Dat is de uitkomst van een bijeenkomst vorige maand in Hyderabad, hoofdstad van de Indiase deelstaat Andhra Pradesh. Naast Unilever, Advanta en de MV Foundation (MVF) waren ook de zaadmultinationals Monsanto, Syngenta, Bayer en Emergent Genetics vertegenwoordigd, evenals enkele grote Indiase zaadbedrijven. Op 13 september nam de Indiase -Association of Seed Industry’, waarvan de betrokken bedrijven zijn aangesloten, een resolutie aan waarin zij aankondigt actief te gaan te gaan optreden tegen kinderarbeid in de katoenzaadproductie.
Ruim vijf maanden geleden publiceerde de Landelijke India Werkgroep een rapport van Dr.Venkateswarlu waaruit bleek dat bijna 250.000 kinderen, vooral meisjes, twaalf tot dertien uur per dag werken in de katoenzaadteelt. Deze kinderen werken onder meer bij boeren die produceren voor multinationale zaadbedrijven. Zij staan tijdens hun werk bloot aan giftige pesticiden. Bijna een derde van de kindarbeiders zijn schuldslaven. Zij worden via betaling vooraf gecontracteerd en wonen bij boeren buiten hun eigen dorp die onbeperkt van hun arbeid gebruik kunnen maken. Negen van de tien arbeiders in deze bedrijfstak zijn kinderen. Volwassenen worden actief geweerd omdat ze duurder zijn en langzamer werken.
Volgens Dr. Shantha Sinha, voorzitter van de MV Foundation , erkennen de zaadbedrijven nu dat er kinderen werken bij de boeren waaraan zij de productie van katoenzaad hebben uitbesteed. Aan de Global Ethics Monitor (GEM) liet ze weten: -de bedrijven zijn het er voor het eerst over eens dat ze verantwoordelijk zijn en dat is grote winst’.
De woordvoerders Mr. Paswan Malik en Mrs. Ranjana Smetaceck van respectievelijk Syngenta en Monsanto bevestigden tegenover GEM dat ze verantwoordelijk zijn voor de uitbesteding van de productie.
Unilever en haar Indiase dochteronderneming Hindustan Lever (HLL) hebben tot nu toe ontkend dat zij op enige wijze betrokken zijn bij kinderarbeid in de katoenzaadteelt. Volgens Unilever heeft HLL zich er, door contractuele bepalingen en regelmatige controles, steeds van verzekerd dat haar leveranciers geen gebruik maken van kinderarbeid.
Evenals Hindustan Lever was ook het Zeeuwse bedrijf Advanta vertegenwoordigd tijdens de bijeenkomst met andere zaadbedrijven en de MV Foundation. Advanta liet eerder weten dat zij niet konden uitsluiten dat ook kinderen meewerkten tijdens de seizoensdrukte. In de contracten met boeren is opgenomen dat zij zich aan de (kinderarbeidwet) moeten houden, maar – meldde Advanta – het is onmogelijk te controleren wat er op hun bedrijfjes gebeurt.
Tijdens de bijeenkomst in Hyberabad is afgesproken dat er een werkgroep van alle bedrijven wordt gevormd die een controlesysteem gaat opzetten om kinderarbeid te bestrijden. De bedrijven geven de MV Foundation een lijst met betrokken boeren zodat externe controle mogelijk is via de kinderrechtencomités die MVF in honderden dorpen heeft opgezet. MVF bereidt de werkende kinderen voor op deelname aan fulltime openbaar onderwijs. De afgelopen 12 jaar heeft MVF circa 250.000 kinderen van werk naar school weten te krijgen.
In maart 2004 komen de zaadbedrijven en de MV Foundation opnieuw bijeen om de voortgang van activiteiten tegen kinderarbeid in de katoenzaadteelt te bespreken. Volgens een woordvoerder van Monsanto is deze vorm van kinderarbeid dan al zo goed als verdwenen.
De Landelijke India Werkgroep, Amnesty International, FNV Mondiaal en Novib zullen het komende halfjaar de initiatieven van de katoenzaadbedrijven met grote interesse kritisch blijven volgen.