Het is vandaag 6 jaar geleden dat de Rana Plaza kledingfabriek instortte waarbij 1,134 mensen omkwamen en 2500 mensen gewond raakten, vooral vrouwen. ActionAid in Bangladesh is in nauw contact gebleven met de overlevenden van de ramp en heeft bijgehouden hoe het met hen gaat. De resultaten publiceren we vandaag in het rapport: Follow-up with Rana Plaza Survivors, a quick assessment in 2019. Hieruit blijkt dat meer dan de helft van de overlevenden nog steeds werkloos is door de fysieke of mentale problemen als gevolg van de ramp. Meer dan 10.5% kampt met traumatische klachten. 20.5% geeft aan dat hun fysieke gesteldheid verslechtert. Slechts 15.5% van de werkzame overlevenden zijn weer aan de slag gegaan in de kledingindustrie.
De Rana Plaza ramp schudde de wereld wakker over de misstanden in de kledingindustrie. Ondanks de aandacht voor mensenrechtenschendingen in sector zijn er sinds Rana Plaza tientallen mensen omgekomen en zijn er honderden werknemers gewond geraakt in de kledingindustrie in Bangladesh[1].
Rachel Walker, vrouwenrechten expert bij ActionAid Nederland “Er wordt nog te weinig gedaan om mensenrechtenschendingen door bedrijven in productieketens van kleding maar ook van bijvoorbeeld palmolie voor voedsel of grondstoffen voor mobiele telefoons te voorkomen. Slachtoffers van mensenrechtenschendingen in deze ketens hebben daarnaast onvoldoende mogelijkheden om gerechtigheid te halen”
Op internationaal niveau is er een verdrag in de maak om bedrijven verantwoordelijk te kunnen houden voor deze schendingen. ActionAid ondersteunt dit internationaal VN-verdrag voor mensenrechten en bedrijfsleven, voorgesteld door Ecuador en ondersteund door Zuid-Afrika. De Europese Unie en andere Westerse landen zetten zich op dit moment nog onvoldoende in voor het verdrag.
Rachel Walker: “Wij roepen minister Kaag op om zich in te zetten voor de totstandkoming van dit verdrag om te zorgen dat misstanden in internationale productieketens voorkomen kunnen worden en om slachtoffers van mensenrechtenschendingen toegang te geven tot gerechtigheid en genoegdoening. Het verdrag kan ook het verschil maken voor vrouwenrechten, aangezien vrouwen door schendingen door het bedrijfsleven vaak disproportioneel geraakt worden, zoals we zagen bij Rana Plaza.”