Instock, het initiatief dat vierenhalf jaar geleden door vier medewerkers van Albert Heijn gestart werd om voedselverspilling op de kaart te zetten, slaat de vleugels uit. Wat begon als één pop-up restaurant, is uitgegroeid tot een organisatie die, naast het runnen van drie succesvolle restaurants, ook producten maakt van voedsel dat anders weggegooid wordt. Na jaren van intensieve samenwerking met en steun van Albert Heijn is Instock nu klaar voor een zelfstandige status en zet de deur open voor andere organisaties met reststromen.
Samenwerking Albert Heijn blijft
De samenwerking tussen Albert Heijn en Instock blijft: Instock zet de bruikbare onverkochte producten van de supermarktketen en hun leveranciers op de (menu)kaart in de horeca. De deuren van Instock staan daarnaast open voor andere organisaties en bedrijven met reststromen. De gedachte hierachter is dat niet in termen van concurrentie moet worden gedacht wanneer het om duurzaamheid gaat. “We willen juist iedereen motiveren om mee te doen met Instock zodat steeds meer onverkochte producten een goede bestemming krijgen”, aldus Cees van Vliet, directeur winkels en distributie bij Albert Heijn. “Instock heeft ons altijd geinspireerd op vernieuwende manieren te kijken naar voedselverspilling, en ook in deze nieuwe fase blijven ze dat doen”.
Ruimte voor groei
De oprichters en huidige bestuurders Bart Roetert, Selma Seddik en Freke van Nimwegen blijven verantwoordelijk voor Instock. Met de nieuwe situatie ontstaat ruimte om te groeien en nog meer initiatieven te ontplooien om voedselverspilling verder terug te dringen. Voorbeelden daarvan zijn producten als Pieper Bier en de kookboeken Instock Cooking en Circular Chefs. De grootste impact willen ze maken door ook andere horeca te stimuleren om met reststromen te werken, door deze producten beschikbaar te maken.