Waar maakt Henderson zich druk over? Over bedenkelijke ideeën die steeds meer om zich heen grijpen. Ondernemingen moeten verantwoord handelen, zeker. Maar dat betekent niet dat zij de vandaag gangbare opvattingen over verantwoord ondernemen moeten steunen, want die zijn grondig mis, betoogt hij. Door bevordering van sociale rechtvaardigheid te rekenen tot de doelstellingen van de onderneming wordt de markteconomie ondermijnd en welvaart aangetast. Voor ondernemingen is verantwoord ondernemen een overtollige bagage.
Donquichotterie? Trekt hier iemand in zijn eentje ten strijde tegen een heel leger? Henderson weet wie hij vandaag op zijn weg vindt. Geregeld brengt hij ‘de aanhangers van verantwoord ondernemen ‘ in beeld: steeds meer ondernemingen en sommige ondernemingsorganisaties, groepen investeerders, vakbonden, NGO’s, commentatoren, academici en publieke figuren, inclusief politiek leiders en ambtenaren in heel wat ministeries en semi-overheidsinstellingen en in een aantal bureaus van de Verenigde Naties. Zij doen allemaal alsof verantwoord ondernemen een duidelijke zaak is die geen verdediging meer nodig heeft, en dat maakt Henderson ongerust en narrig tegelijk.
Zijn onbehagen is niet ongegrond. Het is inderdaad zo dat rondom verantwoord ondernemen veel nog onbepaald blijft. Waarvoor staat die befaamde Triple P van People, Planet, Profit precies? Hoezo komen ondernemingen op voor mensenrechten en vakbondsvrijheid, zoals ze plechtig verklaren in hun code, als ze tegelijk vestigingen stichten in China waar vakbonden verboden zijn? Die ‘verwachtingen van de samenleving’ waar ondernemingen zich aan te houden hebben, door wie worden die eigenlijk geformuleerd? En de ‘licence to operate’ die ondernemingen van ‘de maatschappij’ moeten krijgen, is dat meer dan een retorische vondst om de schrik er bij ondernemingen in te houden? Daar mag best naar gekeken worden.
Maar het eigenlijke onbehagen zit dieper, in het ‘alarmisme’ en milieupessimisme dat Henderson in veel verhalen hoort meeklinken, en vooral in de wereldwijde boodschap van verlossing (‘global salvationism’) die gepaard gaat met een radicale ingreep in de vrijemarkteconomie. De nieuwe heilsboodschap wordt door aanhangers van verantwoord ondernemen met verve uitgedragen en door veel ondernemers klakkeloos overgenomen. Daar gaat het pas echt mis.
Wat moeten we hiermee? Nuchter blijven, denk ik, in meer opzichten. Er is niets tegen realiteitszin. Dingen moeten niet duidelijk genoemd worden als zij niet duidelijk zijn. Er is iets, een beetje, tegen gemakkelijke overdrijvingen, zoals bijvoorbeeld de bewering dat de meeste NGO’s anti-business zijn, zodat praten met hen door ondernemingen neerkomt op slapen met de vijand, of zoals de met smaak geciteerde conversatie tussen twee bedrijfsdirecteuren: ‘Jan, snap je het dan niet? Mijn bedrijf wordt vandaag geleid door Greenpeace, en het is mijn taak ervoor te zorgen dat Greenpeace morgen ook jouw bedrijf leidt.’
Er is weer helemaal niets tegen de constatering dat verantwoord ondernemen in de grond een heel radicale aangelegenheid is. Met deze constatering wordt juist recht gedaan aan wat verantwoord ondernemen tot een serieuze zaak maakt. Maar er is heel veel tegen de spastische reactie die elk spoor van radicaliteit, hoe miniem ook, wegvaagt als ‘mythe’ en ‘illusie’, of sterker nog, als ‘dawnism’, zwijmelen in het zelf-opgeroepen ochtendgloren van een kapitalisme met een menselijk gezicht, waardoor in feite de vrijemarkteconomie in lucht opgaat. Daar moet de discussie dus over gaan.
De recentste aflevering van Krisis. Tijdschrift voor empirische filosofie is in zijn geheel gewijd aan het thema kapitalisme. Een heel toegankelijk artikel daarin, van de hand van dr Wim Dubbink van de Vrije Universiteit, gaat over ‘Het kapitalisme als kwetsbare orde. De radicale implicaties van maatschappelijk verantwoord ondernemen ‘. Het kapitalisme staat weer op de agenda omdat verantwoord ondernemen serieus wordt genomen. Dat heeft met ochtendgloren niets te maken. Dan hebben we het over de hitte van de dag.
Over twee weken spreken David Henderson en ik allebei op een congres in Parijs voor tweehonderd Europese studenten over ‘corporate social responsibility’. Dat kan nog spannend worden. Als het iets oplevert, zal ik het melden.
Henk van Luijk is filosoof en oud-hoogleraar bedrijfsethiek.