Het congres werd voor de vijfde keer gehouden en liet -door markt en overheid gedwongen- weinig duurzame innovatie zien. Het programma van de organisatoren, adviesbureau DHV en het
Centrum voor Kennis Communicatie, bleek veel beter dan vorig jaar. EZ-minister Brinkhorst moest echter wegens prangende kamervragen over financiële steun aan de scheepsbouw &aken. Zijn plaatsvervanger Roe1 Nieuwenkamp, directeur ondernemerschap en financieel ondernemingsklimaat bij EZ, nam gelukkig een groot deel van zijn speech over.
“Economische Zaken wil vooral inzetten op de transitie naar een duurzame energievoorziening en koppeling van duurzaamheid aan innovatie”, sprak hij. “Ook zien we graag de invalshoek van Shell -maatschappelijk verantwoord ondernemen als onderdeel van een goede langetermijnstrategie bij andere bedrijven terugkeren.” Het meest aansprekende onderdeel vond ’s ochtends plaats. De organisatie was erin geslaagd ondernemer Ray Anderson uit Atlanta (VS) te laten verschijnen, de voormalige president van Interface, de onderneming die als wereldmarktleider in vloerbedekkingen bekend staat. Anderson toonde op overtuigende wijze aan dat het sluiten van kringlopen ’the better way to profit’ is. “Geen enkel bedrijf, geen enkel product is echt duurzaam”, zo wees hij iedereen terecht. Volgens hem heeft Interface de economische recessie uitsluitend overleefd door veel beter ontworpen producten, besparingen op energie en water (bijna eenderde sinds 1994) en het geloof van haar klanten. “Wat is de bedrijfskundige argumentatie om ons water, onze lucht en onze grond te vervuilen? Dat heb ik nooit van sceptici gehoord. Volgens ons heeft de emissieloze onderneming de toekomst.”

De winst van het vijfde sustainability congres zat niet zozeer in het nieuws. Zo waren de uitkomsten van het DHV onderzoek naar ‘basis en grenzen van MVO’ bij besturen van twintig grote bedrijven maar weinig verrassend (de invloed van bedrijven op MV0 hangt af van hun maatschappelijke effecten, de keuzevrijheid van de consument, de politiek en de kennispositie van bedrijven). De winst school eerder in het leggen van netwerken en de visie voor een gezonde, emissieloze onderneming die Ray Anderson ten toon spreidde. Want waar blijft nu toch duurzame innovatie bij de overheid en het Nederlandse bedrijfsleven? Juist die partijen moeten een sprong maken. Wellicht kan het volgende sustainability congres ons dat laten zien.

Tseard Zoethout