Volgens de lingerieproducent, onder meer bekend van merken als Sloggi, werd het publieke debat over het verblijf in het Zuid-Aziatische land steeds `emotioneler’ en bracht dat te veel `onzekerheden’ met zich mee voor de toekomst. Triumph verklaart de beslissing wel te betreuren. Ondanks een sociaal plan zal de sluiting van de vestiging voor grote problemen zorgen bij de circa 1000 werknemers, stelt het bedrijf.

De Schone Kleren Kampagne, Birma Centrum Nederland, Novib en de vakorganisatie FNV hebben in Nederland actie gevoerd tegen Triumph. Zo werden bh’s van het bedrijf in winkelstraten publiekelijk verbrand, zijn kaarten met ondergoed van prikkeldraad verspreid en is Triumph tijdens de zogeheten Nacht van de Lingerie ten schande gemaakt.

A. Nommensen van de internationale hulporganisatie FNV Mondiaal zei gisteren blij te zijn dat de acties hebben gewerkt. ,,Nu blijkt ook dat internationale samenwerking op dit gebied succes kan hebben.” Volgens haar zijn tegen Triumph ook acties gevoerd in Australië, België, Brazilië, Duitsland, Noorwegen en Zwitserland.

Nommensen zal het lingeriebedrijf voorlopig wel `nauwlettend’ blijven volgen. ,,Wij maken ons nog zorgen over het sociaal plan van Triumph. In Birma zijn daar geen vakbonden bij betrokken. Die zijn bij wet verboden.”

De discussie over investeren in Birma wordt al enkele jaren gevoerd. Zo trokken Philips en Heineken wegens de mensenrechtensituatie al in 1996 hun handen van het land af. In het land is volgens Nommensen nu nog de Franse oliemaatschappij Total actief, evenals het Nederlands bedrijf IHC Caland, waartegen eerder actie is gevoerd. Of die wordt hervat, kon Nommensen nog niet zeggen.