Maatschappelijk verantwoord ondernemen is niet van de baan nu het economisch minder gaat. Integendeel, malversaties in bedrijven als Enron, Worldcom en Ahold laten zien dat verantwoord ondernemen meer dan ooit cruciaal is. Het is onzinnig om te beweren dat het milieu (Planet) er opeens niet meer toe- doet. Of dat mensen (People) niet langer belangrijk zijn. Natuurlijk hebben verslechterende resultaten gevolgen; misschien worden milieu-investeringen getemporiseerd, wordt minder uitgegeven aan sociale sponsoring en moeten er mensen worden ontslagen. Maar dat past in het Triple P concept. Ook Profit is noodzakelijk. Het onderling gewicht van de P’s verschuift, maar de uitgangspunten en oriëntatie blijven dezelfde.
Het vertrouwen in bedrijven heeft een knauw gekregen en moet worden terugverdiend. Zoals ook in de politiek steeds weer nodig blijkt. De tegenstellingen langs ideologische lijnen in de politiek – Oost-West, links-rechts – en in de arbeidsverhoudingen – arbeid-kapitaal – zijn dan wel verdwenen, maar blind vertrouwen mogen we van mondige burgers, werknemers en consumenten niet verwachten.
Voor herstel van vertrouwen denken we als in een reflex aan nieuwe regels. De commissie-Tabaksblat zal voorstellen doen voor corporate governance om het toezicht binnen ondernemingen te versterken. Maar vertrouwen op regelgeving alléén heeft ook negatieve effecten. Als je elkaar niet vertrouwt, worden zakelijke transacties dichtgetimmerd met regels, moeten dikke cao’s worden afgesloten en zijn bestuurders, zoals politici, te veel tijd kwijt om zich te verantwoorden.
Vertrouwen heeft vooral te maken met de manier waarop leiders optreden en hoe mensen hen waarnemen. Dat vertrouwen staat of valt met drie eigenschappen:
1. Competentie. Een eerste vereiste is kundigheid en professionaliteit. Vertrouwen is een voorwaarde voor succes, maar het omgekeerde is evenzeer waar: succes schept vertrouwen. Negatieve resultaten roepen altijd vragen op over de kwaliteit van het leiderschap en leiden op den duur ook tot verlies van vertrouwen.
2. Integriteit. Integriteit betekent: het hebben van principes, eerlijk blijven en respect tonen voor de belangen van anderen met wie je zakendoet of samenwerkt. Zelfs als dat risico’s inhoudt. Juist als de omstandigheden moeilijk worden, wordt vertrouwen op de proef gesteld. Dan blijkt of integriteit ook authentiek is of alleen maar window dressing. ‘Wat iemands deugd werkelijk waard is, blijkt het best als de omstandigheden hem niet gunstig zijn’, zei Thomas à Kempis al.
3. Communicatie. ‘Een heer doet veel goeds in stilte’, zei Olie B. Bommel. Maar die tijd lijkt voorbij. Leiders moeten actief communiceren: laten zien waarvoor ze staan, transparant zijn. Juist in deze tijd mogen zij zich verheugen in grote interesse van burgers, werknemers, analisten, en journalisten die zich inspannen om iedere inconsistentie tussen woord en daad breed uit te meten. Dat vraagt om investeren in relaties. Want vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard.
Tjark de Lange en Huib Klamer
Tjark de Lange is voorzitter Jong Management en directeur Kapp Nederland. Huib Klamer is secretaris Stichting NCW, gelieerd aan VNO-NCW. ‘Op zoek naar vertrouwen’ is het thema van de conferentie die de Stichting NCW met het CNV organiseerde op 1 mei in Vught.