Ook de Nederlandse regering heeft een verkenning gemaakt van het rijksoverheidsbeleid voor duurzame ontwikkeling en de uitkomsten daarvan voor advies voorgelegd aan de SER en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid ( WRR ). Beide hebben de regering geantwoord en dat levert een verrassend beeld op. Daar waar de SER inhaakt op de internationale betekenis van duurzaamheid, waarin ecologische, sociaal-ethische en economische doelstellingen samengaan, hekelt de WRR juist de uitbreiding van het begrip. De raad wil weer terug naar de oorspronkelijke betekenis, die van ecologische houdbaarheid.
De WRR wil weer terug naar de eendimensionale betekenis omdat hij bang is dat een brede betekenis van duurzaamheid zal leiden tot besluiteloosheid en een afwachtende houding. De overheid moet immers met te veel doelstellingen (die goed zijn voor mensen, milieu en economische welvaart) rekening houden en dan komt er van beleid niets terecht, aldus de WRR . Op zich een terechte bezorgdheid. Maar dat heeft niets met de betekenis van het duurzaamheidsbegrip te maken. Bovendien betreffen vier van de vijf gekozen thema’s in de Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling het milieu: bevolking, klimaat, water en biodiversiteit. Het vijfde is kennis. De SER stelt voor om die kennis ook weer in dienst te stellen van de vier milieuthema’s door aandacht te vragen voor verduurzaming van consumptie- en productiepatronen.
De WRR wekt vooral de indruk dat hij een semantische discussie over duurzaamheid heeft willen gebruiken om de overheid te wijzen op haar gebrek aan doortastendheid en het ontbreken van een politieke wil om scherpe keuzes te maken.
Dat blijkt ook uit de tweede aanbeveling die de WRR doet: de overheid moet de wetenschap niet gebruiken om de doorslag te geven bij moeilijke beslissingen. Wetenschappers kunnen niet met 100 procent zekerheid zeggen of boren in de Waddenzee goed is of juist slecht. De politiek moet de verantwoordelijkheid voor die keuze gewoon nemen, zegt de raad.
Tijdens de persconferentie dinsdag bleek dat de WRR de bijeenkomst in Johannesburg bij voorbaat al tot een mislukking heeft verklaard omdat te veel onder de noemer van duurzaamheid is geplaatst en de 180 regeringen ten onder zullen gaan in een kakofonie van strategieën en ideeën.
De inschatting van de WRR komt waarschijnlijk uit. Maar een slecht resultaat op de wereldtop voor duurzame ontwikkeling heeft niets met het door de raad gekwalificeerde ‘metabegrip’ te maken. Dat heeft vooral te maken met het ontbreken van een gevoel van urgentie over de staat van de wereld, ondanks de beruchte 11 september, ondanks al die mensen die op drift zijn en ondanks ons eigen nationale onbehagen.
Marleen Janssen Groesbeek