Een belasting op industriële luchtvervuiling (zoals fijnstof) kan ervoor zorgen dat de vervuilende uitstoot grotendeels verdwijnt en is praktisch uitvoerbaar. De maatschappelijke schade door luchtvervuiling, voor een groot deel gezondheidsschade, is hoger dan de kosten voor de industrie om deze terug te dringen. Dit staat in het zojuist gepubliceerde onderzoek ‘Een belasting op luchtvervuiling in de Nederlandse industrie’ van het Centraal Planbureau (CPB) dat kijkt naar de sectoren staal, basisplastics (ethyleen) en kunstmest.
Het CPB concludeerde in 2018 al dat beprijzing van vervuilende uitstoot effectief kan zijn. Nu is onderzocht hoe dat voor de industrie uitpakt. Bij een belasting die gelijk is aan de maatschappelijke schade, wordt het voor bedrijven voordeliger om technologie (zoals filters) te gebruiken om de emissies terug te dringen, dan om via de belasting voor de uitstoot te betalen. Wel stijgen daardoor de productiekosten in de Nederlandse industrie. Dit kan een daling van de vraag naar hun producten tot gevolg hebben. Bedrijven zouden nu al maatregelen kunnen nemen om de emissies te verlagen want de technologie bestaat al, maar de bestaande regelgeving verplicht ze hier niet toe.
Het invoeren van een dergelijke belasting is praktisch mogelijk. Grotere bedrijven rapporteren hun vervuilende uitstoot en de maatschappelijke kosten van luchtvervuiling per stof zijn ook berekend. Luchtvervuiling kan ook zonder belasting afnemen als gunstig bijeffect van maatregelen tegen CO2-uitstoot, maar dit gebeurt pas op de langere termijn als het klimaatbeleid strenger wordt. Een belasting op luchtvervuiling zorgt daarnaast voor een veel grotere afname van emissies.
De vraag is voor welke delen van de economie een belasting zou moeten gaan gelden als deze echt wordt ingevoerd. Andere grote uitstoters naast de industrie zijn bijvoorbeeld de landbouw en het verkeer. Wat in deze sectoren de effecten van een belasting zouden zijn, vraagt nader onderzoek. De beprijzing van industriële luchtvervuiling heeft weinig effect op de stikstofproblematiek.