Giften door het Amerikaanse bedrijfsleven aan goede doelen bedroegen in 2000 in totaal bijna 11 miljard dollar. Hiermee vervullen de corporate foundations een belangrijke, bijna onmisbare rol in de Amerikaanse samenleving. Of dit een gezonde situatie is, moet eenieder maar voor zich uitmaken.
Hoe belangrijk dat geven in de VS is, laat de oprichting zo’n twee jaar geleden zien van de Committee to Encourage Corporate Philanthropy (CECP) door bestuursvoorzitters van toonaangevende Amerikaanse bedrijven. Deze topbestuurders maakten zich niet alleen toen al zorgen over het ethisch gedrag van ondernemers, maar zij vreesden ook dat afschaffing van belastingfaciliteiten door de nieuwe regering-Bush een nadelig effect op het geefgedrag van Amerikanen zou kunnen hebben.
CECP heeft als missie een bijdrage te leveren aan goed burgerschap en de kwaliteit van het strategisch geven door ondernemingen te bevorderen met als uiteindelijk doel het geefgedrag aan goede doelen te stimuleren. Dus geen ‘sponsoring’ meer van de hobby’s van leden van de raad van bestuur, maar een weloverwogen beleidstoetsing aan het doel en de maatschappelijke rol van de onderneming. Dat TPG in Nederland zo publiekelijk haar sponsoringbeleid wil wijzigen in de richting van geven met maatschappelijk rendement is een nieuwe trend die navolging verdient. Werknemers vragen erom, maar ook aandeelhouders die op de koop toe misschien wel minder rendement accepteren. De belangstelling voor groen beleggen is hierbij ook een voorbeeld. Het is overigens een misvatting dat veel van deze fondsen zouden onderpresteren. Het tegendeel is waar.
Een terugtredende overheid, niet alleen in Nederland, geeft ruimte aan allerlei vormen van nieuw particulier initiatief op maatschappelijk terrein, zoals dat vroeger ook al met de oprichting van bijvoorbeeld hofjes gebeurde. Ondernemingen kunnen, ook in Nederland, een belangrijke voortrekkersrol vervullen om de leemten in de maatschappij op te vullen die er zijn gevallen op het terrein van bijvoorbeeld gezondheidszorg, de welzijnssector, kunst en cultuur. Joop van den Ende met zijn eigen foundation levert zijn bijdrage aan de bevordering van theaterkunst, maar ook Shell Foundation, Fortis Foundation en Start Foundation doen maatschappelijk heel goed werk. Maar het is allemaal nog op veel te bescheiden schaal. En zeker niet geïnstitutionaliseerd.
Een bundeling zoals in de VS bestaat in de vorm van een onafhankelijke organisatie die het maatschappelijk geven door bedrijven bevordert, zou ook in Nederland niet misstaan. Organisaties die welvaart en welzijnsbevordering in hun doelstelling hebben staan, zoals VNO-NCW of de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, zouden hiertoe het initiatief moeten nemen.
Eduard Nieuwenhuijzen Kruseman