‘Het is een onomkeerbare ontwikkeling. Over vijf jaar zal het voor veel bedrijven een vanzelfsprekende manier van ondernemen zijn geworden’, aldus Van Tilburg. ‘Dat komt omdat verantwoord ondernemen geen geïsoleerd thema is. Het is verbonden aan de globalisering. Multinationals hebben een grotere macht omdat ze grensoverschrijdend zijn en met die macht hebben ze als vanzelf een grote verantwoordelijkheid gekregen. Met de versnelling van informatie en de komst van internet kan een bedrijf niet meer stilletjes zakendoen in het buitenland. We komen er hier toch achter wat ze daar doen.’

‘We zijn een aantal jaren geleden begonnen met de integrale advisering van duurzaam ondernemen’, aldus Van der Molen. ‘Niet alleen staat de wet- en regelgeving over dierenwelzijn, mensenrechten en genetische modificatie al die tijd op de agenda van de politiek, en daarmee op die van het bedrijfsleven, ook is de dynamiek van die discussie dezelfde als die over het milieu (kernactiviteit van DHV , red.). Dat betekent in de praktijk dat we bedrijven eerst helpen in kaart te brengen met welke maatschappelijke belangen en bijbehorende stakeholders zij te maken hebben. We hebben daarvoor, samen met Good Company en Universiteit Nyenrode, een zogenoemde ”Sustainability Scorecard” ontwikkeld. Hiermee is het mogelijk om verschillende bedrijfsdisciplines zo te analyseren dat een helder beeld ontstaat van de sterke en zwakke plekken van de onderneming rondom duurzaamheid. Inmiddels hebben we de Scorecard toegepast bij zo’n 25 bedrijven, waaronder DSM, Rabobank, Dumeco en KLM.’

Reputatiemanagement is een belangrijke reden voor bedrijven om zich te laten adviseren over verantwoord ondernemen. Van der Molen: ‘Bestuursvoorzitters vragen zich af wat de verborgen risico’s van hun bedrijf kunnen zijn. Sommigen hebben te maken gehad met schandalen, corruptie of met vragen van aandeelhouders over hun maatschappelijke gedrag. Sinds de voedselcrises roepen veel meer bedrijven uit de voedselindustrie ons advies in.’ Van Tilburg ziet met name in de behoefte van beleggers om meer te weten over de duurzaamheid van ondernemingen een belangrijke impuls. ‘Toegang tot de kapitaalmarkt is essentieel voor ondernemingen. Nu wordt nog maar één op de acht guldens duurzaam belegd, maar dat aandeel groeit snel. Bovendien vragen institutionele beleggers steeds meer om informatie over duurzaamheid en verantwoordelijk gedrag van ondernemingen. Een duurzame onderneming is beter voorbereid op toekomstige ontwikkelingen. Ook uit onderzoek blijkt dat duurzame bedrijven op de lange termijn een hoger rendement opleveren. Dat zorgt ervoor dat verantwoord ondernemen niet als een hype ten onder gaat.’

Om de discussie en de kennisuitwisseling levendig te houden, heeft DHV een online kenniscentrum (www.duurzaam-ondernemen.nl) opgezet. De site wordt druk bezocht door groentjes en ingewijden en is daarmee een voorloper op het kenniscentrum dat het ministerie van Economische Zaken nog moet oprichten.