere bewustmaking van consumenten en het zekerstellen dat de voordelen van maatschappelijk verantwoord ondernemen en gedragscodes ook terecht komen bij de producenten. Als element van dit laatste beoogt het actieplan steun te bieden aan producerende landen voor capaciteitsversterking om te kunnen voldoen aan de eisen die de gedragscodes stellen en daar ook optimaal gebruik van te maken. Ik steun deze plannen van harte.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven