De kabinetsformatie tussen CDA en PvdA is op niets uitgelopen. En waar de ondertekenaars van de oproep voor maatschappelijk partnerschap zo bang voor waren, gebeurt dagelijks: de Haagse kaasstolp staat nog steeds centraal en het ontbreekt aan een inspirerende toekomstvisie en leiderschap. Willem Lageweg (onderdirecteur Rabobank Nederland) en Ko Henneman (‘netmaker’ bij organisatieadviesbureau Pentascope), twee bestuursleden van het Social Venture Network, zijn er teleurgesteld over. Ze hadden gehoopt dat met het aantreden van de nieuwe kamerleden ook een nieuw elan zou komen. Maar het lijkt erop dat ze zich drukker maken over de verdeling van de macht dan over noodzakelijk beleid voor de problemen in Nederland en in de wereld.
Lageweg, scheidend voorzitter van het SVN, legt uit: ‘Eind januari hebben wij een brief geschreven naar de nieuw aangetreden Tweede-Kamerleden waarin wij, de Nederlandse ondernemingen binnen het Social Venture Network Europe, de toetreders tot de nieuwe politiek nadrukkelijk vroegen niet te vervallen in geneuzel over details en in partijpolitiek gekibbel, dat slechts leidt tot afkeer en afbraak van de politiek. Wij verwachten van politieke partijen en de kamerleden dat zij opereren vanuit een brede visie op de wereld, de maatschappij en de rol van ondernemingen daarin, dat ze wereldbeelden formuleren en uitdragen en burgers en bedrijven de inspiratie en ruimte bieden welvaart en welzijn gelijkelijk te bereiken en te delen.’
Kortom, de overheid moet weer leiderschap tonen en een strategie voor de toekomst bedenken. Maar ook Henneman en Lageweg moeten constateren dat overheden de neiging hebben om te blijven steken in hun bureaucratische wereld. ‘Dat is jammer’, zegt Henneman , ‘want de huidige problemen zijn zo complex dat de oplossing alleen gevonden kan worden in het gezamenlijk optrekken van overheid, ondernemingen en maatschappelijke organisaties. Bovendien moeten de problemen integraal benaderd worden. Zeker in tijden van bezuinigingen kunnen strategische keuzes waarbij de sociale en milieueffecten meetellen een grotere meerwaarde bieden ten opzichte van een eenzijdige economische benadering.’
Het Social Venture Network, een netwerk van maatschappelijk verantwoorde ondernemers, bestaat sinds 1993 in Europa. De bevlogen ondernemers van het eerste uur waren onder andere Eckart Wintzen (oprichter van BSO, dat later in Origin opging), Jan Oosterwijk (the Bodyshop) en Jan Willem Nieuwenhuis. Lageweg benadrukt dat het netwerk geen actiegroep is: ‘We zijn een groep van bevlogen professionals, ondernemers. We hebben kennis, inzicht, expertise en dilemma’s. Door dat alles met elkaar te bespreken leren we van elkaar.’
Een van de dingen die de ondernemers van SVN de afgelopen jaren geleerd hebben, is dat vooruitgang in duurzaamheid niet zonder innovatie kan. Daarom pleiten Henneman en Lageweg voor een minister van Economie en Milieu. Lageweg: ‘Het milieu mag nu niet meer zo leven bij de burger, bij veel ondernemers is er een groeiend inzicht dat er een verband is tussen de groei van de economie en de staat van het milieu. Wij willen daarom een ministerie van Economie en Milieu. Aan het hoofd daarvan moet een zware minister komen en drie staatssecretarissen: een voor milieu, een voor economische zaken en innovatie en een voor landbouw. Dit ministerie moet zorgen voor de balans tussen people, planet en profit, waarbij vooral de minister visie moet hebben en moet kunnen inspireren. Wij denken aan grote W’s als Winsemius, Wijffels, Wijers of Welschen.’
Het gaat SVN niet om de politieke kleur. De minister van Economie en Milieu moet boven de partijen staan. Maar gezien de huidige stand van de formatie zou Herman Wijffels in aanmerking komen. Hij is van CDA-huize en nu voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). Pieter Winsemius is van de VVD en bij McKinsey werkzaam. Als de politiek dualiteit echt serieus neemt, zou een VVD- minister in een CDA-PvdA-kabinet toch moeten kunnen.
De D66’er Hans Wijers zal er weinig voor voelen om weer minister te worden. Hij treedt immers op 1 mei aan als voorzitter van de raad van bestuur van Akzo Nobel . Desondanks zijn Lageweg en Henneman heel duidelijk in hun voorkeur voor dit kaliber: ‘Wij willen leiderschap. Iemand die doelstellingen voor de lange termijn kan ontwikkelen en overzien. Noem het ‘personality’, de vijfde p in het rijtje van people, planet, profit en principles.
Het idee van SVN is dat goed leiderschap vanuit de overheid ook de discussie over corporate governance en maatschappelijk ondernemen kan leiden zonder dat het onmiddellijk moet resulteren in extra regels. Henneman : ‘Iedereen heeft het maar over een terugtredende overheid, maar niets is minder waar. Bedrijven zuchten onder de administratieve lastendruk omdat we steeds maar weer nieuwe beheersingsinstrumenten uitvinden. Maar ondanks dat we steeds meer regels maken, zijn de uitwassen niet verdwenen.’
Maar zijn die regels dan niet nodig om bestuursvoorzitters die niet met hun macht en hun positie kunnen omgaan in toom te houden?
Henneman : ‘Dat zijn de uitwassen van de cultuur van de afgelopen jaren waarin we alleen maar bezig waren met de financiële waarde van een onderneming. We zijn de lol in het ambachtelijke ondernemen kwijtgeraakt. Niet wat een bedrijf doet bleek interessant maar de waarde voor de aandeelhouder – en daarmee voor de manager met daaraan gerelateerde bonussen en opties. De bedrijfsschandalen en de consequenties daarvan voor de aandelenmarkt moeten we zien als een ”blessing in disguise”. Er zijn veel ceo’s die hun verantwoordelijkheid vanzelf voelen zonder dat daar allerlei wetten en sancties aan te pas hoeven komen.’
Marleen Janssen Groesbeek