Door middel van literatuurstudie en een case studie bij Akzo Nobel Hengelo wordt aan de lezer nader inzicht gegeven in:
de theoretische vergelijking van ISO 14001 (als norm voor milieuzorgsystemen) en COSO (als raamwerk voor het meer financieel gerichte systeem voor interne controle);
de verwachtingen van stakeholders omtrent het milieuzorgsysteem en de daaruit resulterende informatiebehoefte;
de praktische toepassing van interne controle binnen milieuzorgsystemen.
Het rapport is geschreven voor alle doelgroepen die worden geconfronteerd met het milieuzorgsysteem. In het rapport worden aanbevelingen voor de praktijk en voorstellen voor nader onderzoek gegeven.
Alvorens over te gaan tot de theoretische vergelijking van ISO 14001 en COSO wordt in het rapport eerst een kort overzicht gegeven van respectivelijk de norm en het raamwerk. Zowel COSO als ISO blijken te zijn gericht op de beheersing van processen. Er wordt gebruik gemaakt van het regelkringprincipe -plan-do-check-act’ (in het milieuveld ook wel als de Deming-cycle aangeduid). Binnen financieel gerichte systemen voor interne controle speelt de informatieverzorging een belangrijke rol bij het nemen van beslissingen, bijvoorbeeld inzake preventieve en correctieve acties, en bij het afleggen van verantwoording. Hiervoor is het van belang dat de informatie betrouwbaar is. Betrouwbaarheid van informatie is volgens COSO dan ook één van de doelstellingen van het systeem van interne controle. De norm ISO 14001 zet slechts de grote lijnen van milieumanagement neer. Bedrijven kunnen hier zelf nadere invulling aan geven. In tegenstelling tot COSO noemt ISO 14001 de betrouwbaarheid van informatie niet expliciet als doelstelling van het managementsysteem. Als gevolg hiervan geeft ISO 14001 slechts in beperkte mate voorschriften voor het waarborgen van betrouwbare informatie. De voorschriften zijn met name gericht op het waarborgen van de technische betrouwbaarheid van metingen, zoals procedures voor het kalibreren van meetapparatuur. De administratieve betrouwbaarheid wordt nauwelijks belicht. Om na te gaan op welke wijze bedrijven invulling geven aan ISO 14001 en dan met name aan de kwaliteit van informatie, zoals die gedefinieerd is door stakeholders, is een case studie uitgevoerd bij Akzo Nobel Hengelo. De case studie is uitgevoerd door middel van een stakeholderanalyse en een beschrijving van interne controle binnen milieuzorgsystemen op basis van interviews en het doornemen van interne documenten. Voor de stakeholderanalyse zijn zowel interne en externe stakeholders geïnterviewd. Er zijn vragen gesteld over de eisen die zij stellen aan milieuzorgsystemen, de motieven voor het gebruik van milieu-informatie, de gewenste soort informatie en de kwaliteitseisen waaraan de gewenste informatie moet voldoen. Door de voorschriften van ISO 14001 te confronteren met de resultaten van de stakeholderanalyse blijkt dat ISO 14001 achter loopt op de wensen van interne en externe stakeholders. Dit betreft met name de normen ten aanzien van de betrouwbare interne en externe rapportages. Het bedrijf uit de case studie is ISO 14001 gecertificeerd en heeft zelf initiatieven ontplooid om te kunnen voldoen aan de wensen van stakeholders. Zo is voor het meer structureren van de milieu-informatieverzorging onder meer een (financiële) administrateur aangesteld. Het proces is echter nog in ontwikkeling. Het rapport gaat derhalve niet alleen in op de identificering van interne controlemaatregelen binnnen het milieuzorgsysteem, maar ook op de relevantie en toepasbaarheid van interne controlemaatregelen zoals die bekend zijn vanuit de accountancy. Voorbeelden hiervan zijn de beschrijving van de administratieve organisatie, functiescheidingen, cijferbeoordelingen en verbandscontroles. Dit resulteert in een aantal aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van milieuzorgsystemen en met name de daarin begrepen milieu-informatieverzorging. De aanbevelingen bieden ook aanknopingspunten voor de meer dan 300 bedrijven, die vanaf 1999 verplicht zijn jaarlijks een publieksverslag te publiceren. Het onderzoek is een pilot. Nader onderzoek op dit gebied is gewenst. In het rapport wordt een scala van onderwerpen genoemd die nadere bestudering behoeven.
Het studierapport is tegen kostprijs (inclusief verzendkosten) verkrijgbaar bij het Limperg Instituut te Amsterdam. Na overmaking van fl 60,- op gironummer 3324145 ontvangt u het rapport zo spoedig mogelijk thuis.