Nederlandse beursgenoteerde bedrijven hebben onvoldoende oog voor de klimaatrisico’s die zij lopen. Vooral bedrijven in niet-financiële sectoren onderkennen in beperkte mate de belangrijkste klimaatrisico’s die zij lopen met hun activiteiten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de fysieke risico’s van extreem weer en de gevolgen hiervan, zoals overstromingen, orkanen en droogte. Maar bedrijven onderschatten juist ook de mogelijke transitierisico’s die een groenere economie met zich meebrengt. Uit onderzoek van KPMG onder AEX-genoteerde bedrijven blijkt dat meer dan de helft van de bedrijven extreme weersomstandigheden niet beschouwt als een van de belangrijke financiële risico’s die de onderneming loopt. “Dat is opvallend omdat de meeste bedrijven, ongeacht de branche waarin zij opereren, zelf of via hun keten op verschillende locaties actief zijn en dus te maken hebben met deze risico’s”, zegt Wim Bartels, partner bij KPMG Sustainability.
Olie- en gassector onderscheidt zich
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat alleen bedrijven in de olie- en gassector klimaatrisico’s die van invloed zijn op hun financiële prestatie op waarde te schatten. Bartels: “Zij zijn bijvoorbeeld goed voorbereid op de mogelijke gevolgen voor de strategie, reputatie en aansprakelijkheid. En de bedrijven zijn zich bewust van de invloed van CO2-beprijzing en het feit dat de wijze waarop zij met het klimaat omgaan gevolgen kan hebben voor consumentenvoorkeuren. Dit komt natuurlijk voort uit de toenemende aandacht van overheden voor de fossiele-energiesector in de beweging naar een CO2-neutrale economie en de toenemende eisen van aandeelhouders om te voldoen aan de aanbevelingen van de Task Force on Climate-related Disclosures (TCFD) of de strategie in lijn te brengen met de doelstellingen van de overeenkomst van Parijs.”
Lange termijn blik ontbreekt
Als bedrijven wel klimaatrisico’s erkennen, dan blijken ze vooral risico’s te hebben geïdentificeerd die zichtbaar zijn of een korte termijn invloed hebben. Een blik op de lange termijn ontbreekt. Bartels: “Klimaatrisico’s zijn bij uitstek langlopend en niet-lineair. Dat betekent ook dat de risico’s zeer onzeker zijn, zowel in termen van waarschijnlijkheid als impact. In dat opzicht verschillen zij ook van de meeste traditionele bedrijfsrisico’s. De meeste bedrijven richten zich vooral op klimaatrisico’s die al een impact hebben gehad op het bedrijf of zichtbaar zijn geweest in de media. Extreem weer bijvoorbeeld dat zorgt voor productieonderbrekingen en de waarde van de bedrijfsbezittingen vermindert. En de beprijzing van de CO2 uitstoot die leidt tot hogere operationele kosten. Voor de langere termijn missen bedrijven met name transitierisico’s, de risico’s die bedrijven lopen als gevolg van de beweging naar een groene economie en de mogelijke gevolgen die dit heeft voor de waarde van bedrijfsbezittingen. Deze risico’s zijn met name het gevolg van veranderend klimaatbeleid, strengere milieuwetgeving, nieuwe technologie en veranderingen in het gedrag van consumenten die het gevolg zijn van een samenleving die minder CO2 uitstoot. Aanpassing is niet altijd eenvoudig en vraagt dus om tijdige voorbereiding op die veranderende wereld. Tegen de tijd dat de risico’s realiteit zijn geworden zal het te laat zijn.”
Klimaatrisico’s identificeren
Bartels constateert dat het onderschatten van klimaatrisico’s aanzienlijke financiële gevolgen kan hebben, zoals verlies van inkomsten, snel in waarde dalende bezittingen en hogere operationele en aansprakelijkheidskosten. Bartels: “Maar het gevolg kan ook zijn dat bedrijven er niet in slagen om kansen die zich in de toekomst voor gaan doen te verzilveren. Dat betekent in ieder geval dat de onderneming er niet in slaagt zoveel mogelijk waarde te creëren. Het is dan ook essentieel dat bedrijven de klimaatrisico’s identificeren die het meest relevant zijn en worden, waarbij de diversiteit van het productaanbod en de geografische spreiding van het bedrijfsbezit in ogenschouw moet worden genomen. Een gedegen beeld van met name de fysieke klimaatrisico’s die zeer lokaal gericht kunnen zijn, is essentieel. Orkanen kunnen bijvoorbeeld een aanzienlijk risico vormen voor bedrijven met activiteiten in gebieden waar deze frequent voorkomen, zoals de Verenigde Staten. En de zeespiegelstijging is bijzonder relevant voor bedrijven die actief zijn in laaglandgebieden als Nederland. Van groot belang is de risico’s niet alleen te overwegen, maar ook om de onderlinge afhankelijkheid te bekijken. Extreme droogte kan voor een voedingsmiddelenbedrijf immers niet alleen resulteren in risico’s voor de gewasopbrengsten, maar ook in veranderend consumentengedrag omdat producten niet beschikbaar zijn van of extreem duur geworden zijn.”