Ook voor ING is het vinden van het juiste antwoord op dit soort gevoelige vraagstukken niet altijd eenvoudig. Onlangs publiceerde ING het ‘Statement of General Business Principles’, gericht op de medewerkers. Deze verklaring bevat een beknopte omschrijving van de waarden van ING gevolgd door de gedragsregels
en een leidraad hoe om te gaan met dilemma’s. “We hoeven niet roomser te zijn dan de Paus, enige flexibiliteit is soms nodig, maar we willen dat onze medewerkers zich constant afvragen of ze handelen en beslissen conform onze gedragsregels”, aldus de heer mr. E. Kist, vice-voorzitter van de Raad van Bestuur van ING en verantwoordelijk voor de Business Principles.

Bedrijven worden steeds vaker en indringender aangesproken op de ethische aspecten van hun zakendoen. Klanten, consumentenorganisaties, beleggers, milieugroeperingen en mensenrechtenorganisaties bijvoorbeeld houden het doen en laten van grote ondernemingen nauwlettend in de gaten. Vanwege de internationalisering en de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van communicatie is dat ook gemakkelijker geworden. De wereld is letterlijk en figuurlijk binnen handbereik. Met andere woorden: we leven in een CNN World waar alles en iedereen, terecht of onterecht, kan worden bekritiseerd. Financiële instellingen worden kritisch gevolgd wat betreft hun beslissingen over kredieten en investeringen. Besluiten over investeringen staan ter discussie op andere dan economische gronden.

Ondernemingsethiek ofwel de moraal van het zakendoen staat volop in de belangstelling. Voor veel bedrijven reden om gedragsregels te formuleren of aan te scherpen. Ook voor ING.

Dilemma’s
Een belangrijke externe reden is dat de samenleving van ondernemingen verwacht dat zij met betrekking tot maatschappelijke onderwerpen, zoals duurzame ontwikkeling en maatschappelijke verantwoordelijkheid, blijk geven van hun betrokkenheid en hun standpunten kenbaar maken. “Het bedrijfsleven staat nadrukkelijker in het zoeklicht. Dat is ook een hele goede zaak, je moet kunnen uitleggen waar je voor staat. Zeker bij internationale bedrijven als de onze is het noodzakelijk dat klanten en medewerkers weten welke normen wij hanteren bij ons zakendoen. Daardoor stel je je weliswaar kwetsbaar op, maar het is goed om buitenstaanders deelgenoot te maken van de problemen die wij in de praktijk tegenkomen. Ik vind het helemaal niet erg om onze dilemma’s te delen met de samenleving.

We pretenderen zeker niet dat we op alle gevoelige vraagstukken een antwoord hebben. Er is altijd een grijs gebied waarover je kan redetwisten wat de juiste handelswijze is.” Kist geeft het volgende voorbeeld. “Als
wij een kredietaanvraag zouden krijgen om een fabriek te financieren in India waar kinderarbeid plaatsvindt, dan is het de vraag of je wel of niet krediet moet verlenen. Stel dat iedere financiële instelling ‘nee’ zegt
tegen de financiering vanwege de kinderarbeid, dan gaat die fabriek waarschijnlijk failliet. Het is zeer de vraag of je die kinderen daarmee helpt. Het kan best zijn dat je juist in zo’n land aan het werk moet gaan
om van binnenuit, te beginnen met je eigen personeel, te proberen de arbeidsomstandigheden te verbeteren.”

Een ander voorbeeld. “In veel landen krijg je vaak met zogenoemde consultants te maken die tegen een fikse betaling een en ander wel voor je willen regelen, bijvoorbeeld als je iets van de overheid gedaan wil krijgen. Je moet erg uitkijken, hoe je daar mee omgaat.” Er leiden meer wegen naar Rome. “Je hoeft ook weer niet het netste jongetje van de klas te zijn, maar je moet goed weten wat je doet bij dit soort lastige vraagstukken. Wij pretenderen met onze Business Principles niet het enige juiste antwoord op dit soort vragen te hebben, maar we geven onze medewerkers methodes aan hoe hiermee in de praktijk om
te gaan. Verder gaat het om het leren herkennen van situaties.”

Duurzaam
De vraag of ethisch zakendoen de winst nadelig kan beïnvloeden, wuift Kist weg. “Het kan zijn dat je bepaalde landen, bedrijfssectoren of bepaalde klantengroepen uitsluit. Maar de wereld is zo groot en het aantal bedrijfstakken eveneens, dat dit geen enkele invloed hoeft te hebben op de aandeelhouderswaarde van een bedrijf. Integendeel. Het is zelfs zo dat het voor een steeds grotere groep aandeelhouders belangrijk is dat de bedrijven waarin zij aandelen hebben, verantwoord omgaan met hun geld en verantwoord ondernemen. Dat kan zelfs positief uitwerken.” Uit een onderzoek van ING kwam naar voren dat inmiddels al tien procent van het belegd vermogen in de VS is geïnvesteerd in beleggingen, waar ethische
overwegingen een belangrijke rol spelen. Beleggers en ook steeds meer consumenten keren zich af van bedrijven met een slechte maatschappelijke reputatie, die zich ongevoelig tonen voor de het oordeel van hun stakeholders. “Men wil kunnen vertrouwen op een onderneming die duurzaam onderneemt, en een langdurige en goede staat van dienst heeft.”

Voor een financiële onderneming is vertrouwen en integriteit de kurk waar de zaak op drijft. “Aandeelhouders en klanten willen het vertrouwen hebben dat ze te maken hebben met een betrouwbaar bedrijf dat op een integere wijze onderneemt. Vertrouwen is het succes van onze onderneming. ING wil de hoogste normen en waarden hanteren in het zakendoen en die maken we onder andere met onze Business Principles bekend. Men mag weten waar we voor staan en ons daarop aanspreken.”