12 december is niet alleen de dag dat in Utrecht de zesde Europese conferentie over maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt gehouden. Het is ook de dag dat de parlementaire enquêtecommissie naar de bouwfraude met haar eindrapport en conclusies komt. Tom Rodrigues houdt zijn hart vast. Niet zo zeer voor de uitkomsten, maar voor de consequenties voor de publiek-private samenwerking.

‘Het is funest als door de bouwfraude contacten tussen overheid en bedrijfsleven zouden verslechteren en verkoelen. Dat overheden bang worden de verkeerde indruk te wekken door goede banden met ondernemers en die ondernemers dan op afstand houden.’

Volgens Rodrigues is dit nu juist de tijd dat bedrijven en overheid meer in elkaar zouden moeten investeren. ‘We hebben nationaal en internationaal verschillende maatschappelijke problemen die we gezamenlijk, de burgers, de bedrijven en de overheid, moeten oplossen. Bedrijven zijn daar niet bang voor. Zij zijn ”corporate citizens” en voelen ook dat er andere eisen aan hen gesteld worden dan bijvoorbeeld twintig jaar geleden.’

Daar ligt voor Rodrigues, binnen de raad van bestuur van Ordina belast met maatschappelijk verantwoord ondernemen , de essentie van verantwoord ondernemen . ‘ Verantwoord ondernemen is inspelen op veranderde taken en verantwoordelijkheden in de samenleving. Dat betekent ook dat organisaties een andere rol en een andere positie krijgen en andere samenwerkingsverbanden aangaan.’

Ict-dienstverlener Ordina geldt als een van de voorlopers in verantwoord ondernemen . ‘Bij ons hoort verantwoord ondernemen tot de bedrijfsstrategie. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt dus bij de raad van bestuur. Als dienstverlener met klanten in alle sectoren, overheid, semi-overheid en bedrijfsleven, zien wij goed hoe wij een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren die ook goed is voor onze onderneming.’

Rodrigues gruwt van de suggestie dat bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen als zij het lokale orkest of de voetbalclub financieel of anderszins ondersteunen. ‘ Verantwoord ondernemen is iets anders dan charitas! Het moet natuurlijk een maatschappelijke bijdrage leveren maar het moet ook zeker een bijdrage leveren aan de onderneming. Een win-winbenadering dus.’

Dat betekent in de praktijk dat Ordina een degelijk winstgevend bedrijf wil zijn, maar zich wil onderscheiden van de doorsnee (ict)-dienstverlener met zijn bedrijfsfilosofie. ‘Wij willen gewoon leuker zijn om voor te werken en aantrekkelijker zijn voor klanten. Dat klinkt heel simpel, maar we leven in een complexe samenleving waar veel verandert. We moeten nieuwe zekerheden bieden, zeker nu het vertrou-wen in veel ondernemingen en ondernemers een flinke knauw heeft gekregen. We moeten betrouwbare en goede producten en diensten leveren en onze medewerkers steeds op een positieve manier prikkelen.’

Zo heeft Ordina bijvoorbeeld het project ‘bedrijf voor de klas’ opgezet. Medewerkers van de onderneming geven les aan middelbare scholieren, dat hoeft niet alleen ict-les te zijn, maar bijvoorbeeld ook Nederlands of wiskunde. Het voordeel van dit project is dat zowel de scholieren als de medewerkers ervan leren. En het biedt een goed inzicht hoe ondernemingen en overheids- en semi-overheidsinstellingen met elkaar kunnen samenwerken.

Een tweede project dat in de steigers staat heet met een mooi woord ‘domotica’. Rodrigues is er heel enthousiast over. ‘Wij willen helpen om voor oudere mensen in achterstandswijken meer zorgfuncties in de woning te brengen. Het is ook weer zo’n voorbeeld waarbij ict een heel belangrijke rol kan spelen bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Bijvoorbeeld bij problemen in zorg en veiligheid. Wij zijn nu bezig met een pilot. Ik hoef niet uit te leggen dat zo’n project ook belangrijk is voor ons bedrijf. Wij leren er weer van.’

Een nieuw project van Ordina is het opzetten van speelterreinen in achterstandswijken. Maar dat lijkt wel heel erg op charitas. Rodrigues geeft toe dat dit op het eerste gezicht zo lijkt. ‘Maar het is anders. Ordina geeft geen geld. Wij zorgen voor het managementadvies aan gemeenten, hoe ze zo’n project het beste op kunnen zetten en van de grond kunnen krijgen. Wij kennen de non-profitmarkt heel erg goed vanwege eerdere opdrachten en wij kunnen dus de juiste partijen bij elkaar bregen. Wij hebben de kennis en die delen we.’

Leren van en investeren in elkaar. Dat motto duikt vaak op in het gesprek met Rodrigues. ‘Maatschappelijke veranderingen hebben weinig te maken met geld. Ze gebeuren door mentaliteitsveranderingen. De Nederlandse overheid moet nu bezuinigen en vele bedrijven moeten de broekriem aanhalen. Maar dat hoeft geen gevolgen te hebben voor verantwoord ondernemen en het oplossen van maatschappelijke verantwoordelijkheden. Het probleem blijft dat de overheid en het bedrijfsleven nog niet genoeg elkaars taal spreken. Ik vind dat de top van het bedrijfsleven en het kabinet meer en beter in elkaar moeten investeren, meer op een informele wijze elkaar moeten ontmoeten, zodat ze gezamenlijk oplossingen kunnen vinden.’

Hier spreekt Tom Rodrigues duidelijk als voorzitter van de stichting Samenleving & Bedrijf (S&B). De stichting is een netwerk van bedrijven die duurzaam ondernemen willen ontwikkelen en bevorderen. Zij is een platform voor het uitwisselen van ervaringen en kennis met de gedachte ‘een goed voorbeeld doet goed volgen’. S&B bestaat uit een kopgroep van twintig bedrijven, maar staat open voor nieuwe deelnemers. Het Europese netwerk, CSR Europe, bestaat uit vijftig ondernemingen maar wil, zo vertelde de voorzitter Etienne Davignon onlangs in deze krant, liever niet groter worden.

Rodrigues begrijpt dat wel: ‘We zijn nu met CSR Europe een mooie coherente groep, een soort Gideonsbende die in Brussel en bij de nationale regeringen flink wat kabaal kan maken en dingen in beweging kan krijgen. Als het netwerk groter wordt, wordt dat lastiger. Maar we hebben een voorbeeldfunctie en die tweede golf van ondernemingen die verantwoord ondernemen onderdeel maken van hun bedrijfsstrategie, komt er zeker. Een economische teruggang in Europa houdt dat echt niet tegen. Waarom niet? Omdat verantwoord ondernemen gewoon beter werkt. Voor iedereen.’

Marleen Janssen Groesbeek