De gebeurtenissen hebben duidelijk gemaakt dat accountants de status quo van het beroep niet voor lief mogen nemen. NIVRA voorzitter Piet Hoogendoorn: “Het gaat om het in kaart brengen van verwachtingen van de markt en van belanghebbenden in relatie tot de huidige rol van de accountant en de mogelijkheden en beperkingen van de controle. Ook willen we deze dialoog gebruiken als input voor een kritische zelfreflectie over het functioneren van het beroep.”
De bedoeling is om gesprekken te initiëren met organisaties van institutionele en particuliere beleggers, de overheid, financiële toezichthouders, werkgevers- en werknemersorganisaties, de nieuwe Commissie Corporate Governance en andere belanghebbenden en deskundigen. Tijdens de jaarlijkse Accountantsdag, die dit jaar op 25 november door het NIVRA wordt georganiseerd, zullen volgens Hoogendoorn de eerste voorlopige conclusies worden getrokken. De organisaties waar het NIVRA graag overleg mee wil voeren zullen binnenkort worden benaderd.
Naar aanleiding van het rapport van de Enquêtecommissie Bouwnijverheid heeft het NIVRA een aantal concrete maatregelen genomen. Het researchinstituut MARC van de Universiteit van Maastricht verricht onderzoek naar de werking van de Frauderichtlijn en de Verordening Fraudemelding van het NIVRA. Onderzocht wordt in hoeverre de richtlijn en verordening effectief en eenduidig worden gehanteerd. Tevens wordt de besluitvorming van accountants bij eventuele aanwijzingen van fraude onderzocht. Het onderzoek wordt deze zomer afgerond.
Het onderzoek naar het functioneren van individuele accountants die werkzaam zijn in de bouwsector verwacht het NIVRA binnenkort te kunnen afronden.
Tenslotte heeft het NIVRA een nieuwe internationale frauderichtlijn ingevoerd. Deze richtlijn geeft specifieke aanwijzingen voor het schatten van frauderisico’s in een vroegtijdig stadium van de accountantscontrole. Hierdoor wordt de blik van accountants op mogelijk frauduleus handelen binnen de gecontroleerde onderneming verscherpt.