De motie bestaat uit drie onderdelen waarop ik hieronder zal ingaan.
a. Steun te verlenen aan de implementatie van het Coffee Quality Improvement Programme van de ICO door de Europese Commissie te verzoeken via onafhankelijke controle de kwaliteit van de in de Europese Unie ingevoerde koffiebonen te monitoren en hieruit voortkomende gegevens beschikbaar te stellen aan de ICO
In Europees verband is door de Europese Commissie in overleg met de European Coffee Federation (ECF) afgesproken dat de ECF zelf de kwaliteit van de import-koffie controleert en toetst aan de door de International Coffee Organisation (ICO) vastgestelde kwaliteitsnormen. De ECF is gehouden de resultaten van deze kwaliteitsmonitoring aan de Commissie te rapporteren. Deze aanpak beoogt te bewerkstelligen dat de betrokken partijen zich meer bewust worden van de kwaliteitsaspecten van koffie en uit eigen belang meer aandacht gaan besteden aan de kwaliteit van de in de Europese Unie binnenkomende koffie. Overigens is er geen titel om tot Europese wet- of regelgeving over te gaan aangezien de kwaliteitsaspecten
waar het hier om gaat geen gezondheids- of milieurisico’s betreffen.
b. Bilateraal en in EU-verband bij de Verenigde Staten aan te dringen op herintreding in de ICO
Van belang is dat op koffiegebied één Europees beleid wordt gevoerd en
de Europese Commissie als uitvloeisel daarvan, de exclusieve competentie heeft ten aanzien van de ICO. Als lid van de ICO treedt de Commissie daar op mede namens alle lidstaten. In het verlengde hiervan is het ook de Commissie die de Verenigde Staten heeft aangespoord herintreding te overwegen. De Commissie heeft naast mondelinge contacten ter zake de Amerikaanse autoriteiten per brief aangespoord om
tot herintreding over te gaan. Dit verzoek is nog in beraad; de Amerikanen zouden vooral aarzelen omdat men beducht is voor te veel bureaucratische rompslomp. Overigens is het Amerikaans bedrijfsleven wel actief betrokken bij ICO, waar zij duidelijk hun stem laten horen in de Private Sector Advisory Board.
c. Een pro actieve rol in te nemen, teneinde in het kader van maatschappelijk
verantwoord ondernemen transparante en onafhankelijk geverifieerde
gedragscodes binnen de koffie-industrie te bewerkstelligen die
ten minste naleving van de ILOen VN-verdragen en nationale wetgeving
in acht nemen, een nadrukkelijk commitment bevatten om prijzen
te betalen die tegemoetkomen aan sociale behoeften en milieu-eisen,
en worden geïmplementeerd in samenwerking met stakeholders.
Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en gedragscodes binnen de
koffie-industrie, is sprake van een positief ontwikkelingsproces, dat ik
waar mogelijk stimuleer. Met de introductie van Utz Kapeh bij Albert Heijn eerder dit jaar, is na het pionierswerk van Max Havelaar een volgende fase ingegaan in het proces naar maatschappelijk verantwoorde koffieconsumptie in Nederland. Nu
wordt immers beoogd een substantieel deel van de Nederlandse markt af
te dekken door koffie waarvan de herkomst traceerbaar is, de productie
verantwoord plaats vindt en de boer een redelijke prijs krijgt. De Utz
Kapeh campagne zal, naar ik hoop en verwacht, een grotere bewustwording
bij de consument met zich meebrengen die hopelijk ook andere
koffiebranders over hun aarzelingen heen zal helpen en zo het marktaandeel
van verantwoorde koffie verder kan vergroten.
Van belang is, en dat is naar mijn mening ook de kracht ervan, dat het
proces volledig getrokken wordt door maatschappelijke groeperingen en
het particuliere bedrijfsleven. De overheid speelt hier slechts een
bescheiden stimulerende rol en dat is in deze context de juiste rol.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven