Kaptein laat in zijn rede zien hoe bedrijven vast kunnen stellen over welke aspecten van het functioneren het wenselijk is dat verantwoording afgelegd wordt en welke indicatoren gebruikt kunnen worden om de maatschappelijke prestaties van bedrijven zichtbaar en beoordeelbaar te maken. Hij heeft hiervoor een bedrijfsethische verslagleggingtrechter ontwikkeld dat zeven stappen kent. Kaptein verzet zich tegen verplichte maatschappelijke rapportages door bedrijven. Hij stelt voor dat de overheid in overleg met het maatschappelijke middenveld en het bedrijfsleven een maatschappijverslag ontwikkelt voor de BV Nederland, waarin ten aanzien van een aantal kernindicatoren de maatschappelijke prestaties van de Nederlandse samenleving zichtbaar worden gemaakt. Zo’n maatschappijverslag zal een stimulans betekenen voor bedrijven om de eigen maatschappelijke bijdragen af te zetten tegen de landelijke ontwikkelingen. Eveneens pleit Kaptein voor het opnemen van de presumptie van maatschappelijk ondernemen in het Nederlands recht. Zo zouden bijvoorbeeld partijen die gedupeerd zijn doordat de onderneming haar maatschappelijke prestaties niet heeft gecommuniceerd, op basis van een dergelijk principe een juridische voet hebben om op te staan in het nemen van rechtsmaatregelen jegens die onderneming. Kaptein doet ook het voorstel om transparantie over maatschappelijke kwesties op te nemen in de recent door de Commissie de Winter voorgestelde gedragscode voor Corporate Governance.
Wempe laat in zijn rede zien dat werkelijke openheid van bedrijven ingrijpende gevolgen heeft voor de stakeholders van bedrijven. Een bedrijf is meer dan een instrument in de handen van de verschillende stakeholders om de eigen doelen te realiseren. Juist die instrumentele kijk op ondernemingen leidt tot affaires als die rond Ahold en Enron en tot spanningen als die rond Schiphol en de Bouwsector. Bedrijven nemen maatschappelijke beslissingen en moeten zoeken naar draagvlak voor die beslissingen. Dat kan alleen gebeuren wanneer bedrijven in een dialoog maatschappelijke partijen laten meedenken en daarmee verantwoordelijkheid geven bij het nemen van de beslissingen met grote maatschappelijke effecten. Dat gaat om interne openheid, door medewerkers bij het zoeken naar oplossingen te betrekken en om externe openheid door stakeholders daadwerkelijk bij het nemen van beslissingen ten aanzien van de grote lijn van het functioneren van bedrijven te betrekken. Deze kijk heeft gevolgen voor de rol van bedrijven, haar stakeholders waaronder maatschappelijke groeperingen en de overheid. Er moet een organisatie rond bedrijven worden ontwikkeld waarbinnen aandeelhouders, werknemers, actiegroepen en overheden onderling in discussie gaan en bereid zijn te zoeken naar de maatschappelijke meerwaarde die het bedrijf kan realiseren.