Consumenten stellen steeds meer eisen aan producten, onder andere aan de wijze waarop zij gemaakt worden. Bedrijven spelen daarop in met een maatschappelijk verantwoord ondernemingsgedrag. Zij willen binnen de productieketen afspraken maken over de aan hun producten te stellen eisen. ‘Moet je daarvoor dat hoge goed van de vrije mededinging niet iets gaan beperken?’ vroeg gisteren W. Lageweg van de Rabobank aan leden van de Tweede Kamer. ‘En wat is dan de rol die de Nederlandse Mededingingingsautoriteit moet spelen?’
De parlementariërs spraken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen over ethisch ondernemen. De vraag van Lageweg speelden de kamerleden later die dag door in een overleg met staatssecretaris Ybema van Economische Zaken over hetzelfde onderwerp.
Volgens de bewindsman is het de hoofdtaak van de NMa toe te zien op eerlijke concurrentie. ‘Daarin passen geen ketenafspraken en geen prijsafspraken’, aldus Ybema. De staatssecretaris ziet geen concrete situaties voor zich waarin activiteiten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen hiermee botsen, zo zei hij ook.
Bedrijven en een organisatie als de Consumentenbond zien die spanning nu juist wel. In het gesprek met de Kamer zei M. Peters van de Consumentenbond dat haar organisatie ‘streeft naar een eerlijke prijs voor producten, en niet naar de laagste prijs’. Een eerlijke prijs betekent dat de consument betaalt voor het milieuvriendelijk en sociaal verantwoord produceren van goederen en diensten. Daarvoor zijn binnen een keten afspraken nodig over de aan een product te stellen kwaliteitseisen.
Lageweg van de Rabobank ziet een parallel met de aanbevelingen van de commissie-Wijffels voor een diervriendelijke veehouderij. Ook Wijffels en zijn mede-commissieleden pleitten vorige maand voor afspraken binnen productieketens, waardoor binnen die ketens de markten vervagen. Concurrentie treedt dan alleen nog op tussen de verschillende ketens. Vrijdag jongstleden liet vice-premier Jorritsma na afloop van het kabinetsberaad weten dat zulke aanbevelingen niet zullen worden overgenomen door het kabinet.
In de Kamer groeit nu de twijfel of wel moet worden besloten tot het verzelfstandigen van de NMa, zoals het kabinet voorstelt. Als de mededingingsautoriteit op afstand van de minister van Economische Zaken wordt gesteld, kan die bewindspersoon geen aanwijzingen meer geven aan de NMa. ‘Nu kan de politiek nog ingrijpen’, aldus kamerlid Vendrik van Groen Links. ‘Straks is dat niet meer mogelijk.’ Staatssecretaris Ybema meent dat de Kamer het probleem maar aan de orde moet stellen in het komende debat over de verzelfstandiging van de NMa.