Recent heeft het LTO blad ‘Nieuwe Oogst’ een lezersonderzoek gehouden met de vraag wat boeren en tuinders vinden van On the way to PlanetProof. Daaruit kwam naar voren dat een groot aantal wilde stoppen met het keurmerk omdat er voor duurzamer product geen meerprijs wordt geboden. Inmiddels zijn er kamervragen gesteld door de CDA-Kamerleden Maurits von Martels en Jaco Geurts aan minister Carola Schouten. Naar aanleiding van de publicatie schreef Stefanie de Kool – Programma Manager plantaardige agroketens bij SMK – een reactie.
Tekst reactie:
Interessante podcast over On the way to PlanetProof certificering. De geïnterviewde telers leggen helder en duidelijk uit waarom ze ontevreden zijn. Zij benadrukken dat de certificering voor hen niet haalbaar is als er niets tegenover staat. Daar zijn we het vanuit SMK zeer mee eens.
Er zijn wel drie misverstanden die ik wil ophelderen:
- PlanetProof is wel degelijk vanuit telers ontstaan;
- Verduurzaming is dringend noodzakelijk en PlanetProof kan daaraan bijdragen;
- Niet alleen telers, maar iedereen zit ondertussen klem.
Er zijn diverse voorbeelden waaruit blijkt hoe het wél kan werken. On the way to PlanetProof is de nieuwe naam voor Milieukeur, het keurmerk dat vanaf halverwege de jaren 90 door vooruitstrevende telers werd gevoerd. Deze trotse telers bedienden een beperkte markt, die hen beloonde voor de duurzamere Milieukeur producten. Vanaf de start van Milieukeur tot vandaag aan toe, voeren we intensief overleg met telers over de haalbaarheid en relevantie van de eisen. Zo geven zij samen met de andere belanghebbende partijen vorm aan de eisen van het keurmerk. Een unieke formule met breed draagvlak, die in haalbare stappen leidt tot verduurzaming van de teelt.
In 2016 waagden grote retailers de stap naar Milieukeur, onder druk van maatschappelijke organisaties. De noodzaak was duidelijk: gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlakte- en grondwater, broeikasgasemissies, stikstofoverschotten en sterke teruggang van de biodiversiteit. De retail werd aangesproken op haar verantwoordelijkheid in het inkoopbeleid. Supermarkten gingen actief vragen om duurzamer geproduceerde producten, aan te tonen met On the way to PlanetProof of biologisch keurmerk. Een prachtige ontwikkeling om met een veel grotere groep telers meer duurzaamheidsimpact te realiseren.
Maar ergens ging het mis. Want voor de duurzamere producten blijkt lang niet altijd een economisch duurzame prijs te worden betaald. Marktwerking neemt de overhand en de markt van vraag en aanbod regeert. In de hardfruitteelt klinkt de meeste kritiek. Zij opereren in een internationale markt, die On the way to PlanetProof nog niet kent en er dus ook niet extra voor betaalt. Voor de handel is het geen aantrekkelijke gedachte om gecertificeerd en ongecertificeerd product gescheiden te moeten opslaan en vermarkten. Daarom hebben telersverenigingen erop ingezet dat alle telers het certificaat behalen. Dat betekent dat de eisen haalbaar moeten zijn voor een grote groep telers én dat de certificering zo min mogelijk kost.
En nu zit iedereen klem: telers omdat zij geen meerprijs ontvangen; telersverenigingen omdat de leden ontevreden zijn en SMK omdat er druk ontstaat op het systeem dat steeds goedkoper en makkelijker moet worden. Als we het zover laten komen, dan is er geen milieuwinst meer….. dan boeren we echt achteruit.
Maar het kan ook anders: consumptieaardappelentelers kregen de afgelopen twee jaar 1000 euro per ha voor hun inspanningen. Ook de leveranciers van HAK krijgen een meerprijs voor het leveren van gecertificeerde rode kool. Het kan dus wel als de keten gezamenlijk opereert en de retail opnieuw haar verantwoordelijkheid neemt, nu ook voor een duurzame prijs. Voor exportproducten biedt dit nog geen oplossing, maar in de overgangsperiode naar internationale waardering voor On the way to PlanetProof, kan onze minister wellicht iets betekenen.