Schepen gaan op afzienbare termijn varen op 100 procent biologische en duurzame brandstof. De Enschedese onderneming BTG wil namelijk nog dit jaar een nieuw technologiebedrijf opzetten waar ruwe pyrolyse-olie wordt omgezet naar een geavanceerde scheepvaartdiesel. Het wordt de eerste raffinaderij ter wereld waar biobrandstof wordt gemaakt van pyrolyse-olie.
Het nieuwe bedrijf gaat BTG-neXt heten. BTG-neXt richt zich in eerste instantie op de bouw van een demonstratie-raffinaderij waar volledig hernieuwbare scheepvaartdiesel kan worden geproduceerd uit pyrolyse-olie, met als doel aan te tonen dat de continu-productie hiervan mogelijk is. Pyrolyse-olie wordt gemaakt van natuurlijke restanten, zoals zaagsel en bermgras en zou als vervanger van fossiele brandstof gebruikt kunnen worden.
Opschaling
De nieuwe demofabriek heeft een beoogde capaciteit van 1000 ton scheepvaartdiesel per jaar. René Venendaal, CEO van BTG: “Dat is voldoende om aan te tonen dat de technologie werkt en dient als basis voor verdere opschaling.” Het gaat volgens Venendaal om een miljoeneninvestering. “We zijn nu aan het uitzoeken om welk bedrag het precies gaat.” Doel is om op basis van de demo vervolgens commerciële fabrieken met een capaciteit van enkele tienduizenden tot mogelijk honderdduizenden tonnen scheepvaartdiesel per jaar uit te rollen.
Deze weg bewandelde BTG eerder met de productie van pyrolyse-olie. In 2008 werd hiervoor BTG-BTL opgericht. Ook werd de fabriek Empyro gebouwd in Hengelo, waar werd aangetoond dat het maken van olie uit zaagsel niet alleen technisch maar ook commercieel mogelijk was. Empyro is sinds 2019 onderdeel van afvalverwerkingsbedrijf Twence. BTG-BTL ontving dit jaar de eerste orders voor bijna exacte kopieën van de fabriek van ondernemingen uit Zweden en Finland, die daar vanuit de restanten van hun zagerijen pyrolyse-olie gaan maken.
Mogelijke samenwerking GoodFuels
De plannen die BTG heeft uitgestippeld tot 2030 zijn met enthousiasme ontvangen. Voor GoodFuels, pionier en marktleider in duurzame biobrandstoffen voor de scheepvaart, bieden de plannen voldoende aanleiding om de mogelijkheden van een gezamenlijke investering in de demofabriek te bestuderen.
CEO van GoodFuels Dirk Kronemeijer: “GoodFuels heeft de afgelopen vijf jaar de weg voor biobrandstoffen in de scheepvaart vrijgemaakt. Samen met partners als Boskalis, Rijksrederij, Havenbedrijf Rotterdam, Norden en IKEA hebben we laten zien dat deze brandstoffen een onmisbare rol gaan spelen in de verduurzaming van scheepvaart. Nu wordt het de kunst om op te schalen zonder enige concessie te doen aan de duurzaamheid van de gebruikte grondstof. Dit project voldoet aan alle cruciale succescriteria en we zouden er bijzonder trots op zijn als we samen met BTG deze cruciale ontwikkeling voor Nederland aan mogen gaan.”
Zwaveluitstoot
De locatie van de nieuwe demonstratiefabriek is “zo dicht mogelijk bij huis”, aldus Venendaal. “We moeten, net zoals bij BTG-BTL en Empyro, in staat zijn om er bovenop te zitten en direct de benodigde diensten te kunnen leveren.” GoodFuels heeft de intentie om de testvolumes in de markt te gaan afzetten om zo ook de commerciële business case te optimaliseren. Gezien de voorkeurslocatie voor de demofabriek richt het bedrijf zich in eerste instantie op de regionale binnenvaart. Hiermee kan ook voor de scheepvaart als transportsector een circulaire economiebenadering op regionale schaal worden ontwikkeld.
Venendaal: “Schepen, met name die op zee, varen nu op laagwaardige stookolie, wat bijna teerachtig is. Daar valt veel winst te behalen op het gebied van verduurzaming.” De laagzwavelige scheepvaartdiesel van pyrolyse-olie komt ook tegemoet aan de strengere normen die per 2020 gelden voor zwaveluitstoot in de scheepvaart.
Haven Rotterdam
Voor de eerste commerciële fabriek wordt gedacht aan Rotterdam of Eemshaven. Dirk Kronemeijer, CEO van GoodFuels: “Rotterdam zou wat ons betreft de voorkeur verdienen, gezien de aanwezigheid van onze klanten en hun faciliteiten daar. Bovendien biedt Rotterdam veel integratiemogelijkheden vanwege de reeds bestaande infrastructuur.”
BTG heeft sinds de millenniumwissel gewerkt aan de technologie. Venendaal: “De verschillende bouwstenen die sinds een jaar of vijftien zijn ontwikkeld en in diverse parallelle projecten nog lopen, gaan we komende periode samenvoegen om tot de demonstratiefabriek te komen.” Venendaal hoopt dat de commerciële fabrieken al op een beperkte schaal rendabel kunnen zijn: “We mikken op investeringen van grootte-orde 200 miljoen euro per fabriek. Maar we zien nu al dat veel potentiële klanten, vanwege de vraag vanuit de markt, liever grotere fabrieken neerzetten.”
De techniek om middels pyrolyse olie te ontwikkelen uit natuurlijk restafval, zoals houtsnippers en bermgras, werd dertig jaar geleden bedacht aan de Universiteit Twente. Dit is hetzelfde proces als in de aarde plaatsvindt bij het ontstaan van fossiele olie, met als verschil dat de aarde miljoenen jaren over het proces doet en deze techniek slechts een paar seconden. BTG werd in 1987 opgericht als een onafhankelijk privaat bedrijf dat zich specialiseerde in de omzetting van biomassa in energie en het opzetten van spin-off bedrijven die nieuwe technologieën op de markt brengen. In 1993 nam BTG de ontwikkeling en opschaling van de pyrolyse-technologie over van de universiteit.