Goed 700 ondernemingen en zo’n 50 CEO’s – veel meer dan op de top in Rio tien jaar geleden – volgden in Johannesburg de besprekingen op de voet. Ze hadden een eigen programma, een eigen website en werkten zich in de kijker met tentoonstellingen, nieuws over duurzame initiatieven en samenwerkingsverbanden met ngo’s. Sommige critici hebben het daar erg moeilijk mee. Ze beschouwen elke publiciteit op dit vlak als misplaatste pr en menen dat de activiteiten van de multinationals, die volgens hen schuld hebben aan de ecologische en sociale schade in de wereld, aan banden moeten worden gelegd met internationale regels en wetten.

Naïef
Die opvatting moet blijkbaar stilaan plaatsruimen voor een meer genuanceerde visie. VN-secretaris-generaal Kofi Annan riep de bedrijven op om zich als partners op te stellen en zich te laten leiden door ecologische en sociale motieven en niet te wachten tot trage overheden en regeringen met wetten voor de dag komen. -Alleen als we de ondernemingswereld mobiliseren, kunnen we serieuze vooruitgang boeken in het oplossen van de problemen die de wereld in hun greep houden”, zei hij.

-Kofi Annan is naïef”, reageerde Matt Phillips van Friends of the Earth. -Door zo nauw samen te werken met de multinationals, geef je ze de kans om de VN te gebruiken als dekmantel voor activiteiten die milieudestructie in de hand werken. De praktijken van heel wat bedrijven op het terrein zijn ver verwijderd van de mooie principes die ze op papier zetten en die ze bespreken tijdens de lunches met de secretaris-generaal.” In het kader van de top ventileerde de organisatie eveneens haar ongenoegen over de dure reclamecampagnes waarmee bedrijven hun bekommernis om duurzame ontwikkeling willen aantonen. Omdat zulks nu eenmaal goed in de markt ligt en dus – aldus de critici – alweer commerciële belangen dient. Als bedrijven het echt menen met duurzaam ondernemen, zouden ze met andere woorden dat geld beter spenderen aan acties die op het terrein iets veranderen en niet aan imagoversterkende communicatie.

Ariane Molderez vindt echter dat het credo -pour vivre heureux, vivons cachés’ niet meer geldt. Zij is directeur van Business & Society Belgium (vroeger Bensc), een netwerk van ondernemingen die willen werken aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bedrijven moeten volgens haar hun acties en initiatieven inzake duurzaam ondernemen integendeel nog meer voor de schijnwerpers brengen. Precies omdat ze daarmee andere bedrijven kunnen inspireren en meetrekken in hun engagement. -Je kunt natuurlijk elke publiciteit rond duurzaam ondernemen verkeerd interpreteren, ook als je meedoet met ons netwerk of als je deelneemt aan een conferentie zoals die in Johannesburg. Maar dat is een al te gemakkelijke kritiek.” Naast communicatie ziet Ariane Molderez nog een ander middel om duurzaam ondernemen een groter draagvlak te geven. -We moeten concrete initiatieven opstarten en de resultaten daarvan evalueren, analyseren en bekend maken.” Begin volgend jaar start binnen Business & Society Belgium een werkgroep rond communicatie en rapportering, precies omdat bedrijven daar veel vragen over hebben: hoe moeten we over duurzaam ondernemen communiceren, via welke kanalen, naar welke doelgroepen, wat is de invloed op het bedrijf, wat zijn de parameters?

Werknemers en sociale projecten
Business & Society Belgium heeft daarnaast ook een traject rond employee involvement opgezet: hoe betrek je de werknemers bij een abstract thema als duurzame ontwikkeling? Tien bedrijven krijgen dankzij de steun van de Koning Boudewijnstichting de kans om een programma uit te werken waarin werknemers als vrijwilliger aan de slag gaan in de samenleving. Op die manier investeren bedrijven in sociale projecten én in hun eigen mensen. Shell bijvoorbeeld, lid van het directiecomité van Business & Society Belgium, heeft in Nederland een huiswerkbegeidingsproject voor allochtone kinderen opgezet.
Bij Coca Cola België Luxemburg, dat zich recent aansloot bij Business & Society Belgium, vindt woordvoerder Tom Delforge dat dergelijke initiatieven nodig zijn om ervoor te zorgen dat duurzaam ondernemen geen thema is dat alleen in managementkringen blijft hangen. -Je moet er een proces van bewustwording en sensibilisering rond opstarten. Een kleinschalig project rond employee involvement is daar zeer geschikt voor en wij willen er dan ook aan deelnemen.” Coca Cola was een van de bedrijven met een vertegenwoordiger in Johannesburg en sloot zich hier te lande ook aan bij Kauri, een organisatie die ondernemers en ngo’s bij elkaar brengt. Kauri wil beide partijen informeren over en sensibiliseren voor duurzaam ondernemen, wederzijdse vooroordelen bijsturen en belangrijke Noord-Zuid-dossiers bespreken. -Bedrijven zijn niet perfect en kunnen van elkaar en van andere partijen leren. Bovendien kan een beetje pr geen kwaad”, vindt Delforge, -op voorwaarde dat er op het terrein ook echt initiatieven worden genomen. Als bedrijf en ngo op een eerlijke manier kennis en ervaring uitwisselen, dan kunnen we echt iets veranderen.”

Ook Stefan Gijssels, vice president public affairs bij Janssen Pharmaceutica, vindt de samenwerking en constructieve dialoog tussen bedrijven en ngo’s een interessante evolutie. De ergernis over de duidelijke aanwezigheid van de bedrijfswereld op de top van Johannesburg begrijpt hij niet. -Als de bedrijven niet aanwezig zouden zijn, zou dat er net op wijzen dat de grote wereldproblemen hen niet interesseren. Bovendien kunnen ondernemingen ook werkelijk oplossingen aanbieden, bijvoorbeeld voor waterzuivering, schone energie et cetera. Ze staan dus zeker niet altijd aan de andere kant van de barrière.” Daarnaast vindt Gijssels een zekere bescheidenheid rond sociale en duurzame initiatieven wel gepast. -Het komt nogal ongeloofwaardig over als bedrijfsleiders zich te luidruchtig op de borst roffelen. Bovendien wordt die zogenaamde pr rond duurzaam ondernemen vaak overdreven. Veel bedrijven hebben een zekere schroom om bijvoorbeeld schenkingen aan de grote klok te hangen, precies omdat ze niet willen dat de acties als misplaatste reclame zouden worden opgevat. En ook omdat ze geen stroom van gelijkaardige aanvragen willen losmaken natuurlijk.”