Mohamed Rabbae (GroenLinks) en Bert Koenders (PvdA) hebben vanochtend een initiatiefwetsvoorstel gepresenteerd waarin deze plicht voor bedrijven wordt geregeld.
PvdA en GroenLinks willen dat ondernemingen met internationale activiteiten verplicht worden te melden wat de impact van de activiteiten op ethisch, sociaal en ecologisch gebied is. Op grond daarvan kan iedere belanghebbende zich een mening over die onderneming vormen of eventueel het waarheidsgehalte daarvan voor de rechter betwisten. De precieze vorm waarin verslag over maatschappelijk ondernemingen wordt gedaan is niet voorgeschreven maar bedrijven dienen wel aan te sluiten bij de breed ondersteunde OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, de ILO-Conventies en de mensenrechtenverdragen. Dit initiatiefwetsvoorstel wil die normen dan niet van bovenaf vastleggen, maar wel bijdragen aan transparantie over maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ondernemen is meer dan het maken van winst. Activiteiten van bedrijven kunnen ook het milieu vervuilen, zorgen voor slechte werkomstandigheden of zelfs schendingen van mensenrechten. Daarnaast kunnen activiteiten bijdragen aan werkgelegenheid en sociaal welzijn. In Nederland zorgen wet- en regelgeving ervoor dat uitwassen van ondernemerschap zelden voorkomen. In vele landen is dit anders en laat wet- en regelgeving en de handhaving daarvan vaak te wensen over. Nederlandse ondernemingen die buiten Nederland actief zijn, zijn zich gelukkig steeds vaker bewust van hun maatschappelijke rol en handelen ook daar naar.
Door middel van het onderschrijven van gedragscodes illustreren zij hun verantwoordelijkheidszin. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is inmiddels in een aantal directiekamers als onderwerp doorgedrongen. Nu nog het handelen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is meer dan een hype voor de hoogconjunctuur. Steeds meer ondernemingen beginnen stappen te zetten in de goede richting door bijvoorbeeld zich terug te trekken uit landen waar mensenrechten worden geschonden of door strenge milieueisen te stellen. Maar het aantal is nog klein en de discussie beperkt zich zoals de Rabobank onlangs in een hoorzitting uitdrukte vaak tot de borreltafel.
Dit is niet genoeg volgens de PvdA en GroenLinks. Consumenten moeten weten welke bedrijven maatschappelijk ondernemen onderschrijven en wat zo’n bedrijf doet of juist nalaat te doen. Door er voor te zorgen dat in jaarverslaglegging duidelijk wordt wat de gevolgen op ecologisch, sociaal en ethisch gebied zijn, kunnen consumenten, beleggers, niet-gouvernementele organisaties, afnemers of andere belanghebbenden een oordeel vellen over een onderneming. Een meubelfabrikant die in zijn jaarverslag beweert geen gebruik te maken van kinderarbeid in een Aziatisch land, maar dit in de praktijk wel doet, kan met deze initiatiefwet bij de Ondernemerskamer aangeklaagd worden. Consumenten kunnen vervolgens zelf beslissen om al dan niet meubels van een dergelijke onderneming te kopen. Dat is een enorme stimulans voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. In tegenstelling tot het SER-Rapport over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt in deze initiatiefwet de overheid marktmeester zodat de markt transparant werkt en maatschappelijk verantwoord ondernemen niet tot een aantal bedrijven beperkt wordt.