Keijzers stelt in zijn studie dat bij de aanpak van milieuvervuiling de omslag van schoonmaken naar duurzaam beheer nog moet plaatsvinden. Er is genoeg kennis over het verminderen van schadelijke gassen. Nu worden de milieuproblemen internationaler en dus complexer: zoals het broeikasprobleem en de gevolgen van het verlies aan biodiversiteit. Samenwerking om de omgeving schoon te houden is, volgens Keijzers, noodzakelijk.

Voortouw
De overheid heeft hierin tot nu toe altijd het voortouw genomen. Maar nu weet zij niet meer hoe het verder moet. ,,Wat is beter: zon- of windenergie? Moeten we in een elektrische- of waterstofauto gaan rijden? Niemand heeft het precieze antwoord,” zegt Keijzers. Hij bepleit dat bedrijven samen met burgers rond de tafel gaan zitten om een milieuvriendelijke manier van produceren en beheren te bedenken.

,,Bedrijven hebben inzicht in wat technologisch mogelijk is. Burgers geven aan wat zij willen betalen voor bijvoorbeeld een tapijt uit India, dat niet door kinderen werd gemaakt. Deze samenwerking is noodzakelijk om tot een resultaat te komen, waarin iedereen zich kan vinden.”

Maar bedrijven dienen ook met organisaties als Greenpeace en Milieudefensie, die zij eerst als tegenstanders beschouwden, het duurzaam ondernemen verder uit te werken.

Momenteel is de overheid bezig om met bedrijven in werkgroepen een duurzaam beheer van energie en landbouw te ontwikkelen, maar deze ‘onderzoekjes’ bevinden zich in een heel pril stadium. De samenwerking moet veel intensiever, vindt Keijzers.

Tijdens zijn onderzoek heeft de hoogleraar bemerkt dat multinationale bedrijven al voorzichtig met duurzaam ondernemen bezig zijn. ,,Zij zoeken partners om te leren hoe condities voor milieubewust ondernemen verbeterd kunnen worden. Ondernemingen beseffen dat geld te verdienen valt met een milieuvriendelijke manier van produceren,” legt Keijzers uit.

Hongerloon
,,Langzamerhand worden burgers steeds meer bewust van wat zij gebruiken, eten of drinken. Zeker als er regelmatig allerlei ziekten uitbreken. Mensen willen ook dat dieren op een verantwoorde wijze worden behandeld. Er is tevens steeds meer weerstand tegen boeren, die in derde wereldlanden voor een hongerloon moeten werken. Denk maar aan de opkomst van Max Havelaarkoffie of de populariteit van The Body Shop.

Grote bedrijven hebben meer geld en mogelijkheden om te investeren in milieuvriendelijke productiemogelijkheden dan kleinere en middelgrote ondernemingen. Toch wordt voor deze bedrijven het steeds belangrijker om aandacht te besteden aan duurzaam ondernemen, benadrukt Keijzers.

,,Grote bedrijven als Shell willen alleen nog maar aannemers die milieuvriendelijk werken of grondstoffen gebruiken die verantwoord worden gewonnen. De middelgrote bedrijven, die vaak leverancier zijn aan de grote ondernemingen, worden zo dus in de goede richting gedwongen.”

De rol van de overheid mag hierin niet te groot zijn, benadrukt de hoogleraar. ,,In de wet gaat het altijd om de garanties aan de onderkant, om de minimumeisen. Bedrijven dienen net als burgers bewust te worden van het milieu. Ze moeten meer doen dan zich houden aan de wet. En dat is niet gemakkelijk, denk maar als we zelf in de supermarkt meer moeten betalen voor een stuk biologisch vlees.”

Het is, volgens de hoogleraar, van groot belang dat bedrijven bewust worden van duurzaam ondernemen. ,,Vaak denken ze onvoldoende na over de gevolgen van hun handelen op de lange termijn. Neem bijvoorbeeld de emissierechten,” vertelt Keijzers. ,,In 2005 wordt de uitstoot van CO sterk aan banden gelegd. Wanneer bedrijven toch meer koolstofdioxide uitstoten, gaat dit geld kosten. Voor veel ondernemingen is dit nog een ver-van-mijn-bedshow en zij hebben dus nog niet de nodige maatregelen getroffen. Maar over twee jaar is het al zover.”