Wat mij het eerste opviel in Nederland, toen ik in 2009 vanuit Colombia hier arriveerde om m’n grote liefde achterna te gaan? Niet de molens. Ook niet het keurig geordend rijdende verkeer, wat ‘thuis’ in Bogota weleens anders is. Nee, wat mij gek genoeg het meest is bijgebleven zijn de appels in de supermarkten. Allemaal hetzelfde! Stomverbaasd was ik. Het leken wel nep-appels. Hoe anders was dat in een Colombiaanse supermarkt. Grote appels, kleine appels, appeltjes met een bruin plekje of een butsje lagen daar door elkaar.
Wat is het dan toepasselijk dat ik elf jaar later bij Yex met een project bezig ben dat daar heel veel mee te maken heeft: voedselverspilling. Die appeltjes in de supermarkt liggen er zo mooi bij – weet ik nu – omdat wij als consumenten heel hoge esthetische eisen stellen. Natuurlijk is en blijft kwaliteit enorm belangrijk, maar af en toe slaan we door. Gelukkig zijn we ons er steeds meer van bewust dat een passievrucht met een butsje ook lekker kan smaken, en smaak is ook kwaliteit. Supermarkten luisteren nauw naar wat consumenten willen, dus zien we steeds meer variëteit in vorm, grootte en kleur in de schappen.
Als Quality and Sustainability Manager kijk ik naar de hele keten van teler naar consument. Vanaf het moment dat een avocado uit de boom gehaald is, kan je die kwaliteit niet meer verbeteren maar alleen behouden. Hoe beter de kwaliteit, hoe minder verspilling. Daarom zet ik me in voor hogere kwaliteit en lagere verspilling, zo vroeg mogelijk in de keten. Het liefst al bij de teler. Er is nu natuurlijk nog verspilling die niet te voorkomen is. We zijn daarom actief in de stichting Samen Tegen Voedselverspilling. We zoeken ook samenwerking met andere organisaties om onze resten te herwaarderen. Mijn ideaal is dat onze ketens circulair zijn zodat er niks van waarde verloren gaat.
Nog belangrijker zijn de mensen die de ketens draaiende houden. De meeste boeren willen duurzaam telen. Maar het begint met eerlijke prijzen voor hun producten, zodat ze de middelen hebben om te investeren in bétere productiemethoden. Door constant in contact met onze leveranciers te zijn, leer ik ze goed kennen en hoor ik waar ze tegenaan lopen. Bij het inkopen van onze producten wil ik dat het over meer gaat dan alleen prijs en kwaliteit. Ik wil ook weten wat hun werkomstandigheden zijn, of ze toegang hebben tot schoon water. Wat de impact van de productie op hun omgeving en gemeenschap is. Samen met hen stappen maken geeft mij energie.
Je hoort regelmatig de discussie over lokaal versus wereldhandel. Ons fruit en onze groente zijn exotisch en komen dus vaak van ver weg. Deze handel zit vol met interessante paradoxen. Tropisch fruit uit Zuid-Amerika groeit meestal onder een klimaat dat de efficiëntie van productie bevordert: genoeg zon en water. Als wij hetzelfde fruit lokaal zouden telen, zou dat zorgen voor meer gebruik van meststof, water, pesticiden en kasinfrastructuur. Exotisch fruit is een genot voor de zintuigen en zit vol vitamines, mineralen, vezels en andere gezonde voedingsstoffen. Maar wat voor mij zwaarder weegt is dat wij hiermee de economische groei van veel boerenfamilies kunnen steunen. We kunnen positief bijdragen aan de transformatie van ons globale voedselsysteem.
We gaan die grote vragen zeker niet uit de weg. Duurzaamheid is voor ons geen ver-van-ons-bed-show, ook al komen producten wel van ver weg. Nee, we willen bekend staan als leverancier van een verrassend exotisch assortiment. Maar ook als een leverancier met oog voor de mensen en ecosystemen die onze producten mogelijk maken. Zonder concessies.
Carolina Arias Bustos, Quality and Sustainability Manager bij Yex
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Yex