Slechts één op de vier Nederlandse beursgenoteerde bedrijven blijkt prioriteit te geven aan gendergelijkheid. Dat is een van de uitkomsten van de SDG Challenge, een onderzoek van accountants- en adviesbureau PwC. Daarbij is onderzocht in hoeverre aan bepaalde SDG’s, de zogenoemde duurzame doelstellingen die de VN heeft geformuleerd, prioriteit wordt gegeven door bedrijven.
Linda Midgley, duurzaamheidsexpert bij PwC, vindt dat opvallend: “Gendergelijkheid is een onderwerp waarvan wij in de dagelijkse praktijk merken dat het hoog op de agenda staat bij Nederlandse bedrijven. Discussies over gelijke kansen tussen mannen en vrouwen, de loonkloof en het vrouwenquotum illustreren de maatschappelijke aandacht voor dit onderwerp. Uit ons onderzoek blijkt echter dat in Nederland SDG 5 nauwelijks als prioriteit wordt geselecteerd. Om vooruitgang te boeken moeten we ambitieuzer zijn, want in Nederland lopen we op het vlak van gendergelijkheid echt nog niet voorop.”
In 2015 werden er door de Verenigde Naties zeventien SDG’s vastgesteld, met als voornaamste doel om organisaties aan te sporen een bijdrage te leveren aan de wereldwijde ecologische, sociale en economische uitdagingen. Volgens de VN moeten in 2030 vrouwen evenveel kansen krijgen als mannen, om mee te beslissen binnen de politiek, de economie en het openbare leven.
Uit de jaarverslagen blijkt verder dat inmiddels 93% van de 40 onderzochte bedrijven duurzame doelstellingen heeft geformuleerd. Slechts twee hebben kwantitatieve doelstellingen, die betrekking hebben op gendergelijkheid, geformuleerd. Volgens Midgley mogen bedrijven daarom ambitieuzer zijn: “De verhouding tussen mannen en vrouwen is relatief eenvoudig te meten, maar bedrijven worstelen met het stellen van duidelijke, ambitieuze indicatoren. En juist die zijn hard nodig om gelijkheid te creëren.”