Nederland profiteert als het sneller om zou schakelen naar duurzame, lokale teeltmethoden, kortere aanvoerketens, en een meer plantaardig eetpatroon waarin groenten en peulvruchten uit het seizoen de hoofdrol spelen. Dit nieuwe ‘Groene Normaal’ kan echter alleen tot stand komen als zowel telers, producenten, retailers en consumenten hun aandeel leveren. Dat zegt topman Timo Hoogeboom van groentefabrikant HAK in het eerste Maatschappelijk Impact Rapport (MIR) van HAK, dat minister Schouten vandaag in ontvangst neemt.
De systeemverandering waar Hoogeboom voor pleit moet een serieuze impact gaan hebben op twee terreinen, gezondheid & consumptie en teelt & productie. “Deze staan ook centraal in het Maatschappelijk Impact Rapport over 2019. De urgentie van gezondheid & consumptie is overduidelijk. We eten niet gezond genoeg, we eten ondanks jarenlange voedselvoorlichting systematisch te weinig groenten, we halen ons voedsel vaak onnodig van te ver weg en we betalen er te weinig voor. Het systeem moet daarom op de schop. Omdat het niet houdbaar is op lange termijn”, stelt Hoogeboom.
Ook op de issues teelt & productie is verandering volgens de topman noodzakelijk. Hoogeboom: “De teler van nu heeft een onhoudbaar verdienmodel. De rendementen worden steeds lager. Nog meer telen tegen lage prijzen voor een internationale afzetmarkt is geen duurzame oplossing – niet voor de teler, niet voor de consument en niet voor de planeet. Wat dan wel? Een betere prijs voor lokale duurzame gecertificeerde kringlooplandbouw. Met minder milieu impact waarbij de consument een beter product en de teler een betere prijs krijgt. Dat zou toch moeten lukken? We hebben het immers niet over euro’s, maar over centen.”
Ambitieuze duurzaamheidsagenda
HAK investeerde afgelopen jaren veel geld in productinnovatie gericht op het verhogen van de groente-en peulvruchtenconsumptie met o.a. de succesvolle introductie van stazakken met bonen, bonenschotels en groenteschotels. Daarnaast werden productverbeteringen doorgevoerd en nieuwe producten met minder of zonder zout en suiker op de markt gebracht. Ook kwam er een ambitieuze agenda om medio volgend jaar alle groenten en peulvruchten van Nederlandse bodem On the way to PlanetProof duurzaam gecertificeerd te krijgen én om telers daarvoor ook extra financieel te compenseren. Dit label (voorheen Milieukeur) is een onafhankelijk duurzaamheidskeurmerk en wordt alleen toegekend aan telers en producenten die aan 36 bovenwettelijke vereisten kunnen voldoen. HAK is daarnaast ook een fervent pleitbezorger van de introductie van het nieuwe voedselkeuzelogo Nutri-Score, een onafhankelijk en wetenschappelijk onderbouwd voedselkeuzelogo dat consumenten bewezen helpt gezondere keuzes te maken bij het boodschappen doen en de groenteconsumptie stimuleert. Het bedrijf startte vorig jaar als eerste Nederlandse bedrijf met het logo op haar assortiment.
“Onze duurzaamheidsagenda verwoord in het maatschappelijk impact rapport (MIR) is echt onze stip op de horizon, maar we kunnen het niet alleen. Er is een structurele verandering nodig van onze voedselketen, en dat kan alleen als iedereen zijn rol daarin pakt en voorbij de horizon kijkt van zijn eigen kortetermijnbelangen”, aldus de topman. “Het MIR moet dus niet alleen gelezen worden als een verantwoording van onze duurzaamheidsinspanningen, maar ook als een ambitiedocument én oproep aan alle spelers in de keten voor verdere samenwerking. Voor ons is het een belangrijk onderdeel van de reis die we aan het maken zijn, van een conservenbedrijf naar een gezond, duurzaam en plantaardig voedingsbedrijf. We hebben al grote stappen gezet, maar er is nog veel werk aan de winkel.”
Het Groene Normaal
Dat het voedselsysteem structureel moet veranderen voor de gezondheid van mensen, de houdbaarheid van onze planeet en om telers blijvend te helpen om duurzamer te kunnen telen, is voor HAK reden om ook de retail partners en de consumenten op te roepen een bijdrage te leveren aan wat het bedrijf aanduidt als ‘Het Groene Normaal’.
Hoogeboom: “Wij denken dat het mogelijk moet zijn consumenten te helpen en te inspireren om vaker plantaardige eiwitten zoals groenten en peulvruchten op het menu te zetten. En om vaker te kiezen voor lokaal geteelde groenten en peulvruchten uit het seizoen, in plaats van geïmporteerde groenten van ver weg. Een dergelijk eetpatroon is niet alleen gezonder, het is ook veel minder belastend voor de planeet. Om dit alles te laten werken is het belangrijk dat de teler gecompenseerd wordt voor zijn duurzame inspanningen. En om het pleidooi kracht bij te zetten hier samen met alle ketenspelers de schouders onder te zetten, plaatsen we dit weekend een paginagrote oproep in diverse dagbladen om ‘Het ‘Groene Normaal’ samen te realiseren.”
Daarbij heeft de voedselvoorlichting de afgelopen decennia, zo schetst Hoogeboom, niet geleid tot een hogere groenteconsumptie. “We zouden de voedselkeuzes van consumenten meer moeten beïnvloeden vanuit de gedragspsychologie dan een idealistisch voedingskundig plaatje voorhouden dat in de dagelijkse praktijk van een gemiddeld huishouden niet haalbaar is.”
HAK wil ten aanzien daarvan de komende jaren nog meer samen met de supermarkten gaan optrekken, aangezien zij dagelijks veel invloed hebben op de keuzes die door consumenten op de winkelvloer worden gemaakt. Hoogeboom: “Als je wil dat consumenten kiezen voor een meer plantaardig dagelijks eetpatroon met meer groenten en peulvruchten, dan kunnen we het aanbod hiervan op de winkelvoer nog toegankelijker, makkelijker en inspirerender maken.”
Het Maatschappelijk Impact Rapport (MIR) 2019
Het MIR vervangt het voorgaande duurzaamheidsbeleid van de fabrikant omdat daarin volgens Hoogeboom nog teveel de nadruk lag op de ‘klassieke’ duurzaamheidseffecten zoals energie- en waterbesparing bij productie, verpakkingen en duurzamer transport. Hoewel die aspecten zeker nog steeds belangrijk zijn en ook in het MIR een plek hebben gekregen, is HAK er inmiddels van overtuigd dat het samen met de partners in de keten nog veel meer impact kan maken helemaal aan het begin van de voedingsketen (door de bevordering van lokale duurzame kringlooplandbouw) en aan het einde daarvan (door de stimulering van de groenteconsumptie). “Dit zijn echt de gebieden waar de hoogste maatschappelijke urgentie zit”, besluit Hoogeboom.