Uit deze NIPO-enquête blijkt dat de helft van de ondernemers aangeeft voldoende mogelijkheden te hebben om gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers te (her) plaatsen. Echter, ook 50% van de ondernemers geeft aan dat herplaatsing gemakkelijker wordt als dit financieel aantrekkelijk wordt gemaakt. Voor een succesvol preventie- en reïntegratiebeleid zijn naast financiële prikkels voor ondernemers, ook financiële prikkels voor werknemers noodzakelijk, anders is het beleid tot mislukken gedoemd.
Ondernemers in het midden-en kleinbedrijf maken werk van het voorkomen van arbeidsongeschiktheid en reïntegratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Een aanhoudend gemiddeld laag ziekteverzuim van 3% tegenover 8% in het grootbedrijf en een lage instroom in de WAO (0,8% t.o.v. 1,3% in het grootbedrijf) zijn de harde gegevens. De aard en de cohesie van het midden-en kleinbedrijf zijn daarvoor verantwoordelijk.
Veel meer dan arbeidsomstandigheden, is de cultuur van het bedrijf maatgevend voor het voorkomen van verzuim. De bedrijfscultuur wordt in belangrijke mate bepaald door de persoon van de ondernemer, diens wijze van leiding geven, maar ook door de medewerkers in het bedrijf. In een positief bedrijfsklimaat kan preventie van ziekteverzuim doorstroming van werknemers naar de WAO voorkomen, aldus de Stichting Maatschappelijk Ondernemen van MKB-Nederland.
Het roer moet drastisch om ten aanzien van preventie en reïntegratie. Het midden-en kleinbedrijf moet als uitgangspunt voor beleid worden genomen. Overbodige wet- en regelgeving moeten worden geschrapt, waarbij goede praktijkvoorbeelden uit het mkb leidraad dienen te zijn voor beleid, aldus Ten Hoopen.