We staan op een interessant punt in de ontwikkeling van onze economie. Misschien wel een keerpunt, maar op zijn minst een punt van transitie.
Deze term horen we steeds vaker, bijvoorbeeld in de context van ‘de transitie naar hernieuwbare energie’, ook wel energietransitie en uiteraard de transitie naar een circulaire economie. Die is door het huidige en vorige kabinet vastgelegd als doelstelling: Nederland honderd procent circulair in 2050. Er gaat iets geruststellends uit van het woord ’transitie’. Het is een overgang, een aanpassing, het klinkt bijna vloeiend en als een ‘gecontroleerd’ proces. Maar is het dat ook?
Nederland worstelt, dat is duidelijk. In onze traditionele polderaanpak worstelen de Klimaattafels met het in balans brengen van economische en ecologische belangen, los van de vraag of die twee überhaupt van elkaar zijn te scheiden. We worstelen met het evenwicht tussen nationale ambities en internationale afspraken maar ook internationale concurrentie. Het feitelijke Klimaatakkoord laat voorlopig op zich wachten: de harde noten zijn nog niet gekraakt, of zoals NRC het in de lange en uitzonderlijk warme zomer treffend verwoordde “De hete aardappels staan nog op tafel”.
Ik ben groot voorstander van een snelle omschakeling naar duurzame energie. En naar een circulaire economie, met bijna geen afval en een zo efficiënt mogelijk gebruik van grondstoffen en energie. En ik weet bijna zeker dat de meeste lezers van deze opinie daar ook voorstander van zijn. Ik denk alleen dat het goed is om te erkennen dat die omschakeling lastig is. Bedrijfsleven en economie zijn hier anno 2018 nog niet op ingericht. In de woorden van architect en Material Matters auteur Thomas Rau, ruim een jaar geleden in het FD: “Het grote misverstand is dat circulariteit het nieuwe trucje is. Maar het is de allergrootste agenda die je kunt bedenken.” Volgens mij heeft hij daarin gelijk.
Wat betekent dit alles voor accountants? Ten eerste: het zal vermoedelijk niet gaan om wat bijschaven van het vakgebied hier en daar, maar om een grondige herziening van niet alleen hóe we de dingen doen maar ook het waaróm. Wat betekenen zwarte of rode cijfers nu eigenlijk? Ze tonen primair dat we volgens de huidige regels en afspraken een resultaat als positief of negatief beschouwen. Maar wat tonen ze niet?
Niet-financiële informatie: het woord zegt het al. Die vinden we niet terug in het financiële verslag. Tijdens de laatste NBA-ledenvergadering van juni 2018 sprak Fou-Khan Tsang de zaal toe met de jaarrekening van een luchtvaartmaatschappij als voorbeeld: hoe ziet de financiële jaarrekening er op dit moment uit en hoe ziet deze eruit als milieueffecten meetellen? Wanneer we bijvoorbeeld een prijs voor CO2-uitstoot erin meenemen, wat op niet al te lange termijn realiteit lijkt te worden. Laat staan als er ooit accijns op kerosine en btw op vliegtickets moeten worden betaald. Schrijft de luchtvaart dan nog steeds zwarte cijfers?
De NBA heeft tot taak ervoor te zorgen dat het accountantsvak relevant blijft en van onomstreden kwaliteit is. In de Vernieuwingsagenda draait het om maatschappelijke relevantie en het toevoegen van betrouwbaarheid aan informatie. Met andere woorden: niet meer uitsluitend fínanciële informatie. De samenhangende inspanningen van de beroepsorganisatie en haar leden om bij te dragen aan een duurzame economie hebben als naam ‘Groene Brigade’ gekregen. Met meer dan 21.000 accountants mogen we spreken van een groot potentieel voor deze brigade. In dit kader publiceerde de NBA dit jaar samen met de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek onder accountants in business en andere financieel professionals, naar de vraag in hoeverre zij zich bezighouden met het meten, rapporteren en reduceren van CO2. De conclusie luidt: “CO2 staat nauwelijks op de financiële agenda.”
Het mag duidelijk zijn: hier is een wereld te winnen. We moeten ons ervan bewust zijn dat de wereld achter de cijfers verandert, dat de manier waarop we produceren en consumeren fundamenteel aan het verschuiven is (al staat dit slechts aan het begin) en dat we een lange maar noodzakelijke weg te gaan hebben om van zwarte cijfers te komen tot betrouwbare, daadwerkelijk groene cijfers. In de kern gaat duurzaamheid niet over nieuwe, maar over bestaande accountancy onderwerpen: economische levensduren, kostprijzen, afschrijvingstermijnen, restwaardes en businessmodellen. Kortom, dit betreft ‘honderd procent ons vak’, zoals Tsang eerder dit jaar al schreef.
Willen accountants en financials actief meewerken aan een duurzame samenleving, dan zullen zij ook moeten kijken naar zaken als klimaatgerelateerde risico’s voor ondernemingen, harmonisering van (duurzaamheids)indicatoren en het tot stand brengen van Integrated Thinking & Integrated Reporting. Oftewel: focus op waardecreatie. Er ligt dus genoeg werk, aan de slag ermee!
Lucas Geusebroek is projectleider circulaire economie bij de NBA
Deze opinie is eerder gepubliceerd door Accountant.nl en verschijnt in iets gewijzigde vorm ook in de congresbundel van het studentensymposium Accounting Insight van Tilburg University, op 21 november 2018.