Nederland consumeerde in 2018 ruim 20 procent minder materialen dan in 2000. De Nederlandse materiaalconsumptie per inwoner is lager dan gemiddeld in de EU en de grondstofvoetafdruk per inwoner kleiner. Vergeleken met andere landen recyclet Nederland ook veel: 1,7 duizend kilo per jaar per inwoner. Dit meldt het CBS in de publicatie “Circulaire economie in Nederland”.
De circulaire economie draait om het efficiënt en hoogwaardig inzetten van grondstoffen en het verminderen van materiaalgebruik om zo milieudruk en afhankelijkheid van het buitenland te verlagen. De overheid heeft een volledig circulaire economie in 2050 tot doel gesteld (Rijksbrede Programma Circulaire Economie, IenM 2016). De gehele circulaire economie kan niet in één indicator worden gevat. Materiaalgebruik, grondstofvoetafdruk, afvalstromen en recycling zijn slechts enkele indicatoren die een beeld schetsen van de circulaire economie in Nederland.
Materiaalconsumptie ruim 20 procent gedaald
De Nederlandse materiaalconsumptie per inwoner was tijdens de hele periode 2000-2018 aanzienlijk lager dan die in België, Duitsland en de EU-28. Slechts drie landen, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Italië hadden een lagere materiaalconsumptie.
Gemeten in kilo’s per inwoner consumeerde Nederland in 2018 ruim 20 procent minder materialen dan in 2000; het gaat dan zowel om grondstoffen als materialen die verwerkt zijn in producten. België consumeerde per inwoner ruim 6 procent minder dan in 2000, Duitsland bijna 10 procent.
De materiaalinzet per inwoner bestemd voor uitvoer was in Nederland wel hoger dan elders in de Europese Unie. Dit komt doordat Nederland een relatief kleine en open economie is, waar veel goederen worden ingevoerd om na een kleine bewerking direct weer te worden uitgevoerd.
Halffabricaten en eindproducten bevatten slechts een deel van de grondstoffen die nodig zijn om ze te maken. Een land dat relatief veel eindproducten importeert, zal dus meestal een lagere materiaalconsumptie hebben dan een land dat veel ruwe grondstoffen verwerkt tot producten. Om het ruwe grondstofgebruik goed te kunnen vergelijken worden halffabricaten en eindproducten daarom omgerekend naar de hoeveelheid grondstoffen die nodig waren om ze te produceren, de zogeheten grondstofvoetafdruk.
Grondstofvoetafdruk per inwoner kleiner dan gemiddelde EU
De Nederlandse grondstofvoetafdruk is fors kleiner dan gemiddeld in de EU-28. Dit komt vooral door minder gebruik van mineralen. Een van de oorzaken hiervoor is dat Nederland een relatief klein en dichtbevolkt land is, waardoor er per hoofd van de bevolking relatief weinig materiaal nodig is voor de bouw van de benodigde infrastructuur, zoals wegen.
Gebruik abiotische materialen gedaald
In 2018 was het gebruik van abiotische materialen (alle typen materialen, exclusief biomassa) ruim 20 procent lager dan in 2010. Nederland beweegt wat betreft de consumptie van materialen langzaam richting een meer circulaire economie.
Nog steeds hoge afvalproductie, wel veel recycling
De Nederlandse afvalproductie per inwoner, exclusief sloopafval, is de afgelopen jaren gedaald, maar internationaal gezien hoog met 2,5 duizend kilo in 2016. Gemiddeld in de EU-28 is dit bijna 1,8 duizend kilo per inwoner. De relatief hoge afvalproductie heeft ermee te maken dat Nederland veel goederen vervaardigt voor de export waarbij afval vrijkomt in Nederland.
Nederland behoort echter ook tot de landen in Europa waar het meest wordt gerecycled. Met 1,7 duizend kilo gerecycled afval per persoon in 2016 staat Nederland op de derde plaats in de EU, achter Luxemburg en België. Vooral de inzet van mineraal afval in de bouwsector draagt bij aan deze hoge score. Nederlands afval werd in 2016 bijna 40 procent minder vaak gestort dan in 2008. Verbranding met energieopwekking nam in diezelfde periode toe.