MAKKELIJKE WINSTEN
De koffiemarkt is in 1989 met de opheffing van de internationale koffieovereenkomst veranderd van een gecontroleerde markt met een actieve rol voor de overheden, naar een stelsel waarin de werking van de vrije markt de koffieprijs bepaalt. Gecombineerd met een structurele overproductie is een overschot van 8 procent ontstaan en is de prijs in elkaar gestort. Multinationals Sara Lee/Douwe Egberts, Kraft, Proctor & Gamble en Nestlé kopen bijna de helft van de wereldwijde koffieoogst op, profiteren van de lage prijzen en maken extra winsten. Volgens analisten schommelen die tussen 17 en 20 procent, hoger dan bijvoorbeeld het
winstpercentage van een bedrijf als Heineken. Maar aan de onderkant van de keten, voor de kleine koffieboer, voelt de markt absoluut niet vrij. De extreem lage prijs dekt niet eens hun kosten en hun mogelijkheden om over te stappen op andere vormen van levensonderhoud zijn beperkt. Hierdoor is een groot deel van de koffieboeren overgeleverd aan de “take-it-or-leave-it”-prijzen die rondreizende handelaren hen bieden.
SLECHTE ADVIEZEN
De Wereld Bank en het Internationale Monetaire Fonds hebben landen aangemoedigd hun markten te openen, zich te concentreren op export van die producten waar ze een voordeel hebben, zoals koffie, zonder deze landen voor potentieel catastrofale prijsdalingen te waarschuwen. Een schokkend bewijs van falend beleid van deze internationale financiële instellingen. Maar ook Westerse regeringen tonen tot nu toe weinig daadkracht. In internationale fora wordt de koffiecrisis erkend, maar met het vrije markt adagium in een globaliserende wereld in het achterhoofd voelt niemand zich verantwoordelijk en blijft een structurele internationale oplossing tot nu toe achterwege.
KANSEN
De voorzitter van de International Coffee Organisation (ICO), hét internationale overlegorgaan voor koffie, steunt de Oxfam-campagne voluit. Van 24-27 september komt de ICO in Londen bijeen en daar kan een eerste stap worden gezet om de ellende voor koffieboeren verminderen, mits alle partijen meewerken. De ICO heeft een kwaliteitsprogramma ontwikkeld en dat moet nu door alle betrokken regeringen, Noordelijk en Zuidelijk worden gesteund.
Nestlé, een van de vier grote koffiebranders, geeft publiekelijk aan dat lage prijzen slechts zijn voor boeren én de industrie. Nestlé steunt daarom internationale initiatieven voor voorraadbeheersing en stabilisering van de wereldwijde koffieprijzen, inclusief systemen vergelijkbaar met de in 1989 opgeheven Internationale Koffieovereenkomst. Dit betekent een breuk met de overheersende trend binnen internationale politiek en bedrijfsleven.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen behoort in Nederland tot de hoofdtaken van het bedrijfsbeleid. Daarmee is de Nederlandse koffie-industrie – en dan met name het jubilerende Douwe Egberts dat hier een marktaandeel van ongeveer 65% heeft – mede-verantwoordelijk voor de levensomstandigheden van haar grondstoffenleveranciers. De Nederlandse overheid kan deze verantwoordelijkheid in haar dialoog met het bedrijfsleven actief benadrukken.
KOFFIECRISIS IN CIJFERS
Koffie is een product van kleinschalige teelt. Kleine boerenfamilies produceren 70 procent van het koffieaanbod.
De wereldmarkt wordt ieder jaar overspoeld met een overaanbod van ongeveer 540 miljoen kilo koffie. Er wordt 8 procent meer koffie geproduceerd dan wordt geconsumeerd. De vraag naar koffie in rijke landen stagneert. Tien jaar geleden, ontvingen koffieproducerende landen ongeveer 30 cent van iedere dollar op elk kopje koffie dat geconsumeerd werd. Vandaag de dag ontvangen zij amper 10 cent.
Koffieboeren krijgen $ 0,24 per pond koffie. Consumenten in rijke landen betalen $3,60 per pond, wat overeen komt met een winstmarge van 1500%. De koffie brengt minder op dan ze kost.
25 miljoen boeren en hun gezinnen worden door honger bedreigd. Sommige boeren in Latijns Amerika schakelen over op coca-teelt, die meer oplevert. In sommige Midden Amerikaanse landen zijn de inkomsten uit koffie met meer dan 40 procent gedaald. De inkomsten uit koffiehandel zijn wereldwijd dit jaar met 4 miljard dollar afgenomen.
REDDINGSPLAN
Sanering van de koffiemarkt met behulp van rijke landen is noodzakelijk. Met een redelijke prijs kunnen de boeren voedsel en medicijnen kopen en hun kinderen naar school sturen. Het Coffee Rescue Plan (Koffie Reddingsplan) van Oxfam International kan een eerlijke verdeling van de opbrengsten van de handel in koffie een kans geven. De maatregelen houden onder meer in dat:
* de teelt en verkoop van kwaliteitskoffie volgens internationale kwaliteitsstandaards wordt bevorderd
* bedrijven een redelijke prijs betalen aan koffieboeren
* een internationaal fonds wordt opgezet dat boeren helpt op alternatieve vormen van levensonderhoud over te schakelen.
Arme landen blijven anders in de vicieuze cirkel steken waarin zij
goedkope grondstoffen exporteren die anderen vervolgens in winstgevende
goederen veranderen. Eerlijke handel is in het belang van alle partijen.
Ofam International roept de partijen op om het reddingsplan te steunen.