Zij verrichten zware en langdurige arbeid bij boeren die katoenzaden produceren voor een bedrijf, Paras Extra Growth Seed. Een dochterbedrijf van het Nederlands-Britse Unilever, Hindustan Lever, heeft een belang van 26 procent in dit zaadveredelingsbedrijf
Dit beweert de Landelijke India Werkgroep samen met ondersteunende organisaties als FNV, Novib, Amnesty International en de Indiase maatschappelijke organisatie MV Foundation. De werkgroep heeft de wantoestanden sinds vorig voorjaar al verscheidene malen bij Unilever onder de aandacht gebracht, zowel bij het Rotterdamse hoofdkantoor als in India. ,,De directeur van Unilever-Nederland leek een gewillig oor te hebben voor onze klachten, evenals het Indiase zaadbedrijf Paras”, zegt Astrid Kaag van FNV Mondiaal. ,,Maar omdat er tot nu toe niets gebeurt en de situatie voor de kinderen nog niet is verbeterd treden we naar buiten.”
Unilever ontkent de wantoestanden niet. Volgens een woordvoerder neemt zijn bedrijf de zaak zeer serieus en vindt hij het ‘uitermate ernstig’.
Hij benadrukt wel dat Unilever beperkt is in de mogelijkheden veranderingen door te voeren. ,,Het gaat om leveranciers aan het zaadbedrijf waarin een dochter van ons een minderheidsbelang heeft. Daar hebben we niet alle zeggenschap over. Het is overduidelijk dat Unilever, noch direct noch via leveranciers, geassocieerd wil worden met kinderarbeid.”
Kaag van FNV stelt dat in dit geval Unilever via het zaadbedrijf wel invloed kan uitoefenen. ,,Die hele keten draait om het zaadveredelingsbedrijf. Er zijn omstandigheden die een verandering vergemakkelijken: er is de lokale organisatie MV Foundation die volgens de geldende omstandigheden kinderen uit arbeid probeert te halen. Ook is er in die deelstaat een behoorlijke gewillige overheid als het om dit onderwerp gaat.”
De ngo’s voelen zich gesterkt door een recent onderzoek van een Indiase hoogleraar, professor V. Davuluri, die stelt dat de lage prijzen van zaadbedrijven aan boeren een belangrijke oorzaak van kinderarbeid is.
Daardoor willen ze kinderen als werknemers en niet hun duurdere ouders.