Het kabinet omarmt het advies van de SER en kiest voor een verantwoorde inzet van biogrondstoffen. Biogrondstoffen zijn nodig om de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie te maken. Uitgangspunt daarbij is de hoogwaardige inzet van duurzame biogrondstoffen; toekomstbestendig en beter voor de planeet. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat en minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat het duurzaamheidskader biogrondstoffen vastgesteld. Met daarin een concrete uitvoeringsagenda, onder andere om laagwaardige toepassingen van biogrondstof af te bouwen, en hoogwaardige toepassingen te stimuleren.
Oog voor luchtkwaliteit en investeringszekerheid
Het kabinet deelt de zorgen in de samenleving over luchtkwaliteit en duurzaamheid die er met name zijn rond de inzet van houtige biogrondstoffen en onderneemt hierop actie. Zo komen er voor biomassacentrales in de wijken strengere eisen aan onder meer uitstoot. Met het duurzaamheidskader wil het kabinet duidelijkheid bieden voor de komende jaren. Dat geeft zekerheid, ook voor bedrijven die willen investeren en dat is belangrijk voor onze economie.
Verantwoorde inzet: opbouw, ombouw, afbouw
De SER adviseert het beleid rond toepassing van biogrondstoffen te verdelen in de categorieën opbouw, ombouw en afbouw. Het kabinet is van mening dat deze nieuwe indeling helpt bij zorgvuldige inzet van biogrondstoffen, en neemt deze dus over.
Concreet betekent dit dat het kabinet inzet op opbouw van hoogwaardige toepassingen, bijvoorbeeld het gebruik van biogrondstoffen in de chemie, om olie en aardgas te vervangen bij de productie van plastic. Ook in de bouw zijn allerhande mogelijkheden, denk aan groen asfalt en versterkt beton. De markt krijgt ondersteuning om deze meer te gaan gebruiken. Ook pleit Nederland in Europa voor de verplichte inzet van recyclebare bioplastics.
Verder stimuleert het kabinet de inzet van biogrondstoffen voor sectoren waar verduurzaming van groot belang is, maar elektrificatie nog ver weg: ombouw. In die sectoren zijn duurzame biogrondstoffen komende decennia een belangrijk deel van de oplossing. Voor onder meer zwaar wegtransport werkt het kabinet aan een regeling die de markt ondersteunt bij de transitie naar inzet van geavanceerde biobrandstoffen. Daarvoor is 200 miljoen euro beschikbaar. Voor scheepvaart en luchtvaart zet het kabinet voornamelijk in op internationale afspraken.
Voor laagwaardige toepassingen, waar betaalbare alternatieven beschikbaar zijn of zullen komen, zet het kabinet in op afbouw. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van biogrondstoffen voor basislast warmte in warmtenetten en elektriciteit. Het kabinet wil daar zo snel als dat haalbaar en betaalbaar mogelijk is van af. Voor productie van uitsluitend elektriciteit worden al geen subsidies meer afgegeven. Voor de productie van warmte voor de gebouwde omgeving en de glastuinbouw uit houtige biomassa gaat dit ook gebeuren. Wanneer dit precies gebeurt, bepaalt het kabinet voor het eind van het jaar. Het PBL is gevraagd hier advies over uit te brengen.
Klimaatneutrale en circulaire economie
Het kabinet wil dat mensen in Nederland nu en in de toekomst fijn en in welvaart kunnen leven. Daarom wil het kabinet in 2030 49% CO-uitstoot terugdringen en in 2050 volledige klimaatneutraal en circulair zijn. Eerder stelde de ministerraad het klimaatakkoord en het uitvoeringsprogramma circulaire economie vast. Met dit duurzaamheidskader biogrondstoffen zet Nederland een volgende stap op weg naar het realiseren van een klimaatneutrale en circulaire economie.