Gisteren, 27 november, ontving groothandelsketen Technische Unie als eerste de Recycle Power Award. Deze nieuwe onderscheiding wordt vanaf nu jaarlijks uitgereikt aan het bedrijf dat in de B2B-markt het best presteert bij het inzamelen van afgedankt elektrisch gereedschap door Stichting Verwijdering Elektrisch Gereedschap (SVEG) en Wecycle. MVO-manager Ariane van Dijk van Technische Unie verklaart het geheim achter het inzamelsucces.

Technische Unie is niet alleen de grootste technische groothandel van Nederland, het is tevens de grootste inzamelaar van e-waste uit het professionele circuit. Afgelopen jaar werd maar liefst 84,5% van al het klein elektrisch e-waste bij groothandels ingezameld via Technische Unie. Een aanzienlijk deel hiervan betrof elektrisch gereedschap – een voor de technische groothandel belangrijke productcategorie die zowel wordt verkocht als verhuurd. Voor SVEG aanleiding de eerste editie van de Recycle Power Award aan Technische Unie toe te kennen.

Voor de e-waste inzameling werkt Technische Unie al meer dan een decennium samen met Wecycle, vertelt Van Dijk. “Het begin van die samenwerking dateert uit vóór mijn tijd bij dit bedrijf, maar ik weet wel dat destijds al goede afspraken zijn gemaakt over hoe de samenwerking optimaal zou kunnen worden vormgegeven. De insteek destijds was dat we wisten dat onze klanten met e-waste te maken hadden en we ze zoveel mogelijk wilden ontzorgen. We zagen het dus als een stukje extra service met het oog op klantenbinding. Inmiddels is dat beeld totaal veranderd. Inzameling en recycling maken deel uit van één van onze negen pijlers: het terugdringen van afval. Als onderdeel van onze overkoepelende MVO-strategie wordt dit issue als zodanig ook echt op MT-niveau gemanaged.”

Dat de inzameling bij Technische Unie zo succesvol is, komt volgens Van Dijk omdat het binnen het bedrijf tot een vast onderdeel is gemaakt van het totale werkproces. “We hebben het gewoon heel goed ingeregeld, door werkprocedures te maken in het systeem waar iedereen bij Technische Unie mee werkt. Daardoor is het onderdeel van het dagelijkse werk voor alle medewerkers die hier een rol in spelen. En dan wordt het op zeker moment het nieuwe normaal, iets dat we gewoon doen”, aldus Van Dijk.

Promotievideo

De inzameling mag dan goed lopen, het is iets waar je volgens Van Dijk wél over moet blijven communiceren. “We hebben ongeveer anderhalf jaar geleden een promotievideo gemaakt voor onze klanten die we via social media hebben verspreid, om opnieuw aandacht te vragen voor het onderwerp”, zegt Van Dijk. “Zeker als je wilt dat het groter wordt en zich misschien verder gaat ontwikkelen, zul je er ook méér voor moeten doen. We zien binnen Technische Unie zeker nog kansen om het inzamelniveau verder op te krikken en dat is ook onderdeel van mijn takenpakket: het verhaal blijven vertellen en de bewustwording bij onze klanten blijven vergroten.”

Ook de uitreiking van de Recycle Power Award zelf gaat Van Dijk aangrijpen om het belang van e-waste inzameling opnieuw onder de aandacht te brengen. “We hebben ervoor gekozen die feestelijke uitreiking te laten plaatsvinden op onze TU-boot, de Blue Rhapsody. Met deze varende evenementenlocatie meren we jaarlijks bij verschillende plaatsen in Nederland aan, vooral om de laatste ontwikkelingen bij onze leveranciers te tonen. Maar ontwikkelingen op MVO-gebied zullen daar een steeds prominentere plek gaan krijgen. Deze fantastische prijs is natuurlijk een prima aanleiding om met bezoekers in gesprek te gaan.”

De Award is voor Technische Unie geen directe aanleiding de wijze waarop e-waste en afgedankt professioneel elektrisch gereedschap aan te passen. “Maar we gaan eigenlijk elk jaar wel een keer om de tafel met Wecycle om de zaken te evalueren te kijken of we dingen verder kunnen finetunen.”

Circulaire gedachte

Eén van de zaken die op Van Dijk’s verlanglijstje staan is beter in kaart te krijgen hoe bedrijven eigenlijk omgaan met professioneel elektrisch gereedschap. Ze zegt: “Wij verhuren jaarlijks veel gereedschap, vooral aan kleinere ondernemers voor wie de aanschaf niet rendabel is, bijvoorbeeld omdat ze dat gereedschap maar sporadisch nodig hebben. Vanuit de circulaire gedachte is dat eigenlijk ideaal, want Technische Unie blijft dan eigenaar en kan dus ook na het einde van de levensduur zorgen voor een correcte verwerking. Er zijn natuurlijk ook grote bedrijven die wél investeren in eigen gereedschap en dat wellicht bij ons of elders bestellen. Ik ben eigenlijk heel benieuwd of die partijen vaste afschrijvingstermijnen hanteren voor dit soort gereedschap, of ermee doorwerken tot het letterlijk uit elkaar valt. We weten daar eigenlijk nog weinig van.”

Van Dijk zegt vanuit de Rijksoverheid steeds meer aanbestedingen voor gereedschappen te ontvangen waarbij wel expliciet wordt gevraagd om voorstellen die leiden tot een zo duurzaam mogelijke inkoop. “Je moet dan denken aan het organiseren van een reparatieservice, in samenwerking met andere partijen want dat doen we niet zelf. Maar ook het organiseren van een verantwoorde afvoer van defecte apparaten in samenwerking met Wecycle nemen we in zo’n aanbesteding op.”

Op de slotvraag of Technische Unie vanuit een sterke MVO-visie op circulariteit wellicht ooit helemaal zal overstappen op het gear-as-a-service model antwoordt Van Dijk: “Dat is nog wel echt een toekomstscenario. Maar wel een dat nadrukkelijk in beeld is. Voor nu zitten er nog te veel haken en ogen aan, want je wil bijvoorbeeld dan ook op afstand de conditie van het gereedschap kunnen monitoren en dus moet elk apparaat worden uitgerust met een condition monitoring chip, om eens wat te noemen. Maar wat mij betreft is het niet meer een vraag óf dit gaat gebeuren, maar alleen wanneer.”