Hoewel vanaf 2023 alle kantoorgebouwen minimaal energielabel C moeten hebben, voldoet meer dan de helft ervan niet aan deze eis. Het grootste deel van de vastgoedeigenaren vindt het duurzamer maken van hun gebouwen belangrijk, alleen zijn er nog teveel obstakels om echt werk te maken van verduurzaming. Dit blijkt uit het duurzaamheidsrapport van vastgoedadviseur Colliers International die onderzoek deed bij 40 institutionele, particuliere en private-equitybeleggers die gezamenlijk 6,9 miljoen vierkante meter kantoorruimte vertegenwoordigen.
Liever goedkoop dan duurzaam
De afgelopen vijf jaar kozen beleggers vooral om via regulier onderhoud hun panden duurzamer te maken. De verduurzamingsstrategie voor de komende jaren is niet veel anders. Het ontbreekt bij de meeste partijen aan een ambitieus plan. Terwijl institutionele beleggers zich focussen op het optimaliseren van hun portefeuille, overwegen sommige private-equitybeleggers zelfs om de energielabel C eis te negeren. Zij sorteren voor op het niet-handhaven door de overheid. Daarnaast verwachten zij voldoende vraag vanuit het midden- en kleinbedrijf naar kantoorruimte met een slechter label. Zij ervaren dat deze huurders liever goedkoop zitten dan duurzaam.
Businesscase grootste obstakels
De lastige businesscase wordt door bijna zes op de tien beleggers als reden aangegeven om niet sneller te verduurzamen. De investeringen kunnen niet vaak worden terugverdiend door een hogere huurprijs te rekenen. Ook de split-incentive problematiek, waarbij de eigenaar investeert in duurzaamheidsmaatregelen en de huurder profiteert van een lagere energierekening, staat de verduurzaming in de weg. Particuliere beleggers worden vooral tegengehouden door het gebrek aan kennis. Dit terwijl de grootste uitdaging vooral bij hen op het bord komt te liggen: de kantoorgebouwen op de minder goede locaties duurzamer maken.
Gezamenlijke actie overheid, bedrijfsleven en consumenten hard nodig
Drie partijen kunnen beleggers helpen om snelheid te maken. Ten eerste moet de overheid handhaven en met wetten richting geven aan de toekomst die verder gaat dan 2023. Daarnaast moet de Wet Milieubeheer uitgebreid worden naar kleinere bedrijven, zodat ook zij investeringen doen die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend. De tweede partij is de huurder. Wanneer elk bedrijf besluit om alleen duurzame kantoorruimte te huren, geeft dit de verduurzaming vleugels. Tenslotte spelen medewerkers van deze bedrijven een belangrijke rol. Zij kunnen meer eisen van hun werkgever op het gebied van huisvesting en daarmee indirect verduurzaming afdwingen.
Uiteindelijk is de gecombineerde inspanning van overheid, beleggers, huurders en medewerkers de beste kans om de verduurzaming van de kantorenmarkt op gang te brengen.